Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tien over rood (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tien over rood
Afbeelding van Tien over roodToon afbeelding van titelpagina van Tien over rood

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.45 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/pamflet-brochure
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tien over rood

(1966)–Hans van den Doel, Arie van der Hek, Reinier Krooshof, Han Lammers, Tom Pauka, Rob de Rooi, A. van der Zwan–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Uitdaging van Nieuw Links aan de PvdA


Vorige Volgende
[pagina 63]
[p. 63]

Samenzwering voor de vrede

Na de Tweede Wereldoorlog stichtten de toen bestaande staten de Verenigde Naties. Deze nieuwe organisatie moest de onderlinge geschillen vreedzaam regelen, het gebruik van geweld in de internationale betrekkingen uitbannen, de gelijkwaardigheid van de verschillende landen bewerkstelligen, het recht van zelfbeschikking van de volkeren tot gelding brengen en de sociale en economische vooruitgang bevorderen. Men formuleerde zelfs een Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

De werkelijkheid beantwoordde bij lange na niet aan de gestelde idealen. Wat levende rechtsbeginselen zouden moeten zijn, waren slechts eisen, aan een ver in de toekomst gedachte internationale samenleving gesteld. De koude oorlog deed zijn intree in de verhoudingen tussen Oost en West. De dekolonisatie bleek een uiterst pijnlijk proces met ernstige gevolgen. De Verenigde Naties werden een strijdperk waarin landen met wisselende succes hun gelijk bepleitten met een argumentatie die het Handvest verzwakte en de volkerenorganisatie vaak tot machteloosheid doemde.

De Nederlandse bijdrage tot dit steekspel bestond uit een trouwhartig volgen van de allergrootste in het Westerse kamp: de Verenigde Staten.

De kernwapens maakten in groten getale hun opwachting. Eerst leek het erop dat zij de grote oorlog voorgoed konden bezweren. Zij revolutioneerden de internationale machtsverhoudingen zozeer dat ieder gewapend conflict tot een catastrofe dreigde te leiden, en daarom moest worden uitgesteld of voorkomen. Nu vele landen echter in staat zijn

[pagina 64]
[p. 64]

dit wapen in hun bezit te krijgen, wordt de internationale vrede en veiligheid eerst goed bedreigd, en dit niet alleen door de mogelijkheid dat ieder land willekeurig tot gebruik van kernwapens kan overgaan, maar ook omdat het bestaan van deze wapens het morele besef t.a.v. conventionele gevechtshandelingen verdooft. Deze bewustzijnsvernauwing heeft b.v. tot gevolg dat men het gooien van napalmbommen op burgers niet meer zo erg vindt, omdat, zo heet het, daardoor een atoomcatastrofe kan worden voorkomen.

Het is duidelijk dat dit chantage-element de sterksten in de volkerengemeenschap de gelegenheid biedt om aan armere en achtergestelde landen hun wil op te leggen.

Omdat de waakzaamheid van de publieke opinie door het aanvaarden van de drogredenen rondom de atoomdreiging aanzienlijk is verminderd en omdat bovendien het aantal geschillen met de dag toeneemt, wordt het steeds moeilijker conflicten naar hun aard en plaats te lokaliseren. Ook daardoor wordt het machtsevenwicht tot een volkomen illusie.

De meest noodzakelijke voorwaarde voor het voorkomen van een oorlog is ontwapening, waar men die ook maar kan nastreven. Ontwapening is echter alleen te bereiken wanneer de conflictstof wordt weggenomen en er universele normen komen die de internationale betrekkingen dwingend regelen. De volkeren zullen dan ook de beschikking moeten hebben over de instrumenten om dwang uit te oefenen.

Er zullen - en Nederland kan vanuit zijn traditie hiertoe een indrukwekkende bijdrage leveren - voorstellen moeten worden geformuleerd om een effectieve beslechting van geschillen mogelijk te maken. Daarin zal een goed geoutilleerde internationale, permanente politiemacht een plaats moeten hebben.

Verder zal men moeten komen tot een universeel aanvaarde uitleg van het Handvest van de VN. De jurisdictie van het Internationale Hof van Justitie dient te worden uitgebreid. De representativiteit van het Hof op grond van verschillende rechtsstelsels en de geografisch-staat-kundige verdeling van landen moet worden verbeterd.

Niet alleen op het stuk van de rechtshandhaving zullen voorzienin-

[pagina 65]
[p. 65]

gen moeten worden getroffen, ook op het politieke vlak moeten ingrijpende maatregelen worden genomen. Er behoort zo snel mogelijk een internationale overeenkomst te worden afgesloten, waarbij de nietkernmogendheden afzien van het bezit van en de beschikking over kernwapens.

Een stap tot het bereiken van zo'n verdrag is de uitbreiding van de Moskouse kernstopovereenkomst - die ook niet-kernmogendheden omvat - tot ondergrondse proeven. Hierdoor wordt voorkomen dat tot nu toe niet onder het verdrag vallende experimenten worden verricht. Ook zal de aanmaak en het in voorraad hebben van splijtbaar materiaal onder internationaal toezicht moeten worden geplaatst. Dit splijtbaar materiaal behoort nl. te worden onttrokken aan de fabricage van kernwapens en zal uitsluitend bestemd mogen zijn voor vreedzame doeleinden.

Eén van de belangrijkste middelen waarmee Nederland zijn invloed kan doen gelden bij de oplossing van actuele geschillen die de wereldvrede permanent bedreigen, is het lidmaatschap van de NAVO. Tot nu toe heeft het daarvan volstrekt onvoldoende gebruik gemaakt.

De algemeen geldende leer, ook van de overgrote meerderheid van de socialisten, was dat onze eerste taak het Atlantische bondgenootschap was: het getrouwelijk nakomen van onze verplichtingen. De omvang en noodzaak van die verplichtingen onttrokken zich steeds aan de waarneming en controle van burger en parlement. Zo ontstond een mythe, die blindelings werd gevolgd tot in de meest absurde consequenties. Het militaire apparaat werd een onaantastbaar gegeven, dat niet kritisch in ogenschouw genomen kon worden zonder dat het spookbeeld van ‘de ontrouw aan de diepste beginselen van onze samenleving’ werd opgeroepen.

Wij menen dat voortaan bij de beoordeling van het nut van ons lidmaatschap van de NAVO het accent zal moeten vallen op de bruikbaarheid van dat lidmaatschap voor een actieve politiek ten dienste van de internationale verhoudingen. Daarbij streven wij de volgende doelstellingen na.

De Bondsrepubliek zal haar pretentie dat zij handelt namens geheel

[pagina 66]
[p. 66]

Duitsland moeten opgeven. Zij zal met zovele woorden dienen af te zien van openlijke en verhulde territoriale eisen. Zij zal haar verlangens naar bezit of medezeggenschap over het gebruik van kernwapens moeten vergeten. De Oder-Neissegrens dient te worden erkend. De DDR eveneens. Pas wanneer dit alles gebeurd is, kan men zeggen dat de voorwaarden voor de vrede in Europa zijn vervuld.

Het is van grote betekenis om op de kortst mogelijke termijn toenadering te zoeken tot de landen van het Warschaupact, opdat er een Europese conferentie wordt gehouden waar alle vraagstukken nader worden bezien. Dit onder erkenning van de gerechtvaardigdheid van de Oosteuropese bezorgdheid voor een herlevend Duits militairisme. De NAVO moet bij wijze van overgangsregeling die garanties scheppen, die aan de Westduitse verlangens naar volledige militaire autonomie de feitelijke basis ontnemen. Het uiteindelijke doel van ons streven is het inrichten van een zo groot mogelijke gedemilitariseerde zone in Europa, waarin ook Nederland behoort te worden opgenomen. In dit verband is het van belang te bedenken dat de Franse NAVO-politiek naast alle ogenschijnlijk aantrekkelijke kanten ervan het uiterst bedenkelijke effect kan hebben dat West-Duitsland in een politiek isolement wordt gedreven, waarin het kan worden verlokt tot agressiever nationalisme dan het tot nu toe ten toon spreidt.

Verder zal Nederland zijn lidmaatschap in de NAVO moeten benutten om de totalitaire regimes in het eigen bondgenootschappelijk milieu te bestrijden. Spanje zal nooit, en Portugal zal niet langer lid van de NAVO kunnen zijn. Dit behoort voor de PvdA een kwestie van zwartwit te zijn. Helder gezegd: het is zij of wij. Komt Spanje bij de NAVO of blijft Portugal erin, dan behoort Nederland uit te treden.

Het lidmaatschap van de NAVO stelt Nederland in staat ook invloed uit te oefenen in alle niet-Europese aangelegenheden. Het kan, onder erkenning van de Vietcong als een terecht bij het Vietnamese conflict betrokken partij, zijn goede diensten aan de strijdende groeperingen aanbieden of deelnemen aan bemiddelingspogingen. Tot nu toe heeft Nederland, de thans regeringsverantwoordelijkheid dragende Partij van de Arbeid inbegrepen, tegenover de Verenigde Staten een

[pagina 67]
[p. 67]

volgzaamheid getoond, die het allerminst siert. Het prestige vooral tegenover de jonge landen wordt erdoor ondermijnd, zoals die jonge landen ook het hunne zullen denken van het feit dat wij stelselmatig weigeren om consequent mee te werken aan de vernietiging van de apartheidspolitiek van Zuid-Afrika, het Portugese kolonialisme in Angola en Mozambique en het onrechtmatige bewind van Ian Smith in Zuid-Rhodesië.

Het Nederlandse lidmaatschap van de EEG zal vooral moeten worden benut voor het nastreven van twee doeleinden: democratisering van de verhoudingen in Europa, in de ruimste zin van het woord (waaronder wij met name strijd tegen de steeds groeiende economische marktconcentraties dient te worden verstaan) en ten tweede het voortdurend bestrijden van een politiek die ons vervreemdt van de arme landen en de landen aan gene zijde van de Europese scheidslijn.

Men zal alles moeten doen om te voorkomen dat op de een of andere manier een politieke eenheid in West-Europa haar beslag krijgt, aleer de beginselen van de democratie ten volle tot gelding zijn gebracht en de nog aan te knopen relaties met Oost-Europa tot het uiterste zijn beproefd. Want doel zal moeten zijn de vorming van een Europees samenwerkingsorgaan, waarin ook de Oosteuropese landen vertegenwoordigd zijn. Het spreekt vanzelf dat bij een en ander de EVA-landen ten nauwste betrokken behoren te worden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken