Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Refreinenbundel (1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Refreinenbundel
Afbeelding van RefreinenbundelToon afbeelding van titelpagina van Refreinenbundel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.08 MB)

Scans (7.35 MB)

XML (0.94 MB)

tekstbestand






Editeur

C. Kruyskamp



Genre

poëzie

Subgenre

refreinen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Refreinenbundel

(1940)–Jan van Doesborch–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[XVI] Refreyn

Ga naar margenoot+ [houtsnede]

Refreyn
 
OCh oochskens wiens vierighe stralen
 
dalen duert ooghe inder herten gront,
 
cont ist mi duer liefs suet verhalen,
 
Ga naar margenoot+ falen moet mi liefs troostighen mont.
5[regelnummer]
iont mi ghi oochskens die therte duerwont,
 
stont daer ic mach crigen troostige gracie,
 
salutacie hier toe bediedende, tis mi een vont; Ga naar eindvs. 7
 
ront, onbesneden is mijn ymaginacie, Ga naar eindvs. 8
 
desperacie maect in mi arguacie,
10[regelnummer]
recreacie faelgeert mi an allen sijen,
 
strijen moetic duer der oghen visitacie,
[pagina 42]
[p. 42]
 
memoracie laet ic duer dooghen lijen, Ga naar eindvs. 12
 
liefs oghen connen liefs ghesichte verblijen.
 
 
 
Tsijn doogen die deerste vlammen geuen,
15[regelnummer]
sneuen coemt wten oogen int herte binnen, Ga naar eindvs. 15
 
minne doet meest in drucke leuen,
 
beuen moet die siele duer liefs ghewinnen, Ga naar eindvs. 17
 
dinnen moet vruecht duer sulc beghinnen, Ga naar eindvs. 18
 
spinnen connen dooghen den liefsten draet,
20[regelnummer]
raet behoort door dooge den ionstigen sinnen, Ga naar eindvs. 20
 
kinnen mach elc wel der nijders saet,
 
quaet ist om schuwen der liefden graet; Ga naar eindvs. 22
 
slaet schimpers swijke die vruecht benijen, Ga naar eindvs. 23
 
vrijen moet sulcke duer der ooghen gelaet, Ga naar eindvs. 24
25[regelnummer]
tsucaet der oogen doet druc vertijen: Ga naar eindvs. 25
 
liefs ogen connen liefs ghesichte verblijen.
 
 
 
Ga naar margenoot+ Oft doochskens hadden der tongen crachten,
 
wachten soude elc sijn liefste kerssouwe; Ga naar eindvs. 28
 
nouwe soude leuen dan yemant in clachten,
30[regelnummer]
achten sou elc sijn liefste van aenschouwe
 
rouwe te loone in pachten houwe, Ga naar eindvs. 31
 
trouwe soumen dan sien openbaren,
 
claren soumen doogen metten sueten douwe. Ga naar eindvs. 33
 
vrouwe maecte ic mijn lief in corten iaren,
35[regelnummer]
vergaren soude elc met blider maren,
[pagina 43]
[p. 43]
 
sparen en soudic noch doghen vermijen, Ga naar eindvs. 36
 
rijen wildic door dooghen spel in varen,
 
paren wil ic mi hier en in vruechden strijen.
 
liefs ogen connen liefs gesichte verblijen. Ga naar eindvs. 39
 
 
 
Prince
40[regelnummer]
Schoon lief, v minlike oghen
 
mogen mi doen roepen der vruechden crijen,
 
snijen muechdi mijn herte en tot v boghen, Ga naar eindvs. 42
 
droghen muechdi mi in venus partijen. Ga naar eindvs. 43
 
liefs oghen connen liefs ghesichte verblijen.
[tekstkritische noot]1. Och ontbr. bij S.; na wiens: crachtige.
2. t ooghe, S.: die oghen.
4. mijns, S.: my.
5. mi ghi, S.: myn; therte: myn hert hebt.
6. daer, S.: dat.
7. hier - tis, S.: haer te bien.
9. mi, S.: mijn hert groot.
10. recreacie, S.: Recordacie; an: in.
11. moet, S.: lij.

margenoot+
[f. 30 v°]
margenoot+
[f. 31 r°]
eindvs. 7
bediedende: lees wsch. biedende (vgl. de var.) - tis mi een vont (gewoonlijk: twaer mi -): een staande uitdrukking voor: dat is (zou zijn) iets heerlijks, een buitenkansje voor mij; zie b.v. nog XXVIII, 18; XLV, 13; LXXI, 24; S. IV, 8; CX, 26; CCXXXV, 8; Everaert XXX, 4. Het Mnl. Wdb. geeft wel een voorb. (IX, 909), maar noemt de uitdr. als zoodanig niet.
eindvs. 8
onbesneden: ruw, plomp. - ymaginacie: ver-, inbeelding (die mij nl. voorspiegelt dat ik ‘troost’ zal krijgen?).
[tekstkritische noot]12. memoracie, S.: Murmuracie.
13. Vóór liefs (1) bij S.: Want (even zoo in de volgg. str.).
14. doogen, S.: oochskens; vlammen: vlamme.
15. wten, S.: wt die; int: ter.
17. siele, S.: sulc.
18. S.: Tbeghinnen / der lieften doet lopen en rinnen.
19. den liefsten, S.: der lieften.
20. behoort, S.: behoeft; door - ionst: doer oghen o ionghe.
22. ist, S.: es; schuwen: schouwen.
"23. swijke, S.: van u; vruecht: duecht.
25. tsucaet, S.: Tractaet.
27. doochskens, S.: die oghen.
29. soude - yem., S.: en soude yemant syn in.
30. S. na elc: die oghen te claren bescouwe.
31. S.: Rouwe / waer versteken in elcke vouwe.
32. dan ontbr. bij S.
33. soumen doogen metten, S.: souden die oghen bij.
34. maecte ic, S.: waert.
"35. S.: Verharen / most druc ende ter jonst hem paren.
eindvs. 12
door mijn oogen laat ik de herinnering (haar beeld) in mij binnenkomen?
eindvs. 15
sneuen: leed, ongeluk.
eindvs. 17
duer: om.
eindvs. 18
dinnen: verminderen, gering worden.
eindvs. 20
Wsch. corrupt, evenals de var.
eindvs. 22
schuwen: lees wellicht met S. schouwen. - graet: hoogste trap; vgl. VI, 37.
eindvs. 23
slaet ... swijke: laat ... begaan, betijen; vgl. b.v. S. CCLIII, 6.
eindvs. 24
gelaet: het bewegen, wenken.
eindvs. 25
vertijen: aftrekken, verdwijnen.
margenoot+
[f. 31 v°]
eindvs. 28
wachten: verwachten, en vandaar: ontmoeten, verkeeren met.
eindvs. 31
Corrupt; vgl. de var.
eindvs. 33
met: door. - douwe: de dauw der troost nl.; vgl. voor dergelijk fig. gebruik van dit woord nog XXXIX, 29; S. CLII, 38.
[tekstkritische noot]37. wildic - varen, S.: soudic daer die oochskens waren.
38. paren - hier, S.: Varen soudic daer; strijen: scrijen.
40. S.: Dijn amoreuse duechdelijke oghen.
41. doen ontbr. bij S.; der: inder.
42. en tot v boghen, S.: tuwerts gheboghen.
43. in venus, S.: van drucs.
eindvs. 36
doghen: de inf. van het ww. zelfst. gebezigd, dus: lijden, leed (woordspeling met dooghen = de oogen).
eindvs. 39
in varen: in gevaar.
eindvs. 42
boghen: buigen.
eindvs. 43
droghen: doen uitdrogen, uitmergelen?

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken