Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Refreinenbundel (1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Refreinenbundel
Afbeelding van RefreinenbundelToon afbeelding van titelpagina van Refreinenbundel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.08 MB)

Scans (7.35 MB)

XML (0.94 MB)

tekstbestand






Editeur

C. Kruyskamp



Genre

poëzie

Subgenre

refreinen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Refreinenbundel

(1940)–Jan van Doesborch–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[XXXV]

Ga naar margenoot+ Ic sterue door haer dies noyt en rochte

[twee houtsneden naast elkaar]

 
O God Cupido en Venus goddinne,
 
hoe mach v rechtuerdicheyt dit verdragen
 
dat den loon van reynder ghestadiger minne
 
niet anders en is dan een afgront van plagen;
5[regelnummer]
tschijnt dat ghi selue listen legt en laghen
 
om mi te bringhen in desperacien,
 
want hoe ic dagelicx eenen boeck vol clagen
 
Ga naar margenoot+ doe met bloedighen lamentacien
 
ghi versteent haer herte die ic vol gracien
10[regelnummer]
kende te voren,
 
so dat in mi nv en tallen spacien
 
hope is verloren.
 
nochtans bliuic haer eyghen ghesworen,
 
o vermaledijde, dier mi toe brochte
15[regelnummer]
te steruen door haer dies noyt en rochte.
 
 
 
Dadic als Iason, Theseus oft Eneas,
 
die haer schoone vrouwen hebben bedroghen,
 
oft menich ander daer ic laetst af las,
[pagina 78]
[p. 78]
 
so soudic mijn leet pacientelijc ghedogen;
20[regelnummer]
mer ic mach die contrarie so wel betogen
 
dat elc mijns deeren mach diet weet,
 
want therte en heuet noyt eens geploghen Ga naar eindvs. 22/23
 
ten was om lijden al eeuen ghereet.
 
o valsche fortune, mijn bitter sweet
25[regelnummer]
roept op v wrake,
 
o corosiuich fenijn seer heet, Ga naar eindvs. 26
 
bloetghierige drake,
 
ghi verslint mi met sulcken onghemake
 
dat mi wondert hoe ict verdraghen mochte.
30[regelnummer]
Ga naar margenoot+ ic sterue duer haer dies noyt en rochte.
 
 
 
Draken, grijffonen, beeren, leeuwen, leeuwinnen,
 
in haren speluncken wrede onghieren Ga naar eindvs. 32
 
tyrannich verwoet wijlen van binnen,
 
vintmen ghesacht bi suete manieren,
35[regelnummer]
haer wreetheyt smeltende als was biden vieren;
 
ia god selue, vergramt, wert ghepayseert;
 
mer deedelste dier onder alle dieren
 
van sueter manieren gracelicxst verchiert
 
en daer proper wesen ghenade in stiert
40[regelnummer]
wt alder beradecheyt, Ga naar eindvs. 40
 
dat is van puerder wreetheyt gheregiert
 
vol alder versmadicheyt,
 
genuechte makende in hairs selfs ongenadicheyt,
 
dus seg ic met beuende stemme onsochte:
 
ic sterue duer haer dies noyt en rochte.
 
 
 
Princelijc wesen vol van discrecien,
 
hout op met desen, thoon ionst in tijen;
 
Eurealus en minden noyt so Lucresien Ga naar eindvs. 48
 
appoteke vol specien, ondanck diet benijen Ga naar eindvs. 49
50[regelnummer]
die doch tuwaert niet en misrochte. Ga naar eindvs. 50
 
al soude mi tsweert van bitterheit doorsniden,
[pagina 79]
[p. 79]
 
ic ben eewich bereet met bliden gedochte:
 
Ga naar margenoot+ ic sterue duer haer dies noyt en rochte.
margenoot+
[f. 57 r°]
margenoot+
[f. 57 v°]
eindvs. 22/23
heuet noyt ... geplogen ... ten was: heeft zich daaraan (t.w. aan ontrouw) nooit bezondigd, maar het was enz.
eindvs. 26
corosiuich: bijtend.
margenoot+
[f. 58 r°]
eindvs. 32
Aan het begin is wsch. die weggevallen.
eindvs. 40
beradecheyt: welwillendheid, genegenheid; vgl. LII, 43.
eindvs. 48
Vgl. XII, 8.
eindvs. 49
Na de eerste helft van dit vers gaat het zinsverband verloren; mogelijk moeten vs. 50 en 51 verwisseld worden, maar waarschijnlijk ontbreekt er toch iets.
eindvs. 50
misrochte: misdeed.
margenoot+
[f. 58 v°]

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken