Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Refreinenbundel (1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Refreinenbundel
Afbeelding van RefreinenbundelToon afbeelding van titelpagina van Refreinenbundel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.08 MB)

Scans (7.35 MB)

XML (0.94 MB)

tekstbestand






Editeur

C. Kruyskamp



Genre

poëzie

Subgenre

refreinen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Refreinenbundel

(1940)–Jan van Doesborch–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[CXXXVI] Ga naar eind*

Neen, daer me soudi mi heel verleen

Refreyn

 
EEn proper meysken, een aerdich dierken,
 
Weert besloten tsijn in een fortchierken, Ga naar eindvs. 2
 
Wert eens begracijt wt rechter minnen
 
Ga naar margenoot+ Van een frayaert door Venus bestierken.
5[regelnummer]
Si plucte bloemkens in een vergierken,
[pagina 243]
[p. 243]
 
Duer haer schoonheyt verblijden sijn sinnen.
 
Hi verstoute hem en ghinc beghinnen
 
Seggende: schoon lief eest v bequame Ga naar eindvs. 8
 
Ghi sijt die muecht minen druck doen dinnen
10[regelnummer]
Die ick door v lijde lief eersame.
 
Si seyde: neen, want niet en betame
 
Dat te doene, dus wilt van hier doch scheen,
 
Laet mi alleen bliuen los van blame,
 
Ic seg neen, tmocht minderen mijn fame,
15[regelnummer]
Neen, daer me soudi mi heel verleen.
 
 
 
Neen seg ic noch eens, sprac si, wat meendi,
 
Int versoeck van desen v vercleendi.
 
Daermen niet en wint est te minnen quaet;
 
O Venus godinne, twi verleendi
20[regelnummer]
Sulcken schoonheyt, de liefde verbeendi Ga naar eindvs. 20
 
Daer minne droech si int vrouwelic saet. Ga naar eindvs. 21
 
Och lief gheeft confoort troost en raet
 
Hem, die v liefde heeft ionstich geprent
 
Int herte. si sey: neen, tversoeck doch laet,
25[regelnummer]
Dus rust v seluen ende sijt content;
 
Ga naar margenoot+ Neen es v respons, siet elders ontrent,
 
Van mi en crijchdi troost el ne gheen. Ga naar eindvs. 27
 
Hi seyde: schoon lief sulcken woorden went.
 
Si seyde neen. doen dacht die frayaert ient:
30[regelnummer]
Neen, daer me soudi mi heel verleen.
 
 
 
Dees man int herte hebbende pijne
 
Veysde hem eens van huijs te sijne
 
Om sijns wijfs arbeyt aen te scouwen.
 
Daer sach hi comen te dien termijne
35[regelnummer]
Eenen man gecleet recht in dien schijne
 
Oft een priester waer, bi mijnder trouwen.
 
Daer ghincmen een seruiet ontvouwen,
 
Men steldender op ghesoden, ghebraden,
 
Si droncken, si sconcken los van rouwen.
[pagina 244]
[p. 244]
40[regelnummer]
Doe soudmer gaen Venus pack ontladen,
 
Si bedreuen vruecht niet om versaden,
 
Si meenden wel te sijn onder hem tween.
 
Die man en costs niet langer ghestaden, Ga naar eindvs. 43
 
Hi riep al arme sonder ghenaden,
45[regelnummer]
Neen, daer me soudi mi heel verleen.
 
 
 
Dese man ghinc wonderlijcke kijuen
 
Seggende: ia soudi dat bedriuen,
 
Ga naar margenoot+ Ghi soudt mi verleden geheel en al,
 
Nemmermeer en soumi vruecht verstijuen,
50[regelnummer]
Ic mach wel droeflic mijn oogen wrijuen,
 
Nemmermeer ick dit vergheten en sal.
 
Oft ic eens schamelic heb cleyn misual Ga naar eindvs. 52
 
Soudi daer om moeten dus tieren.
 
Ia ick, seyde hi, ick en wils groot noch smal
55[regelnummer]
Lijden oft sien in gheender manieren,
 
Ick wedde ick salt anders bestieren,
 
Ghebueret noch eens wi sullen dan scheyen.
 
Si sey neent, ick sal mi bat regieren,
 
Soudi dat doen, ia wat gadi versieren,
60[regelnummer]
Neen, daer me soudi mi heel verleyen.
 
 
 
Prince, tes wel een sake redelic
 
Dat een man gram is daer dat gheschiet.
 
Tstuck is verdrietelick niet eedelick,
 
Daert so gaet selden esmer vredelick,
65[regelnummer]
Al is de schade cleyn luttel oft niet,
 
Den toren is dmeeste, wiet hoort oft siet
 
Mach seggen, knagende des droefheyts been:
 
Vertierdi uwen cloot dat es verdriet, Ga naar eindvs. 68
 
Neen, daer me soudi mi heel verleen.

Ga naar margenoot+ [houtsnede]

eind*
Stok. verleen: kwetsen, bederven.
eindvs. 2
forchierken: ijzeren kistje, hier in 't bijzonder: juweelenkoffertje.
margenoot+
[f. 189 v°]
eindvs. 8
eest v bequame: met uw verlof.
eindvs. 20
verbeendi: hoont gij; vgl. S. IV, 24.
eindvs. 21
droech: dor, dood. - t vrouwelic saet: de vrouwen.
margenoot+
[f. 190 r°]
eindvs. 27
el ne gheen: geen anderen; de uitdrukking doet wat archaïstisch aan, evenals b.v. de wending van vs. 35/36.
eindvs. 43
ghestaden: doogen, verduren.
margenoot+
[f. 190 v°]
eindvs. 52
heb cleyn misual: een kleinen misstap bega.
eindvs. 68
vertierdi uwen cloot: eig. verruilt gij uw bal, vandaar: wordt gij ontrouw.
margenoot+
[f. 191 r°]

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken