Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Refreinenbundel (1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Refreinenbundel
Afbeelding van RefreinenbundelToon afbeelding van titelpagina van Refreinenbundel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.08 MB)

Scans (7.35 MB)

XML (0.94 MB)

tekstbestand






Editeur

C. Kruyskamp



Genre

poëzie

Subgenre

refreinen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Refreinenbundel

(1940)–Jan van Doesborch–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[CXXXVII] Ga naar eind[CXXXVII]

Ist qualic gepepen voor een mate bruyt

[pagina 245]
[p. 245]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

Refreyn

 
EEn pijperken teender bruloft rammelde
 
Op een cleyn fluytken leelic en leep,
 
Twas wonder wat hi al tsamen sammelde,
 
Twas al vanden seluen dat loyken peep. Ga naar eindvs. 4
5[regelnummer]
Tgheluyt dat hi wter pijpen neep
 
Was vreemt om hooren, maer tginck na state;
 
Mi docht dat hi so wel die mate begreep
 
Ga naar margenoot+ Als eenige koe in dese strate.
 
Hi liet sijn pijpen, tdocht hem te late
10[regelnummer]
En sey: ick gheef v allen saueconduyt,
 
Ick hebbe ghepepen ter crancker bate
 
Wel twee vren; ende hi riep ouer luyt:
 
Ist qualic ghepepen voor een mate bruyt.
 
 
 
Hoort hoe hem tierde dat arm pijperken,
15[regelnummer]
Twas toornich dattet niet bet en bedeech; Ga naar eindvs. 15
 
Thadde gerne geweest een kanne sliperken,
 
Tverwoede dattet niet te busen en creech. Ga naar eindvs. 17
 
De brugom die seyde: speelt lancx den weech
 
Ick sal v schencken mijn lieuer hans.
20[regelnummer]
Van blijtscappen dattet stoop ende neech, Ga naar eindvs. 20
 
Twas gemoet te pijpen tegen .xx. mans.
 
Die bruyt hilt voet ghelijc een gans, Ga naar eindvs. 22
 
Tpiperken hadt int hoot, tpeep noort en suyt;
 
En of ic ghinc pipen eenen nieuwen dans,
25[regelnummer]
Manette, suerette, of dat daer wt spruyt; Ga naar eindvs. 25
 
Ist qualic ghepepen voor een mate bruyt.
 
 
 
Tpiperken peep dat hem dooren gloeyden
 
En altemet hi die kuyte in sijn keelken wreef; Ga naar eindvs. 28
 
Tginc recht offer een deel calueren loeyden
30[regelnummer]
Ga naar margenoot+ En die bruyt dochte dat hijt wel bedreef.
 
Doe quam daer eene die tgoet bescreef,
[pagina 246]
[p. 246]
 
De brugom liep voor, de bruyt liep achtere
 
En tpijperken daer alleene bleef.
 
Hi most ooc rumen als een arm pachtere;
35[regelnummer]
Die scriuer sey: wel wt ghi coren wachtere Ga naar eindvs. 35
 
Oft ic iaech v met stocken ter dueren wt
 
Sidi van pipen sulck een vercrachtere.
 
Tpiperken sey: hola, wa trouwen ghi tuyt, Ga naar eindvs. 38
 
Twaer beter datmender niet en pepe.
 
Ist qualic gepepen voor een mate bruyt.
 
 
 
Prince
40[regelnummer]
Prince, al quamen sulke pijpers in mijn repe, Ga naar eindvs. 40
 
Ic en gaue om haer pijpen niet eenen saluyt;
 
Twaer beter datmender niet en pepe
 
Ist qualic gepepen voor een mate bruyt.
eind[CXXXVII]
Stok. mate: geringe, onaanzienlijke.
[tekstkritische noot]8. koe, HA.: Cock.
25. Manette, HA. 3 Mamette.
27. ooren, HA.: oogen.

eindvs. 4
loyken: van loy, lui; dus: kleine luiaard.
margenoot+
[f. 191 v°]
eindvs. 15
niet bet en bedeech: niet meer resultaat verkreeg, niet beter beloond werd.
eindvs. 17
busen: drinken; vgl. CXLIX, 52.
eindvs. 20
stoop, van stupen = buigen.
eindvs. 22
hilt voet: hield de maat; vgl. CXLIX, 25.
eindvs. 25
Manette, suerette: wsch. gaillarde-dansen; Th. Arbeauvermeldt in zijn Orchésographie(1589) deze namen niet, maar wel een gaillarde die ‘Anthonette’ genoemd wordt (p. 52 vg.).
eindvs. 28
die kuyte: het kuitbier.
margenoot+
[f. 192 r°]
eindvs. 35
coren wachtere: krekel (Kil.).
eindvs. 38
ghi tuyt: je raaskalt (?); vgl. te enes oren tuten, iemand aan het hoofd malen (Mnl. Wdb. VIII, 782).
eindvs. 40
repe: eig. strook lands; hier: gebied.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken