Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dagen van honger en ellende (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dagen van honger en ellende
Afbeelding van Dagen van honger en ellendeToon afbeelding van titelpagina van Dagen van honger en ellende

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.67 MB)

Scans (10.91 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Vertaler

Wim Zaal



Genre

proza

Subgenre

roman
vertaling: Frans / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dagen van honger en ellende

(1970)–Neel Doff–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Een praktische levensles

Tijdens haar laatste zwangerschap had moeder zoveel ontbering geleden, en de beproeving om in één winter twee keer uit huis te worden gezet had haar zo'n knauw gegeven, dat zij voor het eerst een stumpertje ter wereld bracht. Het was een blond meisje met een engelenkopje, dat altijd een beetje opzij hing. Wij verloren het na twee jaar.

Moeder had er zo'n verdriet van, dat niets haar kon

[pagina 90]
[p. 90]

troosten. Wij hoorden haar heel zachtjes mompelen: ‘Mijn meisje, mijn klein meisje! Ze is gestorven van gebrek.’

Steeds begon zij tegen ons te praten over de gebaren die het kindje, dat nog niet aan praten was toegekomen, had gemaakt. ‘Weet je nog wel, Keetje, dat ze op mijn schoot aan tafel zat, dat zij toen het brood zag en wees dat ik de la open moest trekken? En hoe ze tussen alle messen toch heel goed het broodmes aan kon wijzen, dat ze mij dan triomfantelijk in handen gaf? En hoe ik, om haar te plagen, haar mijn borst voorhield inplaats van een boterham, en dat ze daarbij zo'n vies gezicht trok, omdat ze dacht aan de smaak van de mosterd die ik er op gesmeerd had om haar van de borst af te helpen? Weet je nog?’

En moeder lachte door haar tranen heen.

Toen nam zij uit een doosje een lok blond haar, waar nog neten in kleefden, ging ermee onder het dakraam van onze zolderkamer staan om de goudachtige kleur te kunnen onderscheiden, en kuste de haren snikkend.

Ten langen leste werd moeder ziek en bekommerde zich minder dan ooit om haar levende kinderen. De armendokter kwam haar bezoeken, keek ons allemaal eens aan en zei: ‘Mooie kinderen zijn jullie wel, maar jullie zijn allemaal ziek. De koorts vreet jullie op. En wat jou aangaat, vrouwtje, het is hoog tijd dat je goed verzorgd wordt. Ik zal je kinine voorschrijven en daarvan mag je dan ook een beetje aan de kinderen geven. En tja, wat kunnen we nog meer doen? Je zou eieren, vlees en wijn moeten hebben.’

Bij het woord wijn keken wij hem allen in stomme ver-

[pagina 91]
[p. 91]

bazing aan. Wijn bij de armen! Het leek wel of die man grapjes stond te verkopen, want voor ons was het woord wijn iets wat in de wereld van de rijken thuis hoorde: wijn, rijkdom en overdaad. Hij merkte onze verbijstering op, keek ons kringetje nog eens rond, haalde de schouders op en verdween.

Het stemde ons bijna eerbiedig dat moeder een ziekte had die genezen moest worden met zoiets deftigs als wijn. Vlees en eieren hadden ons niet zo van ons stuk gebracht - we zagen om ons heen wel mensen die dat 's zondags op tafel hadden; maar wijn! Nooit van z'n leven! En we stonden er zó van te kijken, dat het eerste wat ik deed was met gloeiend hoofd naar de buren rennen om dat te vertellen.

Als mijn ouders samen iets wilden bepraten, moesten zij wachten tot ze in bed lagen en de kinderen sliepen. Aangezien ik vaak niet kon slapen, hoorde ik ze soms overleggen: ik wist dan wat ze voorhadden en deelde in hun ongerustheid.

Toen die avond het licht uitging en mijn vader dacht dat we allemaal ingeslapen waren, riep hij zachtjes: ‘Mina!’

‘Ja, vader?’ antwoordde zij.

‘Kijk eens of Keetje slaapt, die meid ligt soms hele nachten te woelen.’

Zij gaf mij een peut met de elleboog en daar ik niet bewoog, zei ze: ‘Die slaapt.’

‘Moet je horen. Jij moet in je dienst weleens wijn uit de kelder halen, niet waar?’

‘Ja, de oude vrouw kan de trap niet meer af en de zoon wil niet, dus dan word ik gestuurd.’

[pagina 92]
[p. 92]

‘Nou, dan moest je maar eens een paar flessen wijn voor moeder meenemen.’

‘Nee, Dirk, zeg haar zoiets niet, nee, dat wil ik niet hebben,’ protesteerde moeder.

‘Stil toch!’

‘Nee, ik durf niet, vader. Nu en dan gaat de zoon naar beneden om een hele fijne fles te halen, en dan komt hij er natuurlijk achter dat er flessen ontbreken. Er liggen telkens twee rijen van zes op elkaar, en als ik een fles wegneem, ziet hij het.’

‘Je moet niet een of twee flessen wegnemen, maar een hele rij, dan merken ze het niet.’

‘En hoe moet ik die zes flessen de deur uit krijgen?’

‘Je legt ze in het kolenhok onder de steenkool en elke ochtend verstop je er twee in de vuilnisbak, die je voor de deur zet: dan zorg ik wel voor de rest.’

‘Ja, zo zou het wel kunnen,’ zei Mina na een ogenblik nadenken.

‘En zou je ook een van de broeken van de oude heer mee kunnen brengen? Hij is verlamd en draagt ze dus toch niet meer.’

‘Een broek? Hoe moet ik die meenemen? De oude vrouw geeft mij elke avond mijn twee boterhammen op het moment dat ik de deur uitga.’

‘Je moet er ook geen pakje van maken, vanzelf niet, dat zou onverstandig zijn. Je moet de broek aantrekken en de pijpen omslaan tot aan de knie. Als je ze met een speld vastzet blijven ze zitten en geen mens ziet er iets van.’

‘Ajakkes nee! Er zitten allemaal schilfers op de oude man z'n vel en hij zit er steeds aan te krabben tot zijn

[pagina 93]
[p. 93]

huid opengaat. Ik wil niet iets aantrekken, dat aan zijn vel heeft gezeten.’

Ik voelde hoe zij naast mij lag te rillen van afschuw. Om haar weerzin te uiten gaf ze mij trappen en stompen, die me tien keer wakker gemaakt zouden hebben als ik niet al gespannen had liggen luisteren.

Vader werd niet kwaad, maar trachtte haar over te halen.

‘Kom nou, wij zijn gezond. Neem mij nou, ik heb nooit wat opgedaan. Al die besmetting is maar onzin, bovendien heb ik geen kruis meer in m'n broek, over een dag of wat kan ik de deur niet meer uit.’

De volgende dag kwam vader thuis met twee flessen wijn. Eén werd er meteen opengemaakt: de wijn had een kleur, ongeveer als rodekoolnat. Vader schonk moeder een half kopje in; zij dronk het uit en trok haar mond samen alsof zij in een zure bes had gebeten. Toen liet hij er ons met een lepel van proeven, maar we trokken er allemaal vieze gezichten bij. Daarna zette hij zelf de fles aan zijn mond, dronk hem voor driekwart leeg, en met de tong klakkend zei hij: ‘Geen ziertje smaak zit eraan, geef mij maar een bittertje.’

Moeder werd vuurrood en begon over te geven, en zij bleef zo beroerd dat zij de rest van de dag opgepast moest worden. De wijn raakte ook later niet bij ons in de gunst.

Toen Mina 's avonds thuiskwam, gaf zij vader een wenk; hij volgde haar in het donkere gangetje tussen de voordeur en onze kamer. Toen ze weer tevoorschijn kwamen, begon zij met een doek woest haar benen af te wrijven, roepend: ‘Zijn vel schilfert, zijn vel schilfert!’

De volgende morgen kon mijn vader een mooie dikke

[pagina 94]
[p. 94]

broek aantrekken, waarvan moeder de knopen verzet had onder koortsachtig geknipper met de ogen, en opspringend bij elk geluid van buiten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken