De jonge Hollander en andere tafereelen voor de jeugd

[p. III]

Voorberigt.

Lieve jonge lezers en lezeressen! ik hoop dat deze verhalen, waarin ik aan Hollandsche jongelieden Hollandsche karakters ten voorbeeld stelde, u zoo veel vermaak mogen geven als ik wensche, en gij daarin zult bewaarheid vinden: hoe Godsdienst, Vaderlandsliefde en alle deugden, door welker beoefening onze Natie zich zoo voortreffelijk onderscheidt, ook de karakters en daden der Hollandsche Jeugd kenschetsen. De hierin voorgestelde Tafereelen zijn, wat de karakters betreft, alle op waarheid gegrond.

Mogten er velen onder mijne lezers zijn, die een voorbeeld aan cornelis, jules, nicolaas en august nemen, en onder mijne jonge lezeressen, die het voetspoor van maria, johanna en coosje volgende, hunne ouderen en op-

[p. IV]

voeders gelukkig maken, door Godsdienst en liefde tot hen, aan wie zij hunne opvoeding zijn verpligt.

Ik vleije mij dat deze schetsen met zoo veel welgevallen zullen worden ontvangen, als de vorige Werkjes, die ik voor de jeugd zamenstelde, daar eens wankelende gezondheid mijnen letterarbeid moeijelijk maakte.

Daar ook de fraaije uitvoering door de Uitgevers dit werkje tot geschenken geschikt maakt, hoop ik dat een ruim vertier hun daarvoor ten deel mag zijn.

C.M. DÓLL EGGES.

Amsterdam, 8 April, 1834.