Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Karakters uit den aanzienlijken en burgerstand (1830)

Informatie terzijde

Titelpagina van 	Karakters uit den aanzienlijken en burgerstand
Afbeelding van 	Karakters uit den aanzienlijken en burgerstandToon afbeelding van titelpagina van Karakters uit den aanzienlijken en burgerstand

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.35 MB)

ebook (3.09 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Karakters uit den aanzienlijken en burgerstand

(1830)–Catharina Maria Dóll Egges–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

Mevrouw Zonhof, of geen geluk zonder godsdienst.

Eerste brief.

Emma Reisstad aan hare tante.

Digtbosch, Mei.

 

Ik kan, waarde tante! u met genoegen melden, dat ik in redelijken welstand alhier ben aangekomen, hoewel door het rijden wat vermoeid.

De zorg en oplettendheid, welke mijne gastvrouw mij van het oogenblik mijner aankomst bewees, deed mij die vermoeijenis ras vergeten; wees dus gerust, lieve tante! dat de zwakheid uwer emma weldra hersteld zal zijn.

Behalve uw bijzijn, geniet ik hier alles wat tot mijn genoegen kan strekken. Ik bevind mij op een' heerlijken lusthof, zeer uitgestrekt en als door de natuur aangelegd, zoodat de schoonheid daarvan mij dikwijls uitlokt, om door wandelen de balsemrijke lentelucht te genieten; en in een fraai huis, waarin ik eene kamer tot mijne beschikking heb, die het schoonste gezigt over bosch en korenvelden heeft.

[pagina 2]
[p. 2]

Zoodra ik des morgens mijne kamer verlaat, en naar beneden ga om te ontbijten, komt Mevrouw zonhof mij reeds te gemoet; na op het hartelijkst naar mijne goede nachtrust te hebben gevraagd, blijkt mij reeds hare levendige stemming. Hare geestige scherts kruidt ons ontbijt, waarbij ik meer luister dan praat.

Na het ontbijt wandelen wij dikwijls over de plaats langs die partijen, welke door de zon met glans worden verlicht. Heden is het de derde dag dat ik op Digtbosch logeer, en zoudt gij het wel gelooven, lieve tante! ik gevoel reeds dat mijne krachten vermeerderen, en dus, mijne gezondheid vordert.

Mijne beminnenswaardige gastvrouw verstaat de kunst, om eene zwakke hare zwakheid te doen vergeten; gedurende het levendigste onderhoud over het schoone van natuur of kunst, neemt zij mijn' arm, wandelt met langzame, doch van tijd tot tijd spoediger schreden, en ongemerkt gaan wij verder, als ik dacht in staat te zijn van te kunnen gaan; dan zegt Mevrouw met een' bevalligen grimlach: ‘Had de lieve emma wel gedacht, dat zij nog zoo sterk was?’ - Daarna geleidt zij mij, om uit te rusten, in een' naburigen koepel of tempel, die van buiten landelijk schoon gebouwd, en van binnen naar den nieuwsten smaak gemeubeld is; zij wijst mij eene zachte sofa, biedt mij terstond iets tot versterking aan; en, terwijl ik eenige oogenblikken uitrust, verzekert Mevrouw mij, dat mijne kleur reeds

[pagina 3]
[p. 3]

veel beter is, dan toen ik alhier aankwam. Ik geloof niet, lieve tante! dat onze krachten zoo spoedig terug keeren, noch de frissche kleur, die het teeken van gezondheid is; maar alle menschen gelooven gaarne, hetgeen zij wel wenschten dat waarheid mogte zijn. Mijne gastvrouw zegt met een schalksch lachje: ‘Een jong meisje kan nooit zich zelve beoordeelen.’ - Mevrouw is onuitputtelijk in vernuftige gezegden en veelbeteekenende spreuken, en zoo verre boven mij verheven, dat ik haar niet kan tegenspreken, maar gestadig moet bewonderen.

Vaarwel, waarde tante! hetgeen ik in dezen brief meldde, was ter geruststelling, en tevens tot berigt, dat zij, die door u zoo hartelijk wordt bemind, beter wordt, en zich door vele genoegens omringd ziet.

Met de hartelijkste gevoelens van dankbare liefde en achting, noem ik mij

 

uwe liefhebbende

 

emma.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken