Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De crisis der humanistische staatsleer in het licht eener calvinistische kosmologie en kennistheorie (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van De crisis der humanistische staatsleer in het licht eener calvinistische kosmologie en kennistheorie
Afbeelding van De crisis der humanistische staatsleer in het licht eener calvinistische kosmologie en kennistheorieToon afbeelding van titelpagina van De crisis der humanistische staatsleer in het licht eener calvinistische kosmologie en kennistheorie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.13 MB)

Scans (12.03 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.56 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
non-fictie/filosofie-ethiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De crisis der humanistische staatsleer in het licht eener calvinistische kosmologie en kennistheorie

(1931)–H. Dooyeweerd–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Bijlage B (zie blz. 129)

Voor een uitvoerige kosmologische analyse van den zin des rechts moet ik, evenals voor die der overige generale zinstructuren, verwijzen naar mijn boek De Wijsbegeerte der Wetsidee. Ik voer deze zin-analyse hier door in een omvangrijk hoofdstuk over ‘Het kosmologisch tijdsprobleem’, dat bijna de helft van mijn boek zal beslaan.

Voor een schematische analyse moet ik voorloopig nog verwijzen naar mijn verhandeling De structuur der Rechtsbeginselen en de Methode der Rechtswetenschap (overdruk uitg. ‘de Standaard’, Amsterdam 1930, blz. 31 vlg.).

In dit verband wil ik alleen mijn opvatting, dat de ‘vergelding’ de onherleidbare kern van de generale zinstructuur des rechts vormt, verdedigen tegen de pogingen, haar tot een abstract algemeen-begrip te denatureeren, dat men dan meende in tal van andere zingebieden te kunnen toepassen. Men beriep zich op het spraakgebruik, dat van een vergelding in de natuur, een vergelding in economischen, in socialen, historischen, moreelen zin etc. etc. gewaagt. Intusschen moet het na al onze voorafgaande beschouwingen toch duidelijk zijn geworden, dat wanneer het theoretisch denken op deze wijze de naïeve getuigenis van het spraakgebruik benut, om den souvereinen zin der vergelding in het logicisme van een abstract algemeen begrip te doen ondergaan, de kosmische zin der naïeve instelling in de werkelijkheid grondig wordt vervalscht.

Wanneer iemand tengevolge van een slecht leven zich een ernstige ziekte op den hals haalt en wij zeggen in het spraakgebruik: ‘Dat is zijn verdiende loon’, dan komt het ons daarbij toch geen oogenblik in de gedachte, hier de vergelding zelve te vatten in functioneel biotischen, of welken anderen functioneelen natuurzin ook. Wij zien de opeenvolging van feiten veeleer, in typisch onvertheoretiseerde instelling, in religieus-gefundeerden kosmischen samenhang en vatten zonder theoretische zin-analyse eenvoudig den kosmischen zin des rechts in zijn religieuze fundeering in God's schepperswil.

[pagina 188]
[p. 188]

Het natuurgebeuren (dat is het doorloopend getuigenis van de naïeve instelling) staat niet los van den zin der vergelding, doch is organisch met dien zin in den kosmischen tijd samengeweven en vormt in religieuzen zin daarmede een eenheid.

In het licht onzer wetsidee kunnen wij zeggen: alle natuurfuncties anticipeeren in den kosmischen zin-samenhang potentieel op den functioneelen zin des rechts, gelijk omgekeerd de rechtszin in die anticipeerende natuurlijke zinfuncties is gefundeerd.

Ook de door v. Jhering, Ehrlich e.a. met bijzonderen nadruk in het spraakgebruik naar voren gebrachte zin-samenhang van de vergelding met den zin der economische aequivalentie hebben wij in dit licht te bezien.

De economische zin bevat als zoodanig in het geheel niet den vergeldingszin, maar in kosmischen zin-samenhang heeft de waarde-vereffenende spaarzin (d.i. de generale zinstructuur van den economischen kring) zeer belangrijke rechts-anticipaties, gelijk omgekeerd de rechtszin een essentieele economische analogieënsfeer vertoont.

In welks zinsverband de uitspraak van het naïeve zelfbewustzijn de vergelding ook neemt, altijd bedoelt het ermede: den nog slechts systatisch gevatten zin des rechts en geen anderen.

Wanneer de rechtsorde in haar vergeldingszin den werkgever verplicht den werknemer zijn loon uit te betalen, dan mag de inhoud van dien vergeldingsplicht zonder zin-samenhang met de economische waarden-vereffening niet te vatten zijn, maar de vergeldingseisch, dat men wederkeerig zijn contractsplichten nakomt, is nimmer tot een economischen eisch te denatureeren.

Eerst in den onverbrekelijken samenhang met zijn analogische en anticipeerende zinelementen en in zijn uiterst gedifferentieerde zin-individualiteit openbaart intusschen die vergelding als zinkern des rechts zijn universaliteit in eigen kring.

De miskenning van deze universaliteit in eigen kring in de zin-individualiteit heeft reeds Aristoteles positie doen kiezen tegen de opvattng van Pythagoras, dat het recht naar zijn zin als τὸ ἀντιπέπονϑος, als vergelding moest worden gedefinieerd.

Inderdaad was in het ἀντιπέπονϑος de vergeldingszin veel te eng gevat. Het ἀντιπάσχειν drukt immers slechts uit den individueelen zin der strafvergelding en dan nog slechts in den primitieven vorm der talio. Gelijk een door Aristoteles in het vijfde boek zijner Nicomachische Ethiek zelve aangehaald vers de gerechtigheid in den zin van Rhadamantos als volgt bezong: ‘Wanneer gij lijdt, wat gij zelve anderen aandeed, zoo is u recht weervaren.’

Natuurlijk stond Aristoteles tegen de Pythagoreërs sterk, toen hij betoogde, dat dit vergeldingsbegrip, dat immers niet meer bevat dan de evenmaat tusschen lijden en doen, nòch op de ‘verdeelende’, nòch op de ‘verbeterende gerechtigheid’ past.

Wanneer hij echter zelf het recht buiten den zin der vergelding wil vatten en zonder anderen grond dan een beroep op de etymologie van het Grieksche woord voor gerechtigheid en het Grieksche spraakgebruik in het algemeen, den zin des rechts meent te kunnen omschrijven als: het brengen of het herstellen van gelijkheid in de menschelijke verhoudingen, een gelijkheid, die al naar gelang de gerechtigheid zich in distributieve of commutatieve gestalte openbaart, naar een geometrische of arithmetische evenredigheid behoort te worden verwerkelijkt, dan heeft hij in wezen den

[pagina 189]
[p. 189]

souvereinen wezenszin des rechts gelogificeerd in een abstract algemeen begrip. Want ‘gelijkheid’ drukt op zich zelve geen souvereine zinfunctie uit, maar is een logisch relatiebegrip, dat eerst in zin-synthesis met den zin van een bijzonderen wetskring materieele synthetische qualificatie verkrijgt.

In de moderne rechtsphilosophie heeft men nochtans dit abstracte gelijkheidsbegrip weer opgenomen ter karakteriseering van den materieelen zin des rechts, die dan overigens weer, evenals trouwens bij Aristoteles, met den verdiepten rechtszin der gerechtigheid wordt vereenzelvigd.

Zoo heeft b.v. Leonard Nelson in zijn System der philosophischen Rechtslehre (1920, S. 80/) het grondbeginsel zijner ‘materieele rechtsleer’ gemeend te kunnen samenvatten in de norm der ‘persoonlijke gelijkheid’, die hij omschrijft als ‘die Ausschlieszung jedes durch die numerische Bestimmtheit der einzelnen Person bedingten Vorzugs.’

Nu beweert Nelson wel nadrukkelijk, dat hij in dit ‘Gesetz der persönlichen Gleichheit’ inderdaad een ‘synthetisch oordeel a priori’ heeft ontdekt, in onderscheiding van den bloot analytischen(!) ‘Satz der Gleichheit’, welke slechts zou uitdrukken de norm der formeele gelijkheid van allen voor de wet, en die als zoodanig een bloote gevolgtrekking uit Nelson's formeel rechtsbegrip zou zijn -, maar wat aan Nelson's ‘materieel’ rechtsbegrip ontbreekt, is de zin-synthesis.

Alles komt in Nelson's materieele begripsomschrijving uiteraard aan op den rechtszin van de persoonlijke gelijkheid, maar daarover geeft hij ons geenerlei opklaring en daarom blijft zijn ‘materieel’ gelijkheidsprincipe allen rechtszin ontberen.

Iedere poging, de zinkern des rechts, de vergelding te rationaliseeren, door haar in ongekwalificeerde begrippen op te lossen, is met volledige onvruchtbaarheid geslagen.

Leo Polak's definitie van den zin der vergelding als ‘objectieve, transegoïstische belangenharmoniseering’ (zie zijn De fundering van het strafrecht (1922) en Zur sittlichen Rechtfertigung der Strafe. Kantstudien Bnd XXXV Heft 1 S. 59) is een voorbeeld van zulk een poging.

Polak is klaarblijkelijk doorgedrongen tot de aesthetische en economische zin-analogieën der vergelding en meent nu den vergeldingszin te kunnen opklaren, door dien zin in de bedoelde analogieën op te lossen. Maar los van de zinkern missen die zin-analogieën juist alle zin-belijning!

De rationaliseering van den vergeldingszin, die hier heeft plaats gegrepen, heeft de zin-analogieën zelve opgelost in abstracte algemeene begrippen, die als zoodanig den rechtszin ontberen.

De generale zinkern des rechts is zoo min te rationaliseeren, als de zinkern van den getals-, den ruimte-, den bewegings-, den levenszin, als den zin van het gevoelig bewustzijn, van de logische analyse, van de beschavingsontwikkeling, van de symbolische beteekening (den taalzin), van den omgang, van den economischen spaarzin, van de aesthetische harmonie etc. etc.

Ware die rationaliseering mogelijk, dan zou de rechtszin geen souvereiniteit in eigen kring bezitten en zou ook de zin-synthesis onmogelijk zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken