Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De wijsbegeerte der wetsidee. Boek III. De individualiteits-structuren der tijdelijke werkelijkheid (1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van De wijsbegeerte der wetsidee. Boek III. De individualiteits-structuren der tijdelijke werkelijkheid
Afbeelding van De wijsbegeerte der wetsidee. Boek III. De individualiteits-structuren der tijdelijke werkelijkheidToon afbeelding van titelpagina van De wijsbegeerte der wetsidee. Boek III. De individualiteits-structuren der tijdelijke werkelijkheid

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.75 MB)

ebook (3.20 MB)

XML (1.46 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/filosofie-ethiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De wijsbegeerte der wetsidee. Boek III. De individualiteits-structuren der tijdelijke werkelijkheid

(1936)–H. Dooyeweerd–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Boek III. De individualiteits-structuren der tijdelijke werkelijkheid


Vorige Volgende
[pagina 627]
[p. 627]

Besluit

De plaats van den mensch in den kosmos als eigenlijk grondthema van de Wijsbegeerte der Wetsidee.

De theorie van de individualiteits-structuren der tijdelijke werkelijkheid en haar onderlinge enkaptische vervlechtingen binnen den kosmos is met de resultaten der in dit derde boek van ‘De Wijsbegeerte der Wetsidee’ ingestelde wijsgeerige onderzoekingen uiteraard niet afgesloten.

Integendeel, nog daargelaten, dat wij in het derde deel slechts een inleiding tot de leer der enkaptische structuurvervlechtingen hebben geboden, dringt zich, nu wij de drie eerste themas van onze systematischen opzet tot hiertoe hebben ontwikkeld, een vraag op, welker beantwoording eerst het eigenlijk sluitstuk van de theorie der individualiteits-structuren zou moeten vormen, maar die, wegens haar wijde strekking, voor een meer uitvoerige behandeling tot later bewaard moet blijven.

Deze vraag luidt aldus: Heeft ook de mensch als individueele persoonlijkheid een tijdelijke individualiteits-structuur, vergelijkbaar met die der natuurwezens, of is 's menschen tijdelijke existentie in een enkaptische vervlechting van verschillende individualiteits-structuren besloten, en is zijn individueele eenheid slechts door zijn boven-tijdelijke zelfheid in den religieuzen wortel van zijn bestaan gewaarborgd?

De beantwoording van deze vraag behoort tot de taak der wijsgeerige anthropologie, welker thema door Scheler is geformuleerd als dat in zake ‘de plaats van den mensch in den Kosmos’.

Nu is reeds door het uitgangspunt van de wijsbegeerte der Wetsidee eigenlijk de geheele theorie der wetskringen en die der individualiteits-structuren voortdurend tegen den achtergrond van dit centrale thema gesteld.

[pagina 628]
[p. 628]

En daarbij moet althans op één centraal punt der wezenlijk Christelijke anthropologie volledige klaarheid zijn verworven.

De mensch heeft als zoodanig geen tijdelijke bestemmingsfunctie, gelijk de tijdelijke dingen en samenlevingsstructuren, doch hij gaat alle tijdelijke structuren te boven.

Daarom is ook het zoeken naar een ‘substantieelen wezenvorm’ van de menschelijke natuur in den zin der Aristotelisch-Thomistische metaphysische anthropologie onvereenigbaar met wat de Heilige Schrift ons over de geschapen menschennatuur heeft geopenbaard. De mensch is, in den verbandssamenhang van het menschengeslacht, naar de goddelijke scheppingsorde niet gequalificeerd als ‘redelijk-zedelijk wezen’, maar eerst door de koningspositie van persoonlijk religieus-creatuurlijk centrum van heel den kosmos, waarin ook de redelijk-zedelijke functies eerst haar concentratie vinden en heel de schepping met God den Schepper in verbondsrelatie staat.

Alle structuren, die door een tijdelijke bestemmingsfunctie zijn gequalificeerd, ook de ‘redelijk-zedelijke’ tijdelijke samenlevingsstructuren zijn vergankelijk. Maar de mensch is voor de eeuwigheid bestemd, niet in een abstract, speculatief rede-bestaan, maar naar zijn volle persoonlijkheid in haar rijke concrete individualiteit.

Daarmede staat in ieder geval vast, dat de onderscheiden concepties van ‘lichaam’ en ‘ziel’, resp. van ‘lichaam’, ‘ziel’ en ‘geest’, welke vanuit het immanentiestandpunt zijn ontworpen, in een Schriftuurlijke, Christelijke anthropologie principieel onbruikbaar zijn.

De alzijdige tijdelijke existentie van den mensch, zijn ‘lichaam’ in den vollen Schriftuurlijken zin des woords, is slechts van uit het boven-tijdelijk religieuze centrum, de ‘ziel’ of het ‘hart’ in den zin der Schrift te verstaan. Iedere conceptie van de ‘onsterfelijke ziel’, welke het boventijdelijk wezenscentrum dezer laatste in redelijk-zedelijke functies zoekt, blijft in het uitgangspunt der immanentiephilosophie geworteld.

[pagina 629]
[p. 629]

Maar met dit alles is nog slechts het eenig mogelijk uitgangspunt van een Christelijke anthropologie bepaald.

Wie zou meenen, dat op ons standpunt de menschelijke existentie slechts een complex van modale tijdelijke functies zoude zijn, welke in het ‘hart’ haar centrum vinden, maakt zich wel een zeer simplistische en foutieve voorstelling van wat wij onder ‘anthropologie’ verstaan.

Na de fixeering van ons Christelijk standpunt begint eerst de wetenschappelijke vraagstelling op dit gebied en de problemen, die hier rijzen, kunnen wij in geen enkel opzicht thans als reeds opgelost beschouwen.

Wel is uit de geheele ontwikkeling van ons onderzoek in dit derde boek gebleken, dat in de tijdelijke menschelijke existentie, ook in haar gevoels- en denkleven, een uiterst ingewikkeld stelsel van enkaptische structuurvervlechtingen valt aan te wijzen, welke een geheele reeks van individualiteits-structuren onderstellen.

Wel staat op ons standpunt reeds thans vast, dat de tijdelijke menschelijke existentie niet in twee of drie abstracte functie- complexen (onder den naam ‘lichaam’, ‘ziel’ en ‘geest’) kan worden uiteengelegd, omdat wij hebben ingezien, dat zulke theoretische abstracties met de tijdelijke structuren der individualiteit zelve in botsing komen en in wezen op een hypostaseering van geïsoleerde functies berusten.

Daarmede is ook het probleem in zake de tijdelijke verhouding van ‘ziel’ (als complex der psychische en logische functies) en ‘lichaam’, in den zin van afzonderlijke ‘substanties’, als zelfgeschapen schijn-probleem der immanentie-philosophie onderkend, gelijk ik te zijner tijd bij de verdere ontwikkeling van de Wijsbegeerte der Wetsidee uitvoerig hoop aan te toonen.

En tenslotte - en dit in de voornaamste plaats - moeten wij principieel iedere opvatting van het menschelijk ‘ik’ afwijzen, welke de menschelijke persoonlijkheid verzelfstandigt, of wel als een immanent ‘psychologisch’ of ‘geestelijk’ ‘Aktzentrum’ vat.

Wat de menschelijke ‘ikheid’ is, kan ons alleen de Goddelijke Woord-openbaring in Christus Jezus ontdekken, geen wijsgeerige

[pagina 630]
[p. 630]

speculatie, geen ‘activiteitspsychologie’ of ‘geestesmetaphysica’.

De vraag: ‘Wat is de mensch?’ blijft op het immanentiestandpunt onoplosbaar, maar tevens een probleem, dat telkens weer met benauwenden klem zich aan het afvallig denken zal blijven opdringen als symptoom van de innerlijke onrust eener ontwortelde existentie, welke zich zelve niet meer verstaat.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken