Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kinderen der eenzame (1961)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kinderen der eenzame
Afbeelding van Kinderen der eenzameToon afbeelding van titelpagina van Kinderen der eenzame

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

Scans (44.89 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kinderen der eenzame

(1961)–Jo van Dorp-Ypma–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

9 november

Toen ik vanmorgen uit mijn raam keek stonden mijn bomen roerloos beijzeld in de grijs doorlichte mist. Ik kreeg weer hetzelfde gevoel, dat ik als kind altijd had, wanneer het geijzeld of gesneeuwd had. Dit, dat de wereld opeens anders en beter was. Misschien dat hier de tekst dat de zonden witter zouden worden dan sneeuw, meespeelde om dit gevoel te bereiken. Ik heb

[pagina 37]
[p. 37]

dit geluksgevoel de hele dag gehouden. En het is alsof de klas zoiets direct merkt. Alles gaat veel vlotter, de kinderen zingen opgewekter, en er wordt minder geknoeid en gekibbeld.

Na schooltijd fietste ik met warmrode appels, sinaasappels en mandarijnen in zilverpapier naar Jettie toe. Ik wist niet hoe ik haar vinden zou, ook niet wat ik zeggen moest, ik wist alleen dat dit goed was.

Toch schrok ik van het magere muizesnoetje, dat strak en afwerend naar de deur keek. Jettie was in die weken jaren ouder geworden, ze keek me niet meer aan met haar hoopvolle kinderogen, maar met de teleurgestelde harde ogen van een vrouw, aan wie alle geluk voorbij gegaan is, en die niets meer van het leven verwacht.

Op het gegeven moment wist ik niet wat ik zeggen moest, wist ik ook niet eens of het kind me wel werkelijk herkend had. Om toch wat te doen te hebben, begon ik het fruit uit mijn tas op het nachtkastje te leggen. Eerst de rode appels, toen de sinaasappels en toen de mandarijntjes.

Het kind keek me aan, ik zag opeens, net als op school, haar ogen oplichten.

- Mooi Jettie? vroeg ik. Ze knikte, heel, heel eventjes met haar hoofd. Maar om haar mond bleef de afwerende trek.

Aan het ziekbed van een oudere vind ik het al heel moeilijk om iets goeds te zeggen, maar bij een kind is dat bijna onmogelijk, en vooral in dit geval, waar ik me tegenover Jettie schuldig voel. Toch heb ik mijn hand even op haar handje gelegd, het leek wel een vogelklauwtje en eens tegen haar gelachen en geknikt.

- Je moet maar weer gauw beter worden en op school komen, zei ik. Dat is een zin, die je beroepsmatig zegt en ik schrok er van toen hij me ontglipte.

[pagina 38]
[p. 38]

In Jetties ogen kwam een donker verdriet, nog dichter werden de lippen op elkaar geknepen.

Dan glinsterde een traan in haar ogen. Ik boog me over haar heen. Zou Jettie Korver weer belangstelling krijgen? Nu ik dit neerschrijf voel ik weer de grote spanning, die in me was.

- Waarom huil je malle meid?

Maar Jettie gaf geen antwoord, heel haar tengere lijfje schokte van het snikken. Ik heb de zuster gebeld, wist me plotseling geen raad meer, het kind moest toch rust hebben.

- Ze reageert tenminste, zei deze, op mijn angstig vragende blik, en dat is de eerste keer. Ze maakte een drankje klaar, vlug en beheerst. Jettie dronk het op, maar bleef doorhuilen.

- Zal ik maar weggaan, vroeg ik aan de zuster. Jettie hoorde het, met haar handenklauwtje greep ze naar mijn mantel. Ik ging weer naar het bed toe.

- Ik zal niet meer weglopen, snikte ze, ik zal niet meer weglopen.

- Je staat altijd voor raadsels bij kinderen. Wat moest ik hier van zeggen? In zulke ogenblikken geloof ik altijd, dat de woorden je gegeven worden. Ik ben weer bij haar bedje gaan zitten en heb verteld van de boom, waar zij ook blaadjes voor gescheurd heeft, en die nu op de gang hangt.

- En als je terugkomt, gaan we weer een boom scheuren, beloofde ik roekeloos. Alleen hoop ik niet dat dat een kerstboom zal moeten zijn, want dan is het leed met pa Korvers principes, niet te overzien.

Zo ben ik naar huis gegaan, met het stil dankbare gezichtje van Jettie Korver nog in mijn herinnering.

De mist hing zwaar in de straten en het licht van de lantaarns scheen gevangen in een grote gele bal. Maar op mijn mantel en mijn haar bevroren de drup-

[pagina 39]
[p. 39]

peltjes mist tot een wit rijp. Morgen misschien weer een witte wereld.

En Jettie heeft gereageerd. Ik kijk naar het portret van moeder, wat zou die blij zijn met zo'n verhaal.

Toch hoop ik, dat deze kwestie nog eens in een bestuursvergadering te berde gebracht zal worden, na de heftige beroering vertrouw ik de stilte niet. Wanneer het officiële zwijgt, werkt het officieuze. Toch maar gewoon doorgaan met ademhalen, zoals we tijdens de bezetting zeiden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken