Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De blauwe boekanier (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van De blauwe boekanier
Afbeelding van De blauwe boekanierToon afbeelding van titelpagina van De blauwe boekanier

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.76 MB)

Scans (72.58 MB)

ebook (5.86 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De blauwe boekanier

(1964)–Tonke Dragt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[p. 16]

2
La Lola



illustratie

Nu is Joris Jas scheepsjongen op de Hendrika. Weken lang heeft hij niets gezien dan lucht en water; hij heeft veel geleerd en zeeziek is hij nooit meer. Het schip is in warme streken gekomen; heet brandt de zon op het dek en de matrozen laten emmers neer in zee om water te halen. In een van die emmers vinden ze een blauwe fles. Joris springt er op af. Wat zit er in? Ja, een vers, het vierde couplet!

Hij leest het voor:



illustratie

 
Krijgsgehuil, een kogelregen!
 
Brandend schip in volle zee!
 
Ziet, hoe flitsen dolk en degen!
 
Ai! Kunt ge daar soms niet tegen?
 
Vlucht dan voor me naar de reê!
 
 
 
15°N.B. 75°W.L.

‘Er is geen reê in de buurt,’ mompelt de kapitein bezorgd en hij beveelt: ‘Kijk de kanonnen na, laad de musketten!’

[p. 17]

Meteen roept de uitkijk in het kraaiennest: ‘Twee schepen in zicht aan bakboord!’

Ze komen snel nader... het voorste schip voert een bloedrode vlag en het tweede een zwarte. Een zwarte vlag met een doodshoofd erop! De Bloedvlag en de Hamerhaai heten die schepen en ze behoren aan een woeste zeerover, La Lola genaamd. De arme Hendrika heeft geen schijn van kans als deze zeerover haar entert. Ze kan niet vluchten als ze het krijgsgehuil hoort en de kogelregen voelt. De Hendrika wordt gevangen, met ieder die zich erop bevindt. Zo komt Joris Jas in handen van een zeerover, en dan niet eens de zeerover die hij wilde ontmoeten. Want La Lola is niet de Blauwe Boekanier.



illustratie

[p. 18]

Vele mannen van de Hendrika zijn gesneuveld en degenen die over zijn verkoopt La Lola als slaven - allemaal, behalve Joris Jas. Want Joris Jas is zo dom geweest boos te worden en La Lola uit te maken voor ‘schurkachtige zeeschuimer.’ En daarom wordt hij opgesloten in het ruim van de Bloedvlag. Daar zit hij een hele tijd, totdat twee zeerovers hem komen halen om voor hun kapitein te verschijnen.

Joris is blij als hij aan dek komt; eindelijk ziet hij het daglicht weer. De zon schijnt en dichtbij ziet hij een heuvelachtig eiland met groene palmen en een gouden strand. Dan komt La Lola op hem toestappen.

La Lola ziet er net zo bloeddorstig uit als hij is, en hij schittert van de blinkende messen en pistolen die aan zijn lichaam hangen. Hij draagt een zwart lapje voor zijn linkeroog - niet omdat het nodig is (zijn linkeroog is scherper dan dat van een zeehavik), maar omdat het hem een angstaanjagend voorkomen geeft. Hij grijnst boosaardig en zegt: ‘Zo jonge vlaskop, vind je me nog steeds een schurkachtige zeeschuimer?’

Joris geeft geen antwoord, maar zijn blikken spreken boekdelen.

‘Nou?’ vraagt La Lola dreigend.

‘Alle zeeschuimers zijn schurken,’ zegt Joris Jas.

‘Zo!’ stuift La Lola op. ‘Ik ben de grootste schurk van allemaal en daarom laat ik me zo niet noemen door een melkmuil die nog niet

[p. 19]

eens droog achter de oren is!’ Hij roept een matroos en beveelt: ‘Bind hem aan de grote mast. Straks, als we San Tico bereikt hebben, zal ik met hem afrekenen.’

Daar staat Joris, vastgebonden aan de mast, en hij heeft er spijt van dat hij ooit op reis is gegaan. Hij ziet het eiland steeds dichterbij komen - San Tico heet het; het is dus niet het Eiland Zonder Naam. Dàt zal hij wel nimmer zien! Hij kijkt naar La Lola, die op en neer loopt en zijn matrozen met vioeken doorspekte bevelen toeschreeuwt. Hij zou wel willen huiveren, maar iemand die Jas heet doet zo iets niet. Het eiland is nu vlakbij; ze varen er langs. Plotseling wijkt de kust terug en toont een baai die een prachtige natuurlijke haven vormt. Er ligt al een schip voor anker, een mooi, rank schip. Joris spert zijn ogen wijdopen en zou ze graag uitwrijven. Dat schip in de baai is hem zo vertrouwd alsof hij het al jaren kende. Het ziet er immers net zo uit als het model dat hij van oom Pieter heeft gekregen, het schip in de fles, dat nu wel in een ruim zal staan bij de buit van La Lola. De Swajurka, die nu Zeezweep heet!



illustratie

[p. 20]


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken