Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De blauwe boekanier (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van De blauwe boekanier
Afbeelding van De blauwe boekanierToon afbeelding van titelpagina van De blauwe boekanier

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.76 MB)

Scans (72.58 MB)

ebook (5.86 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De blauwe boekanier

(1964)–Tonke Dragt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[p. 21]

3
Een weddenschap

Die baai van San Tico is een schuilplaats die slechts bekend is aan twee kaperkapiteins. Deze twee kapiteins staan nu op een heuvel van het eiland te praten.

Eén van hen is La Lola; de ander is de gezagvoerder van het schip waarin Joris Jas de Zeezweep heeft herkend.

Ai, ziet hem daar staan, wijdbeens en breedgeschouderd! Zijn haar is blauwzwart, evenals zijn zwierige snor. Helblauw zijn zijn ogen, net zo blauw als zijn fluwelen jas. Een hoed met blauwe veren draagt hij op zijn hoofd en een sjerp met franje om zijn middel. Een zwaard hangt aan zijn zij en op zijn schoenen heeft hij zilveren gespen. Ja, hij is niemand anders dan de Blauwe Boekanier!

Zijn blik is gevestigd op de baai, waar drie schepen liggen, de Bloedvlag en de Hamerhaai van La Lola en zijn eigen Zeezweep.

‘Bij alle dolle dolfijnen, Blauwe,’ zegt La Lola, ‘je luistert niet naar me!’

‘Ik kijk naar de Bloedvlag,’ antwoordt de Blauwe Boekanier, zijn wenkbrauwen fronsend. ‘Wat gebeurt daar?’

‘O, daar wordt iemand opgehangen,’ zegt La Lola onverschillig.

[p. 22]

‘Is het de blonde jongeling die ik aan de mast zag staan?’ vraagt de Blauwe Boekanier. ‘Het leek me een flinke knaap, te goed om op te hangen.’

‘Te goed?’ zegt La Lola. ‘Hij heeft me uitgescholden voor schurkachtige zeeschuimer!’

De Blauwe Boekanier draait aan een van zijn snorpunten. ‘Waarlijk?’ zegt hij op beleefd ongelovige toon.

‘En ik hang hem op,’ gaat La Lola geprikkeld verder. ‘Basta!’

‘Zonde en jammer,’ vindt de Blauwe Boekanier.

‘Hij moet dapper zijn dat hij jou de waarheid durft te zeggen. Geef hem aan mij.’

‘Ik denk er niet aan!’ is La Lola's antwoord.

‘Hij zal hangen en daarmee uit.’

De Blauwe Boekanier ziet dat hij La Lola niet zal kunnen overhalen de jongeman gratie te schenken. Hij gooit het daarom over een andere boeg. ‘Over een ogenblik zullen ze de strop om zijn nek gelegd hebben,’ zegt hij, ‘en dan...’

‘Zul je hem zien bungelen aan de ra,’ vult La Lola aan.

De Blauwe Boekanier trekt zijn pistool, bekijkt het eens en zegt:

‘Ik wil een weddenschap met je aangaan.’

‘Wat is het?’ vraagt La Lola, plotseling geinteresseerd, want hij houdt van weddenschappen.

‘Hier is mijn pistool,’ zegt de Blauwe Boekanier.

‘Wedden dat ik van hier af het touw door kan

[p. 23]

schieten waar die jonkman aan zal hangen?’

‘Op deze afstand?’ roept La Lola. ‘Nou Blauwe, je bent een goed schutter, maar dàt is onmogelijk!’

‘Zullen we erom wedden?’ vraagt de Blauwe Boekanier.

‘En wat is de inzet?’

‘Het leven van die jonkman daar!’

La Lola begint te lachen. ‘Ik begrijp je opzet, o jouw slimme inktvis!’ roept hij. ‘Maar deze keer zul je niet van me winnen! Wat zet je er tegenover?’

‘Een kist met gouden staven,’ zegt de Blauwe Boekanier.

‘Goed,’ roept La Lola, ‘ik neem het aan! Als het je lukt dat touw door te schieten, krijg je die melkmuil van me, helemaal! Dan kan hij jou voor schurkachtige zeeschuimer uitschelden. Maar - par le ciel bleu - je zult het niet winnen!’

‘Dan zal ik haast maken,’ zegt de Blauwe Boekanier, ‘want ze hebben de strop al om zijn hals gelegd.’

Kalm heft hij zijn pistool op, bepaalt de juiste richting en haalt de trekker over... Luid knalt het schot, en bijna tegelijkertijd heerst er op het dek van de Bloedvlag een grote verwarring.

‘Nu mag de hemel op me neervallen,’ zegt La Lola. ‘Ellendige Blauwe, het is je gelukt, geloof ik.’

Hij schuift het lapje voor zijn linkeroog naar

[p. 24]

boven om beter te kunnen zien. ‘Het touw is doormidden!’ roept hij dan knorrig. ‘Je hebt gewonnen.’ En hij begint te wuiven naar de bemanning van zijn schip. ‘Haal geen nieuw touw,’ zegt hij tot de matroos die even later buiten adem aan komt rennen om te vragen wat de bevelen zijn. ‘Het hangen gaat niet door; volgende keer beter! Wat die gevangen melkmuil betreft, geef hem aan de Blauwe Boekanier; daar zal hij plezier van hebben - donder en bliksem!’



illustratie

Even later staat Joris Jas voor de gevreesde zeerover die ‘de Blauwe Boekanier’ wordt genoemd.

‘Hoe heet je?’ vraagt deze hem kortaf.

‘Ik hoef me niet te schamen voor mijn naam,’ antwoordt de jongeling uitdagend. ‘Die naam is Joris Jas en ik zal zorgen dat er geen vlek op komt.’

[p. 25]

‘Een jas zonder vlekken dus,’ zegt La Lola. ‘Maar je mag wel wat beleefder zijn tegen deze man. Weet je wie hij is, brutale snotaap?’

‘Ik denk dat hij de Blauwe Boekanier is,’ zegt Joris Jas.

‘Hij heeft je het leven gered!’ roept La Lola. Joris Jas wil doen alsof dit hem koud laat. Maar de spanning van de laatste minuten is toch iets te veel voor hem geweest. Hij wordt van bleek vuurrood en dan weer bleek. Hij haalt diep adem en kijkt de Blauwe Boekanier onderzoekend, ja bijna achterdochtig aan.

Deze kruist zijn armen over de borst en zegt: ‘Voortaan zul je aan mijn bevelen moeten gehoorzamen.’

Joris Jas heeft zijn koelbloedigheid teruggekregen. ‘Ik gehoorzaam geen bevelen van zeerovers,’ zegt hij. ‘Al hebt u mijn leven gered, dan kunt ge er nog niet over beschikken!’

La Lola lacht luid. ‘Zie hoe dankbaar hij is!’ roept hij.

Maar de Blauwe Boekanier ziet de jonkman met iets van waardering aan.

‘Je hebt geen andere keus,’ zegt hij. ‘Ik zou kunnen zeggen: “Je wordt zeerover of... een lijk.” Wat is daarop je antwoord?’

‘Ik ben machteloos,’ zegt Joris. ‘U kunt met me doen wat u wilt. Maar ik word géén zeerover!’

‘Waarom niet?’

‘Daarom niet,’ antwoordt Joris, maar zijn stem beeft toch even.

[p. 26]

‘Dat is een goede reden,’ zegt de Blauwe Boekanier met een vreugdeloze lach. ‘Kun je schoenen poetsen?’

‘Ik kan ze máken ook,’ antwoordt Joris.

‘Dan zorg jij voortaan voor de schoenen van mij en mijn bemanning,’ zegt de Blauwe Boekanier. ‘Ga nu regelrecht naar de Zeezweep en meld je daar. Ingerukt!’

Joris kan niet anders doen dan gehoorzamen. Daar gaat hij nu naar de Zeezweep, eens het schip van zijn oom Pieter Jas, als gevangene en schoenpoetser van de Blauwe Boekanier. ‘Die jongeman zal je alleen maar last bezorgen, Blauwe!’ voorspelt La Lola met leedvermaak in zijn stem. ‘Nou ja, je kunt hem altijd nog opknopen of overboord gooien.’

De Blauwe Boekanier zwijgt enkele ogenblikken. ‘Neen!’ spreekt hij dan zacht, maar indrukwekkend. ‘Daar is het nu te laat voor.’ La Lola ziet hem verbaasd aan, schudt zijn woeste hoofd en zegt: ‘Je bent de vreemdste zeerover die ik ken.’ De Blauwe Boekanier lacht, maar het is een bittere lach. (Zijn lach klinkt altijd bitter). En hij mompelt: ‘Dat komt omdat ik iets ben dat ik nooit had moeten worden.’



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken