Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Moeder Lysbeth (1856)

Informatie terzijde

Titelpagina van Moeder Lysbeth
Afbeelding van Moeder LysbethToon afbeelding van titelpagina van Moeder Lysbeth

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.49 MB)

ebook (2.85 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Moeder Lysbeth

(1856)–Emmanuel van Driessche–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 23]
[p. 23]

IV. Het kerkhof te middernacht.

De nacht was over het aerderyk neêrgedaeld; donkere wolken dreven snel door het uitspansel; de maen schoot bywylen eens hare flauwe stralen door de luchtgevacrten heen; alles was doodsch en stil rond het kerkhof.

Een man naderde langzaem en vrecsachtig der dooden rustplaets, die zich by nachte als met schrikwekkende gedaentemschynt te omhullen en de geheimnissen welke zy van de wereld voor immer in haren schoot besluit, weêr schynt op te werpen om den ontroerden geest der menschen vrees aen te jagen.

Die man was Tone met de beenderen.

Pachter Jambers had hem tot omtrent middernacht doen wachten om die angstvolle boodschap te verrigten, ten einde door niemand bespeurd te worden en de onheilvoorspelling te kunnen geheim houden.

- Ga, had de pachter tot den huichelaer gezegd, ga, brave jongen, draeg de beenderen naer het kerkhof, bewys ons dien gewigtigen dienst, welligt worde ons den

[pagina 24]
[p. 24]

zoen Gods door uwe stoute daed weêrgeschonken; ga, ik zal op uwe terugkomst wachten.

Tone sloop langs henen de muren der kerk tot onder den toren naer het beenderhuis; ofschoon hy wist hoe die beenderen op de hoeve gebragt waren, en alhoewel hy zelf in het booze spel, dat ten zynen voordeele moest gespeeld worden, gemengd was, kon hy eene inwendige vrees, die hem den boezem beneep en al zyne leden beven deed, niet onderdrukken; toen hy op dit nachtelyke uer de gewyde plaets betrad, waer zoo vele duizende menschen in der eeuwigheid rusten, was hy diep verschrikt, en schrik is een getuige der misdaed. - Het geloof der overtuiging was by hem nooit tot in het binnenste zyner ziel gedrongen, maer alles was op eene korst van schynheiligheid, die moeder Lysbeth om zyn hart gelegd had, afgebonsd, en niettegenstaende die verstaelde ongevoeligheid, greep hem op dit oogenblik eene bovennatuerlyke kracht aen, die hem te pletten drukte en hem het koud zweet van het voorhoofd deed druipen!...

Toen hy op zyne bestemde plaets gekomen was, haelde hy de beenderen sidderend van onder zynen kiel en hy reikte juist de hand uit om dezelve by een hoop bekkeneelen en andere menschelyke overblyfsels neêr te leggen, toen het op de torenklok, naer en langzaem, twaelf uren sloeg. Hy liet van angst de beenderen vallen en wilde op de vlugt gaen, toen eene krampachtige hand hem aengreep, en eene holle stem hem toesprak!

- Lafaerd! gy beeft!...

Het was moeder Lysbeth.

Zy hernam kalm, maer verwytend:

- Waerom beeft gy als ge uw geluk bewerkt?

- Ik beef... ik beef niet... stamelde Tone terwyl zyne beenen onder zyn lichaem trilden.

[pagina 25]
[p. 25]

- Nu, goed, hervatte de oude, zoo moet het ook zyn. Ik weet dat heden alles naer wensch is afgeloopen; keer nu weêr naer huis en zeg aen uwen baes dat juist op klokslag middernacht eene afgryselyke stem u uit het beenderhuis heeft toegeroepen: ‘De ketters zyn verdoemd!’... Ga.

Lysbeth verdween achter de kerkhofmuren; Tone, die zyne kalmte niet hervonden had, liep, wat hy loopen kon, naer de hoeve terug en kwam, druipende van zweet, by zynen ongelukkigen meester, die nog aen den vuerhaerd te bidden zat.

- Welnu, jongen, is alles wel vergaen? vroeg Jambers met eene bevende stemme, die zynen schrikkelyken doodsangst kenmerkte.

- Ho, baes, ik sidder, ik beef! stamelde de knecht.

- Wat, jongen!... wat is er!...

En de booswicht verklaerde:

- Op het oogenblik dat ik de noodlottige beenderen nederlegde, sloeg het middernacht en eene schrikkelyke stem riep my toe: ‘De ketters zyn verdoemd!’..,

- O myn God! myn God! genade!... gilde de rampzalige pachter, en hy viel in onmagt...

Het was nu voor den ligtgeloovigen landman eene uitgemaekte zaek dat hem een of ander groot onheil te wachten stond. Hy zocht in zyn geweten; hy herdacht zyn verleden; ging zyne innigste gevoelens na... en vond evenwel niets dat de straffe des hemels zoude kunnen over hem trekken...

De eenvoudige man weende, zuchtte en bad... maer vond geene uitkomst...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken