Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Callewaert's groot Nederlandsch-Fransch en Fransch-Nederlandsch woordenboek inhoudende de woorden der gewone spreektaal (1909)

Informatie terzijde

Titelpagina van Callewaert's groot Nederlandsch-Fransch en Fransch-Nederlandsch woordenboek inhoudende de woorden der gewone spreektaal
Afbeelding van Callewaert's groot Nederlandsch-Fransch en Fransch-Nederlandsch woordenboek inhoudende de woorden der gewone spreektaalToon afbeelding van titelpagina van Callewaert's groot Nederlandsch-Fransch en Fransch-Nederlandsch woordenboek inhoudende de woorden der gewone spreektaal

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (17.64 MB)

Scans (124.91 MB)

ebook (5.97 MB)

XML (11.68 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Callewaert's groot Nederlandsch-Fransch en Fransch-Nederlandsch woordenboek inhoudende de woorden der gewone spreektaal

(1909)–Jan van Droogenbroeck, Willem Duflou–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

U

U, m. U, f. || U, chiffre romain, vijf.

Ubiquiste, m. (fig.) Persoon m. die overal thuis is. Ubiquitaire, m. Ubiquist, m. Ubiquité, f. Alomtegenwoordigheid, f.

Uhlan, m. (Mil.) Ulaan, m.

Ukase, m. Keizerlijk bevelschrift, oekas, n.

Ulcération, f. Ettering, verzwering, f. Ulcère, m. Zweer, etterbuil, f. Ulcéré, ée, adj. (fig.) Gefolterd, verbitterd. Conscience ulc-ée, knagend geweten, n. Ulcérer, v.a. Doen zweren (of) etteren. || (fig.) Verbitteren, diep krenken. || S'ulc-, verzweren, etteren.

[pagina 651]
[p. 651]

Ulcéreux, euse, adj. Verzworen, veretterd; vol zweren.

Uléma, m. Turksche wetgeleerde, m.

Uligineux, euse, adj. v. Marécageux.

Ulmacées, f. pl. Olmsoorten, f. pl. Ulmaire, f. (Bot.) Geitenbaard, m.

Ulotrique, adj. 2 g. Kroesharig.

Ultérieur, e, adj. Verderop (of) aan gene zijde gelegen. || (fig.) Volgend, later. Ultérieurement, adv. Verder. || Later, daarna. Ultimatum, m. Laatste verklaring, f., ultimatum, n. Ultime, adj. 2 g. Allerlaatst. Ultra, m. et f. Overdrijver, ultra, m., overdrevene, f. Ultramondain, e, adj. Buitenwereldsch, bovenaardsch. Ultramontain, e, adj. Aan gene zijde der Alpen, overalpisch. || Ultramontaansch. || -, m. Ultramontaan, m. Ultraroyaliste, adj. 2 g. Hevig koningsgezind. || -, m. et f. Overdreven koningsgezinde, m. et f.

Ululer, v.n. Krassen.

Ulve, f. (Bot.) Flap, f.

Umble, m. (H.n.) Ridderforel, f.

Un, une, adj. et art. indéf. Een, eene. Une fleur, eene bloem. Un champ, een veld. || L'un l'autre, elkander, malkander. L'un sur l'autre, boven elkander. Un à un, één voor één. Un et demi, anderhalf. C'est tout un, het komt op hetzelfde neer. La vérité est une, de waarheid is eenig. Un jour, eens. || (pop.) Il m'en a donné d'une, hij heeft mij beetgehad. Unanime, adj. 2 g., -ment, adv. Eenparig, eensgezind, eenstemmig. Unanimité, f. Eenparigheid eenstemmigheid, eensgezindheid, f. À l'un-, met algemeene stemmen.

Unau, m. (H.n.) Luiaard, m.

Unciforme, adj. 2 g. Haakvormig. Uncirostres, m. pl. (H.n.) Haaksnaveligen, m. pl.

Unguis, m. (Anat.) Os ung-, traanbeen, n.

Uni, e, adj. Effen, glad. || Eenvoudig, eenkleurig. || Eendrachtig, vereenigd. Unicellulaire, adg. 2 g. Uit eene cel bestaande. Unicorne, adj. 2 g. Eenhoornig. || -, m. Eenhoornvisch, m. || v. Licorne. - Unième, adj. numér. 2 g. Vingt et un-, een en twintigste. Unièmement, adv. Vingt et un-, ten een en twintigste. Unification, f. Eenwording, eenheid, f. Unifier, v.a. Een maken, vereenigen, de eenheid van iets bewerken. Uniflore, adj. 2 g. Eenbloemig. Uniforme, adj. 2 g. Eenvormig, gelijkvormig, gelijk. Vie un-, gelijkmatig leven, n. || Eentonig. || -, m. Uniform, dienstkleeding, f. Uniformément, adv. Eenvormig, gelijkvormig, op gelijke wijze. Uniformer, v.a. Gelijkvormig maken. Uniformité, f. Eenvormigheid, gelijkvormigheid, eentonigheid, f. Unilatéral, e, adj. Eenzijdig. Uniloculaire, adj. 2 g. (Bot.) Eenvakkig. Uniment, adv. Eenvoudig, rechtuit, ronduit. || Gelijk, effen, glad. Uninominal, e, adj. Op eenen naam gebeurend. Union, f. Vereeniging, verbinding, f. || (fig.) Eendracht, overeenstemming, f. L'unfait la force, eendracht maakt macht. || Huwelijk, n., echt, m. || (Peint.) Un- de couleurs, overeenstemming van kleuren. || Verbond, n., unie, f. || (Gramm.) Trait d'un-, bindteeken, n. Unipersonnel, elle, adj., unipersonnellement, adv. Onpersoonlijk. Unique, adj. 2 g. Eenig, enkel. || (fig.) Weergaloos, uitstekend. ||

● De deux jours l'un, om de twee dagen. Ce n'est qu'un, het is eender.

Zonderling, vreemd. || -, m. Het eenige, n. Uniquement, adv. Alleenlijk, enkel. || Boven alles, bijzonder. Unir, v.a. Vereenigen, samenvoegen. || Verbinden. || Effenen, gladmaken. S'un-, zich vereenigen, zich verbinden. Unisexué, ée, unisexuel, elle, adj. (Bot.) Eenslachtig. Unisson, m. Gelijkklank, m., gelijkstemmigheid, f. Chanter à l'un-, op denzelfden toon zingen. || (fig.) Se mettre à l'un- (de), zich schikken (naar). Unitaire, m. Unitaris, m. || -, adj. 2 g. Eenheidzoekend. || Maar één persoon in God erkennend. Unité, f. Eenheid, f. Unitif, ive, adj. Vereenigend. Univalve, adj. 2 g. (H.n.) Eenschalig. || (Bot.) Eenvliezig. || -, m. Eenschalig dier, n. Univers, m. Heelal, n. Universaliser, v.a. Algemeen maken, overal verspreiden. Universalité, f. Algemeenheid, alomvattendheid, f. Universaux, m. pl. Algemeene eigenschappen, f. pl., universalia, n. pl. Universel, elle, adj. Algemeen, alomvattend. Suffrage un-, algemeen stemrecht, n. Histoire un-lle, wereldgeschiedenis, f. Homme un-, man m. van algemeene kennis. Universellement, adv. Algemeen, overal. Universitaire, adj. 2 g. Tot eene hoogeschool behoorend. || -, m. (Hoog)leeraar, m. Université, f. Hoogeschool, universiteit, f. Univocation, f. Eennamigheid, gelijkluidendheid, f. Univoque, adj. 2 g. Eennamig, gemeenschappelijk. || (Gramm.) Gelijkluidend. || (Méd.) Slechts aan ééne ziekte eigen.

Upas, m. (Bot.) Oepasboom, m.

Uranographie, f. Hemelbeschrijving, f. Uranograpnique, adj. 2 g. Hemelbeschrijvend. Uranoscope, m. (H.n.) Sterrekijker, zeepaap, m.

Urate, m. (Chim.) Piszuur zout, n.

Urbain, e, adj. Steedsch, stedelijk. || -, m. Stedeling, stadbewoner, m. Urbanité, f. Hoffelijkheid, beleefdheid, welgemanierdheid, f.

Urcéole, m. (Bot.) Vruchtbodemzak, m. Urcéolé, ée, adj. Kruikvormig.

Ure, m. (H.n.) Wilde stier, m.

Urée, f. Pisstof, f. Urémie, f. Bloedvergiftiging f. door pisstof. Urétère, m. Pisleider, m. Urètre, m. (Anat.) Pisbuis, f.

Urgence, f. Dringendheid, dringende nood, nooddrang, m. Demander l'u-, de onmiddellijke bespreking (of) behandeling voorstellen. Urgent, e, adj. Dringend, onuitstelbaar, hoogstnoodig, spoedvereischend, wat geen uitstel lijden kan.

Urinaire, adj. 2 g. De pis betreffend. Calcul ur-, blaassteen, m. Voies ur-s, piswegen, m. pl. Urinal, m. Pisglas, n. Urine, f. Pis, f. Uriner, v.n. Wateren, pissen. Urineux, euse, adj. Pisachtig. Urinoir, m. Pisbak, m. Urique, adj. 2 g. Acide ur-, piszuur, n.

Urne, f. Kruik, bus, urn, f. Urne du scrutin, stembus.

Urodèles, m. pl. (H.n.) Staartvorschen, m. pl. Urodynie, f. (Méd.) Pijn f. bij 't wateren. Urologie, f. Pisleer, f. Uroscopie, f. Pisonderzoeking, f.

Ursin, e, adj. Beerachtig.

Ursulines, f. pl. Ursulinnen, f. pl.

Urticaire, f. (Méd.) Netelkoorts, f. Urticant, e, adj. Prikkeling verwekkend. Urti-

[pagina 652]
[p. 652]

cation, f. Geeseling f. met brandnetels. Urticées, f. pl. Netelplanten, f. pl.

Us, m. pl Gebruiken, n. pl. Us et coutumes, usantiën en gewoonten, f. pl. Usage, m. Gebruik, n., gewoonte, f. Mettre en us-, gebruiken, aanwenden. Avoir l'us- de qc., met iets vertrouwd zijn. || Us- (du monde), wereldkennis, f. || À l'us- des écoles, voor schoolgebruik. À l'us- de q., ten dienste (of) ten behoeve van iemand. || Gebruik, genot, n. || Vruchtgebruik; weiderecht, houthakrecht, n. || (Taill.) Faire de l'us-, goed van sleet zijn. Usager, ère, m. et f. (Jur.) Weidegerechtigde, houtgerechtigde, m. et f. Usance, f. Gebruik, n. || (Comm.) Uso, wisselgebruik, n. Usante, adj. f. (Jur.) Fille majeure, us- et jouissante, meerderjarige en onafhankelijke dochter Usé, ée, adj. Versleten. Passion usée, uitgedoofde hartstocht, m. User, v.n. Zich bedienen, gebruik maken (van iets); (iets) aanwenden; zijnen toevlucht nemen (tot). Us- de violence, geweld gebruiken || En us-, handelen. En us- mal avec q., iemand slecht behandelen. || -, v.a. Verbruiken, verteren, gebruiken, verdoen. || Slijten, verslijten. || Afslijpen. || (fig.) Afmatten, uitputten, verzwakken. Us- ses yeux, zijne oogen bederven. || (Chir.) Wegbijten. || S'us-, slijten, verslijten; stomp worden. || (fig.) S'us-, verzwakken, afnemen. || -, m. Sleet, duurzaamheid f. bij het gebruik. D'un bon us-, goed van sleet. || (fam.) Omgang, m.

Usine, f. Fabriek, gieterij, smederij, f. Usinier, m. Fabrieksbezitter, m.

Usité, ée, adj. Gebruikelijk, in zwang.

Usquebac, m. Saffraan-brandewijn, m.

Ustensile, m. Gerief, gereedschap, n. Ust-s, aratoires, landbouwgereedschap, n., landbouwersalem, m. || Pompwerk, pomptuig, n.

Ustion, f. Verbranding, f. || (Chir.) Branding, schroeiing, f.

Usucapion, f. (Jur.) Verwerving f. door bezit. Usuel, elle, adj. Gebruikelijk, gewoon, in zwang. Langue us-lle, omgangstaal, f. Usuellement, adv. Gewoonlijk, doorgaans. Usufructuaire, adj. 2 g. Het vruchtgebruik gevend. || Ten laste des vruchtgebruikers vallend. Usufruit, m. Lijftocht, m., vruchtgebruik, n. Usufruitier, ère, m. et f. Lijftochtenaar, vruchtgebruiker, m.; vruchtgebruikster, f. Usuraire, adj. 2 g., -ment, adv. Woekerachtig. Usure, f. Woeker, m., woekerij, f. Prêter à us-, woekeren. Usure, f. (fam.) Sleet, f. Usurier, ère, m. et f. Woekeraar, m.; -ster, f. Usurpateur, trice, m. et f. Overweldiger, onrechtmatige bezitnemer, m.; onrechtmatige bezitneemster, f. || -, adj. Overweldigend. Usurpation, f. Overweldiging, wederrechtelijke bezitneming, f. Usurper, v.n. Us- sur, inbreuk maken op. || -, v.a. Overweldigen, onrechtmatig bemachtigen, zich wederrechtelijk toeëigenen.

Ut, m. (Mus.) Ut, do, C, f.

Utérin, e, adj. Van moederszijde, van spillezijde. Frère ut-, halve broeder m. van moederszijde. || (Anat.) Van de baarmoeder. Uterus, m. (Anat.) Baarmoeder, f.

Utile, adj. 2 g. Nuttig, dienstig, profijtelijk, winstgevend. En temps ut-, te rechter tijd, ten behoorlijken tijde. || (Jur.) Ordre ut-, tijdsorde, f. || -, m. Het nuttige, n. Utilement, adv. Met nut (of) voordeel, voordeelig. Utilisation, f. Benuttiging, f. Utiliser, v.a. Nuttig (of) voordeelig gebruiken, benuttigen, zich bedienen (van). Utilitaire, adj. 2 g. Het algemeen nut beoogend. || Utilitaristisch, nuttigheidlievend. Utilitarisme, m. Nuttigheidstheorie, f. || Zin m. voor het algemeen nuttige, voorliefde f. voor het practisch-nuttige. Utilité, f. Nut, voordeel, n., nuttigheid, baat, f., profijt, n. || (Théât.) Aanvullingsrol, bijrol, f.

Utinet, m. Bodemhamer, m. || Kussenschabel, f.

Utopie, f. Utopia, f., politiek droombeeld, n. || (fig.) Hersenschim, f. Utopique, adj. 2 g. Hersenschimmig. Utopiste, m. et f. Utopist, politieke droomer, m. || Najager m., najaagster f. van hersenschimmen.

Utriculaire, adj. 2 g. Zak- (of) blaasvormig. || -, f. (Bot.) Blaaskruid, n. Utricule, m. Lederen zakje, n. || (Bot.) Celletje, n.

Uvaire, adj. 2 g. Druiventrosvormig. Uvée, f. (Anat.) Druifvlies, n. Uvulaire, adj. 2 g. (Anat.) Van de huig. Uvule, f. Huig, f. Uvuliforme, adj. 2 g. Huigvormig, lelvormig. Uvulite, f. (Méd.) Huigontsteking, f.

● Il faut user de précaution, gij moet voorzichtig te werk gaan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken