Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
'De eer des Vaderlands gebiedt, dat men streng zij' (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van 'De eer des Vaderlands gebiedt, dat men streng zij'
Afbeelding van 'De eer des Vaderlands gebiedt, dat men streng zij'Toon afbeelding van titelpagina van 'De eer des Vaderlands gebiedt, dat men streng zij'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.39 MB)

Scans (70.50 MB)

ebook (3.84 MB)

XML (0.87 MB)

tekstbestand






Editeur

Ingrid Glorie



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

kritiek(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

'De eer des Vaderlands gebiedt, dat men streng zij'

(2004)–Aernout Drost–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

4.5 Gezellig onderhoud voor den beschaafden stand

1-2 Gezellig onderhoud voor den beschaafden stand. A. Kloots: 's-Gravenhage 1833. Geen exemplaar gevonden.

6-7 De Boekbeschouwing der Boekzaal voor de geleerde wereld zal er, om welbekende redenen, meest door verpligt zijn: In zijn brochure Wenken en meeningen I ventileert Drost in niet mis te verstane bewoordingen zijn ideeën aangaande de Boekzaal der geleerde wereld en tijdschrift voor protestantsche kerken in het Koninkrijk der Nederlanden. De Wenken en meeningen, die de vorm hebben van een open brief aan een vriend van de impliciete auteur en die, blijkens de ondertitel, via deze ‘Theofried’, gericht zijn tot ‘jeugdige geestelijken die nog in geene ambtsbetrekkingen geplaatst zijn’, maken duidelijk hoe volgens Drost (zelf ook een afgestudeerd theoloog zonder standplaats) de ideale predikant eruit zag: ‘Niet slechts door groote begaafdheden, maar ook de hoogste en veelzijdigste beschaving behoort er toe, om in onze dagen geestelijke te zijn, in den waren zin des woords. Niet minder dan hart en karakter moet de geest gevormd en door veelsoortige oefeningen in wetenschappen en schoone kunsten, ontwikkeld worden. Tot alle goed werk moet de leeraar volmaaktelijk toegerust zijn.’ (Drost 1834: 11)

Vanwege deze noodzaak zich veelzijdig te ontwikkelen en te beschaven, mocht de bezoldiging van een jonge predikant dus niet al te bescheiden zijn. Zijn beperkte middelen zouden hem dan al gauw laten afglijden tot het niveau van een ‘boerschen landprediker’ (Drost 1834: 5). Met zo'n onbeholpen kerel kon geen fatsoenlijk gesprek gevoerd worden (en hier komt de Boekzaal der geleerde wereld aan de orde): ‘Wanneer ge uw onderhoud op de vaderlandsche letterkunde wilt brengen, zult gij met ergernis bemerken, dat alleen de Boekzaal der Geleerde Wereld hem in staat stelt u te antwoorden, en weldra zult ge overtuigd zijn, dat uw vriend thans slechts aan het eerschte

[pagina 159]
[p. 159]

vereischte van den leeraar voldoet: dat hij namelijk, een oprecht vroom en zedelijk naauwgezet man is gebleven. Ook ik eisch zulks, met ijver en aandrang eisch ik zulks, en toch meen ik hier meer te kunnen, te moeten vorderen.’ (Drost 1834: 5)

De Boekzaal der geleerde wereld is dus, mogen we voorzichtig uit dit citaat concluderen, in Drosts ogen hét tijdschrift voor de oppervlakkige, gemakzuchtige en enigszins kwezelachtige lezer. Om nog eens aan te geven hoe het wél moet, citeert hij de Duitser Hüffer: ‘De bron, welke den geestelijke de stof tot zijne opstellen oplevert, is weldra uitgeput, wanneer er niet bestendig gewerkt wordt om dezelve aan den gang te houden, en wij dalen binnen weinige jaren tot den rang der armzaligste babbelaars af, zoodra wij onze wetenschappelijke oefeningen er aan geven. Daardoor juist munten de wetenschappelijk gevormde en geleerde kanselredenaars zoo zeer uit, daardoor worden hunne redenen zoo boeijend voor verstand en hart, daarin ligt de nieuwheid van hun denkbeelden, de bevalligheid van hunne wendingen en overgangen, dat zij uit alle vakken van menschelijke kennis, gelijk de bijen uit alle bloesems en bloemen, den honing zuigen en verwerken.’ (Drost 1834: 5-6).

14 Spindler. Karl Spindler (1796-1855). Duits romanschrijver. Eén van de grondleggers van de historische roman in Duitsland.

Tieck: Ludwig Tieck (1773-1853). Duits schrijver en dramaturg. Met zijn historische romans en sprookjes was hij één van de grondleggers van de Duitse neo-gotiek, later schreef hij poëtisch-realistische novellen.

Tromlitz: pseudoniem van Karl August Friedrich von Witzleben. Schrijver van historisch-romantische taferelen.

14-15 La Motte Fouqué: Friedrich Heinrich Karl, Baron de La Motte-Fouqué (1777-1843). Duits romantisch dichter. Schreef tevens vele romans en verhalen die zich afspelen in een geromantiseerd Oudgermaans en middeleeuws verleden.

20 plaudite: applaus!

23 Zal zich te jammerlijk in 't endt bedrogen vinden: citaat niet gevonden.

27 Kind: Johann Friedrich Kind (1768-1843). Duits schrijver en journalist.

30 cannina non prius audita: liederen die nog nooit eerder werden gehoord (Horatius, Oden III.1).

32-34 Was neues, parbleu!...: citaat niet gevonden.

37 Satori: Johanne Satori, pseudoniem van Johanne Neumann-Hippe (1786-1863). Duits schrijfster, oprichtster van een uitleenbibliotheek en van een school voor jongedames. Schreef een groot aantal romans, verhalen en sprookjes voor zowel kinderen als volwassenen.

Reichenbach: Johann Friedrich Jakob Reichenbach (1759-1839). Duits theoloog. Schrijver van korte historische romans.

Soirée litteraire: literaire avond.

39 Er schijnt werkelijk behoefte aan dergelijk werk: Drosts recensie is een protest tegen de stroom aan vertalingen die sinds het einde van de achttiende eeuw de Nederlandse markt overspoelde. Een halve eeuw later zou de literatuurhistoricus Jan ten Brink Drost gelijk geven: ‘Eene schaduwzijde dier talrijke Nederlandsche vertalingen was, dat niet altijd het beste en schoonste, niet altijd het geniale gekozen werd. Alleen de meest middelmatige

[pagina 160]
[p. 160]

romans [...] genoten de twijfelachtige eer eener vertaling in het Nederlandsch. [...] Het middelmatige het burgerlijke, het licht begrijpelijke, vooral het aandoenlijke en roerende uit de Duitsche letteren werd hier in het tijdperk van 1975 tot 1830 op prijs gesteld.’ (Ten Brink [z.j.]: 23)

46 Bok: Cornelis Bok (ca. 1776-1836). Veldwachter te Schagen. Schrijver van een achttal korte romans, verschenen tussen 1827 en 1836; schilder van Noord-Hollandse dorpsgezichten. Cf. Van der Wiel 1999: 258-259.

Meesters: Pieter Meesters (1778-1837). Leidde een avontuurlijk bestaan en was achtereenvolgens handelsreiziger, muzikant, kapelmeester bij het Franse leger, officier bij de landstorm en rondreizend taalonderwijzer. Bij zijn dood was hij hoofd van de Franse en Nederduitse scholen te Sluis. Uit deze latere periode stammen verschillende school- en leesboekjes; tussen 1829 en 1837 publiceerde hij bovendien een groot aantal romans.

Stom: geen biografische informatie gevonden. De catalogus van de KB vermeldt van Gijsbertus Stam de volgende publicaties: Het kasteel Rozenlust, of De familie Reinhart (2 dln.; 1825-1827), Nieuwe zedelijke verhalen uit het rijk van waarheid en verdichting (1826) Merkwaardige levensgeschiedenis van Karel Lombard. Een oorspronkelijke Nederlandsche roman (1826). De pastorij in het bosch, of De Rooverspelonk (2 dln., 1829) en Tweede zestal nieuwe zedelijke verhalen (1830). Voor een bespreking van Het kasteel Rozenlust en de receptie daarvan door de contemporaine critici: cf. Van der Wiel 1999: 255-258; hieruit blijkt dat het werk van Stam gewaardeerd werd om zijn ‘zedelijk-opbouwende huiselijkheid’.

47 Sapienti sat: voluit dictum sapienti sat est: voor een goed verstaander is dit woord genoeg m.a.w. een goede verstaander heeft maar een half woord nodig (Plautus, Persa 721; Terentius, Phonnio 541).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken