Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Waarom ik zo denk... (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van Waarom ik zo denk...
Afbeelding van Waarom ik zo denk...Toon afbeelding van titelpagina van Waarom ik zo denk...

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.67 MB)

Scans (28.08 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Waarom ik zo denk...

(1948)–Anton van Duinkerken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 27]
[p. 27]

aant.

I
Verdediging van Carnaval

[pagina 28]
[p. 28]
IK GELOOF IN DE VERRIJZENIS DES VLESES EN HET EEUWIGE LEVEN
[pagina 29]
[p. 29]

Het eeuwig Carnaval

I

DE Batavieren hebben Carnaval gekend en zij, die van de laatste wereldbrand getuigen moeten in der eeuwigheid, zullen het niet verloochenen. Het is een feest, dat nimmer kan vergaan dan met den mens.

De maanlicht-doorhuiverde nachten, waarin Egyptenaars brandende lampen dansend bewogen langs de waterkanten van de oeverloos geworden Nijl, de melken en albasten nachten, die Japanners heiligen met spel en zang en duizendkleurige doorlichtheid van ontstoken lampions, de witte nachten als de moujiks van de steppen waken en drinken en dansen, de zuiver gulden nachten, die de gondels van Venetië versierd zien schuiven, in vracht van guirlanden Colombine's heerlijk bloeiend lijf ombloemend, de mistloze nachten, die de komst der eerste lente helder doen zijn als een water in zon, getuigen van 's mensen geloof in een nacht, die geen nacht meer zal zijn. Dit zijn de nachten van het leven, die de geschiedenis verhalen van de schepping Gods - een vrolijke geschiedenis! - de simpele historie van de lotuskelk, die voor het eerst haar blanke kroon ontvouwt en de heldhaftige historie van de orchidee, die zwaarder geurt, omdat zij sterven gaat.

Romeinen vierden de vernale dagen als een levensroes, een dartele uitzinnigheid, waarin de mens zich drager voelde van alle leven, dat gegeven werd aan de natuur. Germanen, dansend om een vuur, bij dronk van zoete mede, wisten de mildheid van het oog van Wodan weer nabij. De Grieken vierden Aphrodite en Apollo in één nacht. Astarte's licht werd aan de harten van de Babyloniërs een zoete bruidsmuziek. Salomon zong in zulk een lentenacht het lied der liederen. En in de donkerte der oerwoudnachten, als de regentijd geweken is, kennen de negers het geheiligde geheim, dat trommelklanken zingen aan de rein geworden lucht. Dit is het spreken van de trommelstokken en het trommelvel, de buikspraak van het trommelhol en de verzwegenheden van de trommelpezen:

‘Eens schiep de Grote Geest de roffel onzer klanken, toen hij de donder aan zijn wijde hemel riep. De Grote Geest schiep

[pagina 30]
[p. 30]

het herhaald geluid, toen hij zijn eerste regen ruisen deed. De Grote Geest, toen hij zijn eigen sterren zag, schiep in de voeten van den mens de dans. En alle negers schiep hij tot één stam, toen hij het zand der aarde raspte van de hemelschors. Toen hij het licht van de zon had ontbrand, schiep de Grote Geest voor de negers een koning. Kindertjes heeft hij gevleid aan zijn knieboog, toen hij het leven aan de vlinders gaf. De Grote Geest heeft de vrouwen gemaakt op de dag van de eerste magnolia-bloei, en aan hun haren gaf hij warme geur, toen hij het eerste palmblad wuiven zag. Hij schiep hun ogen, toen hij zichzelf gezien had in de spiegel van de zee, hun armen rondde hij, toen hij de rust der hemelen genoten had. Hij schiep de geesten, die den mens gezind zijn, omdat de liefde van zijn moeder hem betoverd had, en de sombere geesten heeft hij gemaakt, opdat de mens hem dankbaar zou zijn, als zij wijken. Het leven schiep de Grote Geest, omdat hij zelf het leven is en aan de boze geesten gaf hij de macht over de dood, omdat de dood het boze doden kan...’ Het Eskimo-kind, dat van het rendiermos de eerste, dorre, bloei ontwaart, viert Carnaval.

II

DIT feest is meer dan een maatschappelijk of nationaal gebeuren, het raakt niet slechts een mensengroep, maar het betreft de mensheid zelf in haar geheel. Het is de viering van 't vernieuwde jeugd-ontwaken in den grijsaard en de man-wording van den niet langer schuchteren knaap. Het is de jubel om de eeuwigheid der lente. Het is het feest onzer onvergankelijkheid. Bij elke nieuwe bloei ontwaakt het eeuwigheidsbesef der menselijke ziel, en het eeuwigheidsbesef van het menselijk lijf. Het lichaam zal vergaan tot de stof, waaruit het gevormd werd, maar het zal niet voorgoed vergaan. Eeuwig zal het zijn in de eeuwigheid der eindeloze hemelen, of eeuwig in de eeuwigheid van het vergaand moment. Zo was het den heiden. Kennend de zekere verrotting en de ongewisse gang naar Hades' somber huis, omkranste hij het hoofd en hief de beker, want dit was de tijd voor de dronk, de tijd, waarop de vrije voeten dansten over de aarde. Hij plukte de dag. ‘Carpe diem’ was het parool van wie de eeuwigheid der ogenbliks-ontroeringen beleden; ‘carpe aeterni-

[pagina 31]
[p. 31]

tatem’ sprak de Kerk en gunde haren kinderen een ogenblik vergeten van de halve waarheid, waaraan zij hen straks herinneren zal, ter wille der andere helft die het leven onvergankelijk weet.

De Kerk heeft het lentefeest gekerstend en het de diepe zin gegeven van een feest ter ere van ons eigen eeuwig leven. Carnaval is een menselijk feest, het is als alle menselijks geadeld door de genade van Christus' dood. De Kerk heeft Carnaval erkend als een erkentenis des vleses, waaraan de mens telkens opnieuw vaarwel zal moeten zeggen om het behoud van de geest. Ons is het vlees niet vreemd en allerminst vijandig, wij weten, dat het vlees verrijzen zal en verheerlijkt worden. Maar het is ondergeschikt aan de geest en op de dagen, waarop het gevierd wordt en verschijnt als ware het autonoom, verloochent het zich in het masker.

Het masker is het symbool van een vervreemding; het is een afscheidsteken. Het ontkent de soevereiniteit van wat het verbergt, om niets te gedogen dan de straling van de ziel, die door onthulde ogen licht. Het masker verschuilt het individuele, het verheft den mens boven zijn leeftijd, zijn geboorte, zijn verleden en zijn eigen zelf. Het rekent af, in naam van de menselijkheid, met iederen mens. De man achter het masker gaf zijn volledigheid prijs, hij bekent zichzelve niet te volstaan. Hij wordt een deel. Door de omhulling van zijn gelaat manifesteert hij verloren te willen lopen onder allen. Hij zoekt gelijk de anderen te zijn. De man achter het masker is gemeenschapsmens. Maar hij behoudt zijn ziel. De opslag der ogen, die van iedere menselijkheid het diepstpersoonlijke openbaren, blijft onverborgen. De geest handhaaft de rechten, die het vlees verloren geeft. De eeuwigheid maakt aanspraak op de persoonlijkheid, die van haar tijdelijkheden afstand heeft gedaan. De vrolijkheid van het gekerstend Carnaval is een uitzinnigheid, zij is een lyrische bezetenheid van het onsterfelijke leven, een jubel van de vreugdevol gerust-gestelden, de pret van wie hun toekomst zeker weten. Het christelijke Carnaval is een orgie, maar een orgie van de zegepralende geest, die zijn gezel, het lijf, een vrolijk feest ten afscheid biedt, verzekerd, dat dit scheiden niet voor eeuwig is. Het is het lentefeest van de altijd jeugdige geest, die de frisheid van nieuw bloed heeft gevoeld.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken