Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Journaal. Deel 3, boek 6 (1866)

Informatie terzijde

Titelpagina van Journaal. Deel 3, boek 6
Afbeelding van Journaal. Deel 3, boek 6Toon afbeelding van titelpagina van Journaal. Deel 3, boek 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.56 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.78 MB)

tekstbestand






Editeur

Lodewijk Mulder



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
non-fictie/geschiedenis/Opstand


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Journaal. Deel 3, boek 6

(1866)–Anthony Duyck–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 251]
[p. 251]

Index.

Savoyen 
- Hertoge daer versouckt pays mette Francoisen ende assistentie tegen dselve, 5;
- verliest Ste Catelina, 11;
- Bourg en Bresse hout noch, 11, 12;
- accordeert, 16, 17, 21;
- hij wilt pays niet teickenen, doet Bourg victailleren, 39, 42;
- crijght Savoyen weder, 50.
Coning van Vranckrijck 
- te Lyons, sijn coninginne intercedeert voor Savoyen, neemt Ste Catarina, wilt naer Bourg, 5;
- Spaense intercessie, 11;
- Bourg accordeert, 12, 16, 17, 21;
- Savoyen weigerende den pays, stelt hij ordre ten oirloge, niet kunnende sluyten den pas du Gezin, 39, 41;
- verbiet Jenville den ertshertoge te dienen, 39;
- crijcht Bourg, veinst naer Italien, 50;
- wilt Espinoy ende Egmont gerestitueert hebben, 52;
- sent gelt aende Staten, 61, 87, 156, 160;
- handelingen te Vervins, 73;
- comt haestelijck te Cales met bedencken, 146;
- besocht bij Sores, 146, 148;
- sent H. van Esguillon aenden ertshertoge, 148;
- Bieron in Engelant, 165, 170;
- drijft wat vreemts, 149, 150;
- verflaut, 150, 151;
- verlatet, 157;
- crijcht een soine, dolphijn, 164, 169, 173;
- sijn ambassadeur Busenval vertreckt uyt Hollant, 185.
Coning van Spangien 
- wilt Savoyen helpen, licht in Duytslant, equippeert in Spangien, 5;
- sijn vrouwe bevrucht, 6;
- intercedeert voor Savoyen, 11, 12;
- galeijen voor Vlaenderen, 40, 42;
- doet Fuentes leger bijeen houden, 50;
- scharp tegen de Francoisen, 54;
- assistentie in Nederlant, 74;
- crijcht een dochter, 129;
- equippeert, 130;
- sendt in Irlant, 167, 168, 169, 225;
- animeert ertshertoge tottet beleg van Oistende, crijcht vloot uyt Westindiën, 244.
[pagina 252]
[p. 252]
Keyser 
- sijn hof beroert om de verdreven raeden, bevochten van den Turck, op Albert t’onvreden, 6;
- sijn leger loopt schandelijck van Canissa, 225.
Ertshertoge Ferdinand proceduren, 6.
Oostenrijck, gevaer van die landen, 7.
Polen beroert, 7.
Coninginne van Engelant 
- heeft moeite in Irlant 7, 167, 168, 169, 242;
- tracteert van vrede, 7, 40, 42, 224;
- sent tegen de Spaenze vloote, 20;
- ontleent gelt vande coopluyden, 22, 23;
- neemt raet in Essex verloop, 29 tot 34;
- doet sijn proces maecken, 35, 36;
- hij geexecuteert, 37, 38;
- sij in gevaer, 36;
- ertshertoge versouckt haer tot pays, 40, 42, 224;
- sij blijft noch in oirloge, 51;
- ontslaet veel gevangenen, 52;
- heeft volck gelicht, presenteert die de Staten, 60, 94;
- doet Sr Herrys Nevel vangen, 61;
- raet inval in Vlaenderen, 75;
- difficulteert tgepresenteerde volck te laten volgen, 100;
- consenteert, 127, 132, 161;
- sent aen Vranckrijck, 146;
- Caron aende Staten, schepen naer Spangien, begeert schepen vande Staten ende wapenen, 149;
- vercrijcht groot consent totte saken van Irlant, 217;
- Teron daer in de wapenen, Viceroy starck, heur geestelickheyt in twist, 242.
Denemarck 
- alles aldaer stille, 7;
- sijn broeder in Hollant, 142, 145.
Schotlant 
- let op de Engelsche successie, 7;
- stelt biscoppen inne, confisqueert goederen van Rutven en Bodwel, 9.
Ertshertoge in Nederlant 
- reformeert sijn crijsvolck, versouckt consenten, laet de starckten aende Spangiaerden, sluyt sijn lant tegen de Staten, 7;
- sendt naer Denemarck, licht volck, 11;
- rust dapper in Vlaenderen, 21;
- last den almirante tot pays, 22, 55, 229, 232, 240;
- bewillicht sijn relaxatie, 25;
- verliest volck, 27;
- in jalousie met sijne staten op de penningen, 34;
- sijn saken in confusie, 39;
- verwacht volck ende gelt uyt Spangien, 40, 42, 74;
- betaelt gemutineerden, 43;
- sijn gevangenen gelost, 44 tot 49;
- beleit op Mets, gedeputeerden tot Vervin, 51;
- naer Brugge om de mutinatie van lsabelle, 65, 67;
- benaut van gelde, wacht volck uit Italien, 63;
- gaet naer Oistende, 83;
- petitie van Vlaenderen, 89, 125, 138, 145;
- crijcht volck uyt Italien, 94, 104;
- claecht van tbeleg van Oistende, 107;
- sendt Solre naer Cales bij den coning, 146, 148;
- geseit te commen tot ontset vanden Bosch, 209, 210, 212;
- wilt naer den Rijn, 223, 228;
- dreicht de pretenderende fursten van Cleef, 223;
- doet in Engelant van pays handelen, 7, 40, 224;
- opent de licenten, 230;
[pagina 253]
[p. 253]
- misleit in tracteren van Oistende, 233 tot 240;
- logement ende bagagie brant, 202.
Staten Generael 
- wapenen tegen den Ertshertoge, senden vloote in zee, ende om Zeelant ende Vrieslant te appaiseren, stellen ordre op geschut ende anders, 8;
- oirsaecke van beroerte, 9;
- antwoorden den almirante, 10;
- houden aen in Vranckrijck om gelt, 11, 12, 42;
- congratuleren thuwelijk van Vranckrijck bij brieven, doen tot Groningen magistraet maecken, 12;
- accorderen metten almirante, 17, 18, 25;
- senden tegen de Spaense vloote, 20;
- monsteren volck, 21;
- hun lant verlicht, 22;
- antwoorden op de versoucken van Meurs ende Cleef, 24;
- becommert met Wesel, doen crijsvolck verstercken, 25, 39, 232;
- het doen van Essex heur staet bedenckelijck, 32, 34;
- item thuwelijck van Sibilla van Cleef, 35;
- tegen haer gelt, volck en galeijen in Spangien, 40, 42;
- ordre totte relaxatie vande gevangenen vanden almirante, 44 tot 49;
- doen hem op thuys te Persijn brengen, verclaeren haer intentie, 52, 53;
- willen naer Berck, crijgen nieu Engelsen, 60;
- pousseren consenten, 60, 203;
- crijgen gelt uyt Vranckrijck, 61, 87, 156, 160;
- stijven de gemutineerden van Isabelle, 62;
- handelinge tot Vervins 73;
- hun viant wacht volck, gelt ende galeijen, 74;
- senden Fr. Doublet in Engelant om volck, 94, 100, 101;
- Vere naer Oistende, 89, 91, 95, 96;
- ende geschut, 116;
- versuymen den dijck daer, 112, 120, 124, 126;
- lasten meer volck derwerts, 127;
- ontbieden Excie naer den Haege, 128, 129;
- maken een reeckencamer, 131;
- delibereren op Oisteinde, 134, 136, 137, 138;
- defecten van heur consenten, 141;
- verliesen oirlochschip, 146;
- tracteren den hertoge van Holsteyn, 145;
- crijgen wonderlijcke openingen uyt Vranckrijck ende Engelant, 149;
- versuymen schoine occasien, 152, 157;
- resolveren op de openingen, 155;
- veel provincien willich wat te doen, 156;
- willen echter eerst naer Zeelant gaen, 160;
- met Zeelant in communicatie, 163, 165;
- nemen diversie voor, 164, 165;
- geven agenten last op de voorsz. openinge, 170;
- delibereren op de defensie van buyssen, 171;
- resolveren Shartogenbosch aen te tasten, 172;
- maken blijschap over de geboorte vanden dolphijn, gaen uyt Zeelant, 173;
- versocht totten doop van des palsgraefs soin, 174;
- senden derwerts, 175, 222, 228;
- hoiren petitie vanden raet, 146 et seqq.;
- vereeren franschen ambassadeur, 185;
- willen bootsvolck voor den Bosch gebruycken, 207, 211;
- hun versuym in tbeleg vanden Bosch, 215;
- van Aerssen gedissuadeert in Vranckrijck te senden, 220;
[pagina 254]
[p. 254]
- becommert met Oistende, 240, 243;
- senden volck derwerts, 243.
Vrieslant 
- staten daer verdraagen, op middelen, betaelen restanten, 8;
- saken en differenten geaccordeert, 42;
- claegen te seer belast te sijn met crijsvolck, 222.
Groningen 
- ende Omlanden betaelen veel, 8;
- claegen over executie, gedeputeerden, verquistinge, 12, 13;
- Junius scheit, 22;
- bedenckelijck voor de generaliteit, 42;
- maken scharpe ordonnantie op de religie, trouwen, doopen, 158.
Sweden, oorloch tegen den Pool ende offensie der cancelaers aldaer, 9.
Vriest- 9, 10, 22, 199, 202, 203, 205, 206;
- verlet voor den Bosch, 207, 210, 211, 212, 214, 215, 216, 218, 219, 220, 222, 224, 230, 231.
Brog 
- lieutenant colonnel, 9;
- swaerlijck gequetst, 153.
Marckgraefe van Ansbach begeert almirante verclaeringe op den intocht van Cleef, 9.
Almirante van Arragon 
- dringt op conclusie van syn relaxatie, 10;
- accordeert, 17, 18, 19, 25, 26;
- gelast totten pays, 22, 55;
- begint gevangenen los te maken, 40, 43, 44, 45;
- wisselen, 45 tot 49;
- op Parsijn, disputeert conditien, Staten antwoorden, 52, 53;
- Excie begroet hem, 62;
- concludeert quartier, 63;
- wilt niet weder naer Woerden, 79;
- suspect, verleit, 85, 86, 87;
- spreeckt van pays, 92, 151;
- caresseert Brederode, Oldenbarnevelt, 145;
- versouckt ende crijght commissaris naer Spangien, 223;
- Hollant voordelijck in sijn regard, 226;
- opent last totten pays aen Aerssen, 229;
- aen Oldenbarnevelt ende Aerssen, 232;
- den Staten Generael, 240, 241.
Franchois Provin geexecuteert om verraderie, 10.
Geertruydenberch, verraderie daer, 10.
Nicolaes Pijl sterft, 10.
Exccie 
- aenvaert de regieringe van tsterfhuys van sijn vader, 10;
- sent tegen de Spaense vloot, 20;
- wilt questie van Meurs niet submitteren, 24, 25;
- doet Cracou innemen, 27, 28;
- heeft een aenslach, 49;
- wilt naer tleger, 62;
- doet quartier handelen, 63;
- doet bancquet, Zeelant claecht heur noot, geadverteert vanden viant, haest sijn tocht, 64;
- wilt Meurs hebben, 65, 69, 71, 118;
- versocht tlant van Cleef te verschoinen, naer Berck, 66;
- daervoor, 67 et seqq.;
- eischt contributie vande dorpen van Zutphen ende Overijssel, 75;
- besouckt de palsgravinne, 85;
- crijgt brieven vanden Hertoch van Lorreinen ende furstinne van Cleef, 94;
- wilt dijck tot Oisteinde deurgesneden hebben, 102, 105, 112;
[pagina 255]
[p. 255]
- sent naer Meurs, 120;
- gaet selfs, 121, 122;
- naer Wachtendonck, 124;
- Cracou ende Meurs, 126;
- heer aldaer, 127;
- nae den Haege ontboden, crijght een keten van Brandenburch, 128;
- gelast leger te breecken, 129;
- naer den Haege, 131, 132;
- delibereert op Oisteinde, 133;
- wilt naer Zeelant, 138, 141;
- sent naer Oisteinde, 141;
- naer Zeelant, 143, 144, 145;
- comt daer, 146;
- Hohenloe bij hem, 158;
- Sidnisky mede, 159;
- scrijft aende Staten om in Zeelant te commen, 160;
- ontbiet Gr. Ernst, 164;
- Oistende claegen hem, 165;
- aenslach op de galeijen voor Sluys, 166;
- wilt garnisoen tot Oistende veranderen, naer Weert ende den Bosch, 172, 173;
- naer tleger, 174, 175, 176, 179;
- tot peter vanden palsgraef versocht, 174;
- naer Weert, 179, 180;
- in bedencken, bescrijft officiers vande kompagnien, 181;
- scrijft aen Weert, 182;
- antwoort, 183, 184;
- delibereert op Weert, 183;
- comt voor den Bosch, 186 et seqq.;
- gedeputeerden bij hem, 196;
- verlaet Boxtel, 199;
- becommert om t’renfort in den Bosch gecommen, 203;
- ende in tbeleg, 208 et seqq.;
- breeckt op, 214, 215, 225;
- over t’ijs, 216;
- tot Gorinchem, stelt ordre tegen inval, 217, 218, 220;
- naer Hollant, 222;
- doet compagnien verstercken, 232.
Don Sebastiaen 
- tot Venetien geseit, los, wilt naer Nederlant, 10;
- ende Vranckrijck, 12;
- weder gevangen, 51;
- aende Spangiaerden gelevert, 63, 88.
St Catrina 
- bij Geneven aende Francoisen overgelevert, 11;
- demolitie, 12;
- springt, 17, 21;
- Savoyen daerom gestoort, 39.
Geneven 
- verlicht, 11;
- in den pays, 17, 21.
Aerssen ambassadeur, crijcht subsidie, 12.
Heere van Oldenbarnevelt 
- hart tegen Groningen, 13;
- wilt niet naer Zeelant, 137;
- gecarresseert vanden Almirante, 145, 226;
- in Zeelant, 163;
- aenhoirt aenbiedinge vanden pays, 232.
Virgilio Ursino in Engelant, 14.
Buyt ter zee gemaeckt geseit, 14, 21.
Duynkerckers 
- nemen schepen ende commen inne, 14;
- schuyten voor Schevelinge, 43, 44;
- wacht daertegen, 44;
- eenige gevangen ende gehangen, 91;
- heur wreetheyt aende vischers, 171, 218;
- weder gevangen ende gehangen, 193, 210.
Heer van Wackene 
- in Spangien, 14, 40;
- in zee, 119.
Crapoel, huys ingenomen, 14.
Caddé, ritmeester neemt Crapoel, 14.
[pagina 256]
[p. 256]
Gr. Hendrick vanden Berchs ruyteren naergejaecht, 15.
Oistende 
- ordre op de fortificatie ende geschut derwerts, 15;
- vrese daervoor, 22, 40, 43;
- voorsien, 41, 44;
- viant wilt beleghen, 83;
- scrijven aen Isabelle, 85;
- ertshertoge versoeckt consent van Vlaenderen ende derwerts, ende ordre daertegen, 89;
- belegert, 90, 95, 101;
- volck derwerts, 91, 93, 95, 96, 97;
- beschoten, 94;
- starcken uytval, 96;
- wert geseit vercoft, 97;
- Vere daer met volck, 98;
- legert buyten, 101, 106, 111;
- versuymen dijck door te snijden, 102, 105, 112, 120, 124, 126, 134, 135, 140;
- noch Engelsen daer, 105, 106, 111, 132;
- willen uytvallen over de geule, 105;
- infante in tleger, 106;
- saiseren een hoochte, 107;
- verliesen die, 108;
- vallen uyt, maken halve maen, desordre in de vivres, sonder predicanten, 110;
- geschut ende schieten daer, 111, 113;
- gr. van St Paul daer, veel gequetst, Augustin Mexia generael, nieu gat, 113;
- geschut derwerts, 116;
- is tamelijck, 119, 121;
- predicanten daer, 125;
- beginnen den dijck te esplaneren, 126;
- Staten willen noch volck derwerts, 127;
- Engelsen daer, 129, 132;
- viant werckt ende schiet veel, Vere gequetst, 129;
- wercken spoelen, 130;
- bedencken daerop, 131;
- naerderen in den dijck, lasten deur te steecken, Vere vertreckt, 133;
- delibereren ende voor raet daerop, 134, 135, 137;
- steecken den dijck door, 136, 137, 140, 142;
- versoucken assistentie, 137, 138;
- vallen uyt, 137;
- Chastillon daer, 137, 138;
- doot, 153;
- senden volck terug, 138;
- halve maene verlaten, 141, 143;
- viant werckt daerin, 143;
- schieten seer, 144, 145, 148, 160, 161, 173;
- nieu geule diep, 144, 146, 148, 151, 185;
- een gat om schepen te bergen, veel schepen daer, 144, 156;
- viant werckt seer, stopt creecken, 148, 155, 161;
- vremde openingen uyt Vranckrijck ende Engelant, 149;
- wercken, 150, 152, 155;
- Staten versuymich, 152;
- ordre daer op fortificatie, magasinen, 154;
- veel schepen, 155, 166;
- wercken opden polder, Holstein ende Hohenloe daer, 156;
- magasin gemaekt, Sidnisky vertreckt, 157;
- werck over de oostgeule beraemt, 158;
- wercken, 160, 186;
- Vere weder daer, 160;
- uytval, 160, 189;
- wercken aende catteye, 160, 161;
- Gr. van Noorthumberlant daer, batterie tegen den polder, wert weerloos, 161;
- dringen op een diversie, overloper, 162;
- vrese voor hooch water, 163, 184;
- geschut verlopen, 163;
- schade vanden storm, 164;
- senden om rijs ende hulp, 165;
- schepen uyt, 166, 167;
- inne, 171, 173;
- uytval, 167;
- sieckten groeijen, 169;
- een cagerschuyt genomen, 170;
- approchen, halve mane over de oostgeule begonnen, 171, 173;
[pagina 257]
[p. 257]
- alarm, 173;
- arbeiden om tijdinge, 187, 218;
- eenige vande beleggers vertrecken, 187;
- viants vlot wech, hun wercken seer ontstelt, 188;
- verraet versmoort, 189, 193;
- ontbieden volck, 191, 195;
- groot gebreck, 193, 195;
- groot versuym, 195, 200;
- voorraet derwerts, 196;
- schieten op de oude stadt, 196, 211, 216;
- schepen met bier, vivres ende amunitie daer, 197, 198, 206, 215;
- geule benaut, 206, 220;
- contre batterie, 221;
- aenval op twest carré, 221;
- gespreck metten viant, 222;
- seer groote desordre in stadt, 224, 227, 228;
- viant schiet veel, 219, 226, 233;
- wilt geule toesincken, 227;
- valt in de oude stadt, 227, 231;
- beginnen van binnen te wercken, 232;
- verlaten buytenwercken, 233, 235;
- parlament aldaer, 233;
- met vreemt bedencken, 234 tot 236;
- besetten buytenwercken weder, 237;
- bedencken hierop, 238, 239;
- parlament gebroocken, crijgen ontset, 237;
- alles stille, dit beleg costelijck, 244.
Raet van State 
- scrijft aende Cleeffschen om hun lant te bewaeren, 15;
- scrijft tegen de proceduren van Cuelen, 43;
- contributie over de dorpen van Zutphen ende Overijssel, 75;
- verthoinen defecten vande consenten, 141;
- vcrsoucken noch consenten, 144;
- scrijven naer Cleeff ende Cuelen om den Rijn te veiligen, 148;
- delibereren op Oistende, 160;
- ordre op de vivres daer, 161;
- doet petitie; 176 et seqq.;
- doet de compagnien verstercken, 232.
Brevoort, verraet aldaer, 17.
Don Ferdinando de Menesees, gouverneur van St. Thomé los, 18, 46.
Luys del Villar, colonnel, los, 18, 47.
Heere van la Noue verlaet sijn regement, 20.
Heere van Chastillon 
- colonnel, 21;
- doet wel, gequetst, 76;
- naer Oistende, 128, 129, 137;
- dootgeschooten, 153.
Heer Justyn van Nassau 
- almirael, in zee tegen de Spaense vlote, 20, 21;
- verlaet sijn staet, 51, 226.
Hertog van Nieuburchs soin 
- in den Haege, 21;
- getracteert, crijght last van Meurs, 24.
Zeelant 
- heur almiraliteyt gesubsidieert, 21;
- bedenckelijck voor de generaliteyt, 42;
- claecht heftich over onvermogen, 62, 64, 132.
Staten 
- delibereren, 134;
- negligent int veiligen vande zeeën, 143;
- heur handeling opt incommende convoy, 153, 160;
- handelen mette Staten, 163;
- sonder vrucht, 165;
- maecken een almirael, 226, 240.
Vlaenderen 
- prepareert ten oirloge, 22;
- wacht op de custen daer, 44.
[pagina 258]
[p. 258]
Londen, Nederlantse coopluyden daer geschat, 22.
Meurs 
- Vorst van Cleeff wilt die questie submitteren, 24;
- Cracou ingenomen, 28;
- furst wilt daeraf handelen, 65, 69, 71;
- Solms daer, 72;
- presenteren hem de meublen, 76, 77;
- handelen vande plaetse, 87;
- Excie wiltet rontuyt hebben, 118 tot 121;
- crijgt, 122;
- provisie daer, 123;
- ordre, 124;
- geschut, 125, 126;
- Excie daer gehult, 126, 127;
- wercken daer, 128;
- volck, 130;
- gedreicht vanden ertshertoge, 223.
Cleef 
- furst claecht van foulen, wilt Meurs submitteren, 24;
- Sibilla trout Burgau, 35;
- willen van Meurs handelen, 65, 69, 71;
- weigeren meublen van Meurs, 72;
- consenteren, 76, 77;
- gelast op sijn stede toe te sien, 79;
- geporret tot Meurs, 118, 119;
- furst furieus, 222, 223;
- ertshertoge scrijven, 223.
Wesel 
- vrese aldaer, 25;
- weigeren Staten gelt te leenen, 90.
Lord Gray 
- gevangen, 26;
- gelast tegen Essex, 31.
Gr. van Southampton 
- in querelle met Gray, 26;
- met Essex, 30;
- gevangen, 32;
- gescholden bij placaet, 33;
- verwesen ter doot, 35;
- souckt genade, 36;
- opgehouden, 37, 52;
- spreeckt met Essex, 38.
Cracou 
- huys ingenomen, 26, 27, 28;
- versien, 35, 123, 126;
- Excie daer, 126.
Salentijn 
- Gr. van Isenburch wilt Excie onthouden Cracou, 26;
- verliestet, 28.
Clout 
- ritmeester naer Cracou, geslaegen, slaet viant, 27;
- neemt Cracou, 28;
- gouverneur tot Meurs, 129.
Dulcken, gouverneur van Stralen gevangen, 28.
Golsteyn, capiteyn, gevangen, 28.
Cuelen 
- vreemde proceduren daer, nopende de evangelische getrouden, 28, 29;
- daerom aengescreven vanden raet van State, 43;
- senden in den leger, 78;
- handelen met Solms, 175.
Gr. van Essex 
- verloop ende ruine, 29 tot 32;
- gevangen met meer anderen, 32;
- bij placcaet verdacht, 33;
- gecondemneert, 35;
- geexecuteert, 37, 52;
- spreeckt eerst Southampton, 38;
- sijn complicen vervolcht, 61.
Gr. van Rutlant 
- met Essex, 30;
- gevangen, 32;
- gescholden bij placaet, 33;
- vergeven, 52.
Lord Cromwel 
- met Essex, 30;
- los, 52.
Lord Sandois 
- met Essex, 30;
- los, 52.
Lord Montegel 
- met Essex, 30;
- los, 52.
Sidnei, gouverneur van Vlissingen, tegen Essex, 31.
Christoffel Blundt 
- met Essex, 29;
- gevangen, 32;
- geexecuteert, 38, 52.
Jhon Davis, ridder 
- met Essex, 29;
- gevangen, 32;
- geexecuteert, 38.
[pagina 259]
[p. 259]
Gr. van Betfort gevangen, 32.
Lord Ritche 
- gevangen, 32;
- rechter over Essex, 35.
Brabant, Staten daer in jalousie metten hertoge, 34.
Hollant 
- Staten vergadert op middelen, consenteren ruytergelt, 34, 42, 49, 54;
- groote droochte in tlant, 54;
- consenteert incommend convoy, maecken almirael, stellen ordre op wapenen vande schepen, 55;
- weder vergadert op middelen, op Oistende ende anders, 143;
- hoiren petitie vanden raet van state, ende heur advocaet wilt noch veel meer, 144;
- hun staten resolveren animeuselijck, 152;
- pogen Zeelant tottet convoy te brengen, 153, 161;
- hebben geen cruyt, 164;
- vergaderen weder, 175;
- willen volck ende sleden naer tleger senden, 211;
- vergaderen op de consenten, 213.
Marckgraef van Burgau trout Sibilla van Cleef, 35.
Gr. van Northumberlant 
- naer Engelant, 35;
- in tleger, 82, 83;
- tot Oistende, 161;
- daer uyt, 166.
Charles Parcy gevangen, 32, 35.
Joos Parcy, ridder, gevangen, 32, 35.
Thomas Lee gequartiert, 36.
Milaidi Riche, Essex suster, gevangen, 37.
Heer van Cruningen uyt Oistende ontboden, 40.
Vander Noot 
- colonnel, naer Oistende, 41;
- blijft daer gouverneur, 133;
- uytgesonden, 200, 205.
Gemutineerden van Diest 
- gecontenteert, met die van Weert gerekent, 43;
- tot Isabelle, 60, 63, 67;
- tot Deinsen, 67;
- te Lier, voor Antwerpen, 79;
- om Berck te ontsetten, 118.
Emden 
- weder misverstant daer, 43, 119;
- seer groot, 149.
Duytsen 
- geinterpelleert tegen de proceduren van Cuelen, 43;
- willen den Rijnstroom vrij hebben, 63;
- versocht tot secours vande Nederlanden, 228.
Gr. van Hohenloe 
- in den Haege, 44;
- belast in tlant te blijven, 60;
- geeft banquet, 65;
- in den Haege, 143;
- in banquet ende woorden met Solms, 145;
- sieckelijck, 146;
- naer Zeelant, 152;
- tot Oistende, in woorden met Horatio Vere, vertreckt, 156;
- bij Sijn Excie, 158.
Heere van Auxy dochters tot Lillo, 50.
Italien, potentaten daer in bedencken, 50.
Vlissingen, verraet aldaer, 50.
Jaques Vierendeel geexecuteert om correspondentie metten viant, 51.
Don Emanuel 
- wilt naer Don Sebastiaen, 51;
- wederom, 88.
[pagina 260]
[p. 260]
Mets, aenslach daer, 51.
Gr. Lodwich 
- wilt hijlijcken, 54;
- haelt sijn bruyt, convoy tot Wachtendonck, 61;
- bruloftfeest, 63, 64;
- gaet naer Wachtendonck, 98;
- comt naer tleger, 181.
Rijnberck 
- gedreicht, 54, 60;
- leger derwerts, 65, 66, 67;
- daer voor, 67;
- sterckte van dien ende wercken, 68, 69;
- quartieren, hutten, 68;
- batterie, schieten, schermutseren, wercken, 69;
- sincken schepen, ponten voorbij, 70;
- peerden genomen, Gr. Hendrick in gevaer, uytval op de weert, 71, 73;
- een over, 72;
- de weert verlaten, wercken ende approchen begonnen, 74;
- schepen voorbij, water hooch, approchen, redouten, 75;
- uytval, 76, 80, 82;
- rumoer van ontset, 77, 79, 80, 81, 83, 91, 101, 104, 106, 108, 109, 115, 116, 117, 118;
- twee swemmers gevangen, 77, 82;
- gebreck, gouverneur gequetst, 77;
- gedeputeerden van Reckelichausen ende vanden biscop van Cuelen in tleger, 78, 79;
- swemmers gehangen, 78;
- approchen, 79;
- een gevangen, 80;
- approchen, uytval, 81, 82, 84;
- schaersheit van gelt in tleger, 83, 84;
- een vrou uyte stadt, 84;
- gedeputeerden vertrecken, 84;
- demonteren geschut, vallen uyt, 88, 89, 91;
- gelt comt, 89, 91;
- cesseren van nacht wercken, 90;
- sappe begonnen, 90, 91, 92, 93;
- volck uytet leger naer Oistende, 91, 96;
- casseren treckpeerden, 92;
- signael, 92, 93;
- commen in den courrador, mineren, 93;
- aende hant, 94;
- een overloper vande stadt seit van hun staet, 96;
- sapperen, brant, een over, 97;
- volck daer, 98;
- mine springt, aenval, 98, 99;
- diversen doot, 100;
- volck in tleger, 101;
- mineren voorts, 102;
- alarm, stuck van t’retranchement verlaten, gaelderie bestedet, 103;
- een uyter stadt over, vieren, gaelderien, geschut, 104;
- vieren, verlaten halve maen, 105;
- gaelderie aen, gesommeert, vieren, sappe, mine, palissaderen, vieren, 106;
- retrancheren weert, sapperen, minen voltrocken, schaersheit van gelde, uytval, vieren, mineren noch, 107;
- batterie, verlaten courrador ten noorden, vieren, volck in tleger, 108;
- mine springt, volck in tleger, gaelderien, redouten, 109;
- gaelderien, vieren, 110;
- gesommeert, 110, 111, 112 tot 115;
- volck in tleger, gaelderien, minen, 111;
- accorderen, 115;
- doden, trecken uyt, 116;
- tot Gelder, gelt in tleger, 118;
- de stadt voorsien, 120, 123, 125;
- gedeputeerden vertrecken, 124;
- wercken slappelijck, 128;
- beset, 129;
- leger breeckt, 131;
- werck op de weert in defensie, 145;
- gedreicht vanden ertshertoge, 223.
Wachtendonck 
- gefortificeert, voorsien van volck, 54, 61;
[pagina 261]
[p. 261]
- een aenslach daer, 97;
- Gr. Lodwich licht volck, 98;
- provisie ende volck daer, 123, 124, 130.
Gorinchem 
- rumoer ende beroerte daer, 54;
- ordre daertegen, 60.
Heere van Opdam, lieut. almirael, 55.
Fr. Vere 
- generael, naer Engelant, 60;
- weerom, radende tot inval in Vlaenderen, 75;
- versocht naer Oistende te gaen, 89;
- Engelsen volgen, 91, 95;
- hij difficulteert, gaet met gelt, 96;
- reste vande Engelsen volgen, 96, 97;
- comt t’Oistende met volck, 98;
- logeert in de polder, 101, 106, 111;
- belet het deursteecken vanden dijck, 102, 105, 112, 126;
- crijcht meer Engelsen, 105, 111;
- scrijft van goede moet, 106;
- saiseert een hoochte, 107;
- verliest se, 109;
- doet uytval, 110;
- ontbiet meer geschuts, ende oick volck uyt Engelant, 112;
- ontreckt oick Sijn Excie tvolck, 127;
- gequetst, 129;
- begeert diversie, 130, 132;
- is cranck, 132;
- consenteert deursteecken vanden dijck, vertreckt, 133;
- senden aen hem, 136;
- keert naer Oistende, 160;
- begeert hulpe ende diversie, 165;
- wilt sijn garnisoen niet laten veranderen, swaermoedich op de stadt, 172;
- versmoort verraet, 189;
- wilt nu meer volck hebben, 191, 200, 204, 221, 238;
- sendt vander Noot uyt, 200, 239;
- versuym daer, 200, 239;
- doet bedenckelijck parlament houden, 222, 239;
- sijn quade ordre, 224, 227, 228;
- ende slappe wachten, 231;
- verandert wacht, verlaet buytenwercken, 233, 235;
- parlamenteert weder, 233;
- met seer vreemt bedencken, 234 tot 236;
- beset weder de buytenwercken, 237;
- bedencken op sijn beleit, 237 tot 239;
- crijcht volck ende schepen, 237;
- sijn excuse aende Staten, 243;
- ontbiet volck ende rijs, 244.
Hulst, gedreicht, 60, 129.
Isabelle 
- schantse mutineert, 60, 62, 63, 67;
- scrijft t’Oistende, 83;
- crijgen antwoort, 85.
Sir Herry Nevel in Engelant gevangen, 61.
Jr. Carel van Wingaerden, colonnel, generael vande artelerie, 62.
Graef van Solms 
- vertreckt, 62;
- geeft bancquet, 64;
- commandement, 68;
- versuymt, 69;
- naer Meurs om de meublen, 72, 77;
- in woorden met Hohenloe, 145;
- jalours, 169;
- sijn different met Rekelichausen, 175;
- ontstelt voor Weert, 183.
Sgravenweert, rendevous daer, 62.
Quartier voor tcrijsvolck gehandelt, 63.
Gr. Willem 
- comt naer tleger, 64, 66;
- in den Haege, in deliberatie, 133, 137;
- naer Zeelant, 143;
- in tleger, 181, 182;
[pagina 262]
[p. 262]
- versuymt, 198, 202, 205, 208;
- ontraet de continuatie van tbeleg van den Bosch, 208, 210;
- naer Vrieslant, 229.
Gr. Johan van Nassau 
- naer tleger, 64;
- tot Arnhem, 66;
- bij Oistende, 154;
- vertreckt, 157.
Legertocht 
- naer Berck, 64, 65;
- sterckte, 65;
- comt daer, 67, 68 et seqq;
- monsteren, 129;
- breecken, 131;
- naer Weert, 179, 180;
- voor den Bosch, 186 et seqq.;
- breeckt, 214, 225.
Alpen 
- weigert volck in te nemen, 69;
- Excie daer, 85, 129.
Langvelt, capiteyn, sterft, 70.
Floris van Wingaerden, capiteyn, sterft, 70.
Graef Hendrick van Nassau 
- in pericule, 71;
- naer de Pals, 174, 222, 228;
- keert wederom, 244.
Jr. Casijn van Hel, sterft, 72.
Capiteyn Pacqué, gequetst, 72.
Vervijns, handelingen aldaer, 73.
Pays handelingen, 22, 55, 73, 74, 92, 151, 229, 232, 240, 241.
La Barre doot, 76.
Rocques, capiteyn, gequetst, gevangen, verlost, 80.
Huseman, capiteyn, gequetst, gevangen, verlost, 80.
La Case gevangen, 80.
Dommarville, overste lieutenant, 
- verstuyckt sijn been, 80;
- veynst hem gequetst, 100.
Nievelt, capiteyn, sijn soldaten geslaegen, 85.
Huchtenbrouck 
- colonnel, t’Oistende, 89, 95;
- valt uyt, 96, 126;
- in gevaer, 153;
- commandeert het geschut, doot, 161.
Cambie, doot, 89.
Heer van Warmont 
- almirael van Hollant, gaet naer Zeelant, 91;
- in zee, 131;
- ontfangt gelt uyt Vranckrijck, 156;
- brengt in Hollant, 160.
Lord Drury in tleger, 94.
Graef van Hanau 
- in tleger, 95;
- vertreckt, 104.
Sluys 
- galeijen daer uyt, 95, 97;
- item tegen, 130;
- ingehouden, 153;
- aenslach daerop, 166, 169, 170;
- failleert, 171;
- weder uyt, 171.
Graef Ernst van Nassau 
- gequetst, 98;
- blijft tot Berck, 129;
- opontboden, 164;
- in den Haege, 166;
- naer Zeelant, 169;
- in tleger, 182, 185.
Nijs, capiteyn, 
- doot, 100;
- begraven, 101.
Foulgous, capiteyn, 
- doot, 100;
- begraven, 101.
Bodenhausen, capiteyn, 
- doot, 100;
- opgehouden, 101;
- begraven, 123.
Jonas Durant, capiteyn, 
- gequetst, 100;
- sterft, begraven, 101.
[pagina 263]
[p. 263]
Gabriel de Nouvelle, capiteyn, 
- gequetst, 100;
- doot, 187.
Crimnits, capiteyn, gequetst, 100.
Lieutenant van Chastillon gequetst, 100.
Marquette, jongste soin geschoten, 101.
Heer van Bethune, capiteyn, 103.
Andries de Roy 
- ingenieur, capiteyn, 103, 126;
- gequetst, 109;
- naer Oistende, 146;
- daer binnen, 154, 158.
Arskijn, capiteyn, 103.
Seridos, gedesigneert capiteyn, 103.
Oistindische schepen 
- vechten voor Spangien, 105;
- Olivier wederom, 138;
- rijcke vloote, 151, 244.
Harrincourt, capiteyn, 105.
Don Jeronimo de Monroy doot, 109.
Don Diego d’Idiacques doot, vol pardonnen, 110.
Graef van Sint Paul voor Oistende, gaet weder wech, 113.
Don Augustijn du Mexia, generael, voor Oistende, 113.
Heere van Sancy, soine in tleger, 117.
Woerden, Lutrianen aldaer, 118.
Brandenborch 
- administrator van Strasborg in tleger, 117;
- naer Hollant, 120.
Sidnisky 
- commandeert tleger, 122;
- naer Zeelant, 141;
- noch daer, 146;
- binnen Oistende, 154;
- vertreckt, 157;
- bij Sijn Excie, 159;
- naer Hollant, 162.
Venloe, viant daer, 125.
Grave 
- viant derwerts, 126;
- senden volck in den Bosch, 192.
Johan Nemery, capiteyn, doot, 124.
Hertoge van Braunswick sterft, 128.
Furst van Brandenburch sendt aen Sijn Excie een keten, 128.
Biddach, 128.
Reeckencamer vande generaliteit geinstitueert, 131.
Olivier van Noort wederom, sijn vojage om de werelt, 138, 139.
Liere 
- aenslach daer, 140, 142;
- failleert, 147, 148.
Ulrich 
- hertoge van Holsteyn, broeder van Denemarck, in den Haege verwacht, 142;
- comter, 143;
- gebancquetteert metten almirante, 145;
- naer Sijn Excie, 146;
- tot Oisteinde, 156;
- weder uyt, 156;
- naer Hollant, 158.
Tijmpel 
- beleit aenslach op Liere, 140, 144, 147;
- failleert, 147, 148;
- aenslach op de galeijen, 166, 167, 169, 170;
- failleert, 171.
Holcraft, capiteyn, doot, 144.
Capiteyn Martin doot, 145.
[pagina 264]
[p. 264]
Franchois Carpentier, capiteyn, 145.
Pancras van Castricom naer Emden, 150.
Catrieu, colonnel gequetst, 150, 152.
Barnard Plonchart, capiteyn, 153.
Wijghans 
- commis naer Oistende om t’magasijn te fourneren, 154;
- vertreckt, 157;
- naer de Staten, 160;
- in den Haege, 161.
Caron 
- in den Haege opent wat vreemts, 149;
- sijn antwoort, 155.
Horatio Vere 
- colonnel naer Oistende, 91;
- in woorden met Hohenloe, 156;
- gequetst, 167.
Utrecht is willich voor Oistende wat te doen, 156.
Gelderlant is willich als boven, 156.
Overijssel is willich als boven, 156.
Palsgraef 
- crijcht noch een soine, 160;
- versouckt Staten ende Excie tot peters, 174;
- die gaen derwerts, 175, 197, 222, 228.
Casant, een inval daer, 161.
Calistenes Brouck brengt volck uyt Engelant, 161.
Pomarede, capiteyn, doot, 162.
Irlandt 
- inval vande Spangiaerden daer, geven placcaet daer uyt, 167;
- Engelse staten consent daertegen, 217;
- Engelsen nemen in de haven van Kinsale ende belegeren de stadt, 222, 230;
- meer Spangiaerden daer, 225;
- Teron derwerts, viceroy starck, 242.
’s Hartogenbosch 
- gedreicht te belegeren, 172 tot 174;
- gaen derwerts, 184, 185;
- beleg daer vooren, 186;
- wercken buyten, schieten seer, 186, 189, 190;
- schieten noch, maecken ordonnancien in de stadt, 186, 187, 198, 202;
- approchen 187, 188, 190, 191, 194, 202;
- tijdinge van secours voor de stadt, 187, 190, 193, 194, 198, 199, 202;
- weeren water af, 188, 194;
- Petler beschantst, 188, 190;
- batterien, 188, 189, 192, 196;
- Grobbendonck gequetst, 188, 211;
- geschut geplant, 188, 189, 191;
- belet van tweeder, 189;
- Deuteren beset ende t’Reut, 189, 191, 192;
- wercken binnen, 190, 194;
- te Baseldonc, 190;
- batterien, 191, 193, 194, 196, 199, 207;
- stadt sendt om crijsvolck, 192, 194;
- crijcht die, 192, 202, 204, 216;
- schieten, beleggers derven den aenval niet doen, besluyten de stadt naerder, 193;
- brant in stadt, 194;
- onwillicheyt onder de beleggers, 194, 196, 199;
- schieten uyt, 194, 196, 202;
- breecken brugge af, 194, 198;
- wercken binnen, willen meer volcx in hebben, 194;
- Orten beset, Rosmalen beset, Eickendonck beset, Cauwater beset, 195;
- versuym aen Hintemmereinde, 197, 198, 199, 203;
- Engelen beset, 187;
[pagina 265]
[p. 265]
- swaericheyt in tbeleg, 197, 199, 204, 205, 206, 208, 209;
- sappe qualijck voort, 196, 197, 199, 202, 204, 205, 206, 208;
- een canonier loopt in stadt over, 198;
- beleggers doen bruggen op de aencomtste breecken, 199;
- uytval, 199, 204, 205, 209, 212;
- signael, 200;
- gaelderie beraemt, 200, 202, 204, 205, 208;
- vriest seer, 199, 202, 203, 205, 206, 207, 210, 211, 212, 214;
- brant in de quartieren, 199, 202, 205, 206, 207, 211, 214;
- snijden den dijck deur, 204;
- capiteinen in stadt gecommen, 204, 206;
- fauten in de gaelderie, 204, 205, 208, 210;
- aenval beraemt, 206;
- gedaen, 207;
- capitein Bervoets uyte stadt, Staten resolutie tegen de vorst, 207;
- gelt in tleger, 209;
- de cleine gaelderie, 208, 209, 211;
- resolveren tleger te breecken, 210, 211;
- haelen geschut af, 211, 212;
- mineren echter noch, 211, 212, 214;
- brengen veel amunitie ende bagagie wech, branden veel materialen, 212;
- Bardoul ende capitein More in stadt doot, 213;
- leger breeckt op, 213, 215, 216, 225;
- versuym in dit beleg, 215, 216;
- stadt neemt volck in, 218;
- valt op de boeren, 229.
Weert 
- aenslach daer, 172 tot 176, 179;
- Boxtel over, 180;
- gaen voorts, 181;
- scrijven heur, 182;
- antwoorden, hun ruyteren rijden uyt, delibereren op den aenslach, 183;
- antwoorden naerder, trecken of, 184.
Rosendael, viant brant daer schepen ende rijs, 174.
Gesanten vande Staten naer Duytslant, 174, 222, 228.
Coenraet de Rechtere sterft, 179.
Boxtel 
- over, 180;
- aken daer gelaten, 181;
- weder verlaten, 199.
Eindhoven ingenomen, 182.
Chalandre, capiteyn, gequetst, 190.
Mr. Simon, ingenieur, geschoten, 192.
Graef van Arenberchs wreetheit, 193.
Graef van Egmont 
- in schulden, 200;
- naer Engelant, 206.
Mahu, capiteyn 
- gequetst, 207;
- sijn compagnie vergeven, 226.
Imposten op incommende goederen ende anderen beraemt, 213.
Placcaet tegen de cleine munten, 213, 229.
Graef Frederick vanden Berge 
- van voor Oistende, 187;
- comt mettet leger vanden viant naer den Bosch, 216;
- sendt volck daer in, 218;
- vertreckt, 219;
- voor Oistende, 221.
Johan van Banchem, president, sterft, 216.
Churfurst van Cuelen verseeckert hem van Oistende, 223, 228, 240.
Baronii ontdeckinge, 219.
[pagina 266]
[p. 266]
Tonon, schaedelijck collegie daer, 219.
Otto van Poelgeest, capiteyn, sterft, 222.
Canissa, Cristenen verlopen schandelijck tbeleg aldaer, 225.
Sigismund Battory, weder in Sevenburgen, 225.
Transilvanien, beroerte daer, 225.
Prins van Orangien, naer Spangien gesonden, 226.
Heere van Hautain, almirael van Zeelant, 227, 240.
Walvisch in Hollant, 227.
Colve, capiteyn, doot, 229.
De Rijn overloopt met water, doet grooten inbraeck, 229.
Charles de Herauguier sterft, 232.

Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken