Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het klaverblad. Romancen, legenden, sagen (1848)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het klaverblad. Romancen, legenden, sagen
Afbeelding van Het klaverblad. Romancen, legenden, sagenToon afbeelding van titelpagina van Het klaverblad. Romancen, legenden, sagen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.87 MB)

ebook (3.18 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
legende-mythe-sage


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het klaverblad. Romancen, legenden, sagen

(1848)–Prudens van Duyse–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 211]
[p. 211]

De Keizer en de Rabbijn.

 
‘Rabbijn, sprak tot Jozua keizer Trajaen,
 
Uw God heerscht alleenig, geloofde ik uw waen.
 
Gij leert, dat die God over alles gebiedt,
 
Alom tegenwoordig, ja, d'afgrond doorziet.
 
Wat vordert uw woord toch van mij zoo 'n vertrouwen?
 
Ik wilde, Rabbijn, wel dien meester aenschouwen.’
 
 
 
‘'k Ontfloersde u de waerheid, o Keizer: die Vorst
 
Doorpeilt, als den afgrond, de menschlijke borst.
 
Hij heerscht in uw harte, wat daden het baer';
 
Alom wordt gij hem in zijn werken gewaer.
 
Op de aerde, in de zee, in de hemelsche bogen,
 
Schoon nergens aenschouwbaer met stoffelijke oogen.’
 
 
 
‘Toch zag ik, Rabbijn, zoo volgeerne dien God,
 
Wiens heerlijkheid zoo met al heerlijkheid spot;
 
Die nietwes ten prooi laet aen 't grillig geval;
 
Den vormer, den oppersten Vorst van 't heelal.’
 
‘O Keizer, en stelt ge in mijn woord geen vertrouwen,
 
Beproef zijn gezant op der aerde te aenschouwen.’
 
 
 
De middag ontplooide zijn gouden gewaed,
 
Geen wolkjen omsluierde 't zonnegelaet.
[pagina 212]
[p. 212]
 
‘Naer buiten, naer buiten! riep de oude; welaen!
 
Aenschouw nu zijn beeldtenis, keizer Trajaen.’
 
De Keizer riep, de oogen ter neder geslagen:
 
‘Ze blindt mij; die glansen, wie kan ze verdragen?’
 
 
 
‘O Keizer, gij staet ook de glansen niet door
 
Des werks van zijn handen, maer nacht bij zijn gloor,
 
En wilt, met onmachtig, met scheemrend gezicht
 
Den Schepper aenschouwen, gezeteld in 't licht!
 
Vernoeg u, zijn weêrglans op aerde te vinden:
 
Een strael van zijn heerlijkheid zoude u verslinden!’

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken