Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nazomer (1859)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nazomer
Afbeelding van NazomerToon afbeelding van titelpagina van Nazomer

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.69 MB)

ebook (2.92 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nazomer

(1859)–Prudens van Duyse–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 134]
[p. 134]

De Christus Remunerator.aant.

I.

 
Gij, die in verf en klank vol harmonijen spreekt,
 
Koom, schep me een hemel op der aerde,
 
O dichtkunst, die de waerheid wreekt!
 
Wel leent haer uw gezang geen goddeliker waerde,
 
Doch 't maekt dat zij ons hart verwinnend binnenbreekt.
 
 
 
Mensch, sla uwe oogen op, en stijg het stof te boven!
 
Daer rijst de Christus in zijn needrigheid en pracht.
 
Zij staen ter rechter hand, die in zijn leer gelooven;
 
Ter linker, die zijn woord in hunne ziel verdooven:
 
Licht is het hier, daer is het nacht.
 
 
 
'k Herken den Heiland, als vergelder, opgetreden.
 
Het uer van 't recht ontwaekt, 't geweten vonnist luid.
 
En over allen, die den levenskamp doorstreden,
 
Met onbezoedeld kleed, bij zuchten, zangen, beden,
 
Strekt ge, o Vergelder, de armen uit.

II.

 
Ja, Paulus, kniel aen Jesus voeten:
 
Uw schuldgevoel week voor den moed tot Jesus eer.
 
O Magdalena, kniel!... 't is uit met eindloos boeten:
 
Zijn liefde gaf u de onschuld weêr.
 
 
[pagina 135]
[p. 135]
 
En gij die bidt (gelijk de Christus, neêrgezonken
 
In 't Olivetenhofje', of aen het kruis geklonken),
 
Verhef tot hem den blik, die schreit.
 
Aen zoo veel liefde en leeds hebt gij een traen geschonken:
 
Zie thands hem in zijn heerlikheid!
 
 
 
Een leeraer van de wet toont aen een kind de plaetse
 
Der heilmaer, die verkondt: ‘De liefde is 't hoogst gebod.’
 
't Is, of in 's jongskens ziel een gloed zijn vlam weerkaetse,
 
Die 't in den Christus doopt, en hem, geen zielmelaetsche,
 
Voert in den vaderschoot van God.
 
 
 
Vest de oogen, moeder, op den Christus vol ontfermen!
 
Omvang uw kind met uwen armen!
 
Zijn liefde is als uw liefde, is balsem elker wond.
 
Hij kwam de onmachtigen hier tegen 't juk beschermen.
 
Hij is de steun der wieg, de stijl der huwliksspond.
 
 
 
O zalig jongeling, o zalig milde vrouwen,
 
Die dorstigen gelaefd en naekten hebt gekleed,
 
Gij, vreemd aen 's weerelds lust, en vrij van haer berouwen,
 
Gij, die den Christus in uw heilig werk beleedt,
 
Gij schuddet af alle aerdsche boeien,
 
Die 't harte pijnigen, schoon van fluweel bereid,
 
En voeldet uw gemoed ontgloeien
 
Voor Christus woord: ‘De plicht, God, en de onsterflikheid!’
 
 
 
De Christus is de weg, de waerheid, 't licht en 't leven:
 
Zijn leer verdoolt in geen geheimenissennacht.
 
Zijn bliksems doen tyrannen beven,
 
Zijn stralen koestren de armen zacht.
[pagina 136]
[p. 136]
 
Vrij juich' de slaef, en heff' zijn ijzren boeien
 
Door Jesus afgerukt, dien Heiland in 't verdriet,
 
Zelf rustig sluimerend bij 't aeklig golvenloeien.
 
En gij, o braven, gij, die op zijn voorbeeld ziet,
 
Denkt na, hoe 's menschen zoon, trots alle teedre banden,
 
Tot laetste les, uit liefde, handen
 
En voeten zich aen 't kruis gedwee doornaeglen liet.

III.

 
Waerom mijn vol gemoed aen 't schoonst tafreel onttrokken?...
 
O treurig schouwspel van vertrapten menschenplicht!
 
Droef roept uw nacht mij na het licht.
 
Verzink, tyran, die nog den dolk verheft, aen 't wrokken
 
Op 't Evangelie: 't zal uw ijzren troon verschokken,
 
En leevren u aen 't Godsgericht.
 
 
 
Wat grimt uw soldenier! Wat wil zijn arm u steunen,
 
Nieuw Lucifer, in uw verbrijzeling?
 
Gij deedt uw vorstenrecht op 't opperrecht niet leunen:
 
Uw scepter was een vloek, uw straf is zegening.
 
 
 
En gij, gezonken mensch, die naer den gouden beker
 
Der wellust nog met halfversteven vingren grijpt,
 
Stik in uw vuigen poel, o maetschappijverbreker:
 
Ja, die vergelder is de wreker,
 
Wanneer 't geweten u de veege borst vernijpt.
[pagina 137]
[p. 137]

IV.

 
Maer allen juichen, die, als de eerste christenvaderen,
 
God huldigden in hem, die God verkondde aen de aerd.
 
En, als de vijgeboom, met frisch ontplooiden bladeren,
 
Aen milde vruchten rijk, zich hieven, Christus waerd.
 
 
 
Ik zie die zaligen: de deugd blinkt op hun wezen.
 
Sprak zielverrukking daer in 't halleluiah niet?...
 
Geen spooken meer: ze zijn verzwonden... Het gebied
 
Der nacht bezweek; het licht regeert... Blink, onvolprezen
 
Zielsheiland! Die u mint, is boven 't graf gerezen,
 
En 't christenhart verkeert bij hem in eeuwig lied.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken