Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De spellingsoorlog (1842)

Informatie terzijde

Titelpagina van De spellingsoorlog
Afbeelding van De spellingsoorlogToon afbeelding van titelpagina van De spellingsoorlog

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.69 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
sec - taalkunde

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De spellingsoorlog

(1842)–Prudens van Duyse–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 101]
[p. 101]

XXXI.
De twee Meesters, en de twee Uithangborden.

 
A.
 
Dag, beste Piet; 'k ben bly van u te zien.
 
Wat 's dat?.. van waer zoo bleek?... moet gy misschien
 
Als in 't jaer twintig wederom u biên
 
Tot nieuw exaem, om Meester voort te blyven?
 
B.
 
O dommigheid! o diepëllendig land!
 
A.
 
Miskent men u? verloort ge een goeden klant,
 
Een rykmans kind, met klinkende verstand
 
Bevoordeeld?
 
B.
 
Dierbre vriend, hoe kan het wezen?
 
Dit, met myn eigen oogen zien en lezen!
 
Ja, hun ontsprong van gram een eedle traen.
 
Verbeeld u, vriend, ik ging met iemand wandelen;
 
Terwyl wy van het Grammatieke handelen,
 
Blyf ik voor myn gewoone herberg staen.
[pagina 102]
[p. 102]
 
't Bord was vernieuwd; ik kyk er naer toevallig,
 
En zie (horresco referens!) toevallig
 
In 't Mechelsch Maegdeken, en zonder g
 
't Woord Megchelsch.
 
A.
 
Wel, die zou daer niet ter sneê
 
Zyn ingelascht.
 
B.
 
Hoe zouden 't kindren spellen
 
Toch zonder g?
 
A.
 
Daeraen moet ge u niet kwellen.
 
Of wilt gy, dat m'een kinderlyke, alsmeê
 
Een mannelyke spelling, nu zal tellen?
 
B.
 
Woordspeling! foei!... voor myn estaminet
 
Zoo'n gruweldaed! ik zweer het, van myn leven
 
Zal ik my naer dien kroeg niet meer begeven.
 
A.
 
Wat stoort ge u aen een uithangbordje thans?
 
Vindt gy te Gent niet menig kluchtig wonder;
 
Als: ‘Men verkoopt alhier gemaekte mans’
 
En 't woordtje kleederen zeer ver daeronder?
 
En u ontsprong een traen!... wat malligheid!
 
Dat 's niet met al, myn vriendje, waer ge om schreit.
[pagina 103]
[p. 103]
 
Ik, ik heb regt te spreken van myn kwelling.
 
Ik huiver nog... wat vreemder yslykheid!..
 
O ja, dat is een doemenswaerde Spelling...
 
Voor welke slechts een Siegenbeker pleit!
 
B.
 
Wel, spreek dan toch! verkort wat uw vertelling.
 
A.
 
Hoe kan er zulke aertsdommigheid geschiên...
 
Op myn estaminet staet nu: de Wage!
 
WA zonder E... wat onverdraegbre plage!...
 
Neen, men zal my, daer 's avonds niet meer zien.
 
Veronderstel men schreef met de eigen letteren:
 
‘Wy wagen met den wagen ons ter baen’,
 
Zou men die Spelling niet te regt verketteren?
 
Hoe trof men toch het onderscheid hier aen
 
Van Werkwoord en van Substantief?... Verpletteren
 
Moet zulk een fout een' onderwyzer.
 
B.
 
Wat?
 
Die e ware aen een wagen 't vyfde rad.
 
In 't Werkwoord is die letter overbodig:
 
Het onderscheid volgt uit den zin genoeg.
 
De klemtoon....
 
A.
 
Zwyg: uw g is zeer onnoodig.
[pagina 104]
[p. 104]
 
De ch sluit aen beide sylben... voeg
 
Daerby...
 
B.
 
Zwyg zelf, en loop naer uwen kroeg,
 
Of, boereknaep, keer weder tot den ploeg.
 
Wat spitst gy tegen my uw scherpen nagel!...
 
Keer tot den stal, gy, aepken van B.......,
 
Die eeuwig praet van zonneklaerheid, en
 
Den grootsten nachtuil blyft, die iemand kenn'.
 
A.
 
Wat raest hy, die verwaende Siegenbeker?...
 
Gy, lasteraer van d'eersten letterwreker
 
Van Vlaenderen, gy, domoor!
 
B.
 
Welke schand!
 
Wat minder trots!.. geen taelgeleerde vreest er
 
Voor zulk een dwerg: gy zyt geen heksenmeester.
 
O, had ik hier myn palmenplak ter hand!
 
A.
 
Hou daer! ik hoef zoo verre niet te zoeken.
 
 
 
Daer vliegt een klap: zy schreeuwen, vechten, vloeken.
 
De letterstryd werd warm: een bloedstroom liep,
 
Dien men (God dank!) in inktstroom ras herschiep.
[pagina 105]
[p. 105]
 
Het is gedaen, o Magistraet, met orden,
 
Met goed verstand, met vriendschap, deugd en eer,
 
Ja, alles stort in d'ouden baijert weêr,
 
Zoo gy niet waekt op Belgische uithangborden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken