Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Leven met J.C. Bloem (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van Leven met J.C. Bloem
Afbeelding van Leven met J.C. BloemToon afbeelding van titelpagina van Leven met J.C. Bloem

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.99 MB)

Scans (8.47 MB)

ebook (4.63 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
non-fictie/biografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Leven met J.C. Bloem

(1977)–Clara Eggink–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]
Après tout, la meilleure façon de parler de ce qu'on aime, est d'en parler légèrement.
Albert Camus
[pagina 9]
[p. 9]

Voorwoord

Het heeft mij tien jaar gekost om deze herinneringen aan J.C. Bloem op papier te krijgen. Driemaal heb ik het gehele manuscript weggegooid om de eenvoudige reden dat het mij niet beviel. De vierde keer heb ik het in handen van mijn geduldige uitgever gegeven - om het, nagenoeg op hetzelfde ogenblik, weer onder mijn arm te nemen. Wat hier gedrukt is, kan je dus de vijfde versie noemen.

Ondertussen is J.C. Bloem ook tien jaar dood. Daar hij, met uitzondering van de jaren die ik buitenslands heb doorgebracht, mijn leven lang min of meer om mij heen is geweest, ben ik nu voor het eerst van mijn leven tien jaar alleen geweest. Daarom is het goed dat ik niet eerder gepubliceerd heb. Dit is niet zo zeer een kwestie van afstand nemen, als wel van groei. Dit laatste klinkt misschien dwaas uit de pen van iemand die zo oud is als ik ben. De overtuiging dat een mens alleen groeit als hij alleen is, heeft bij mij steeds meer vaste voet gekregen. De menselijke geest moet bezinken als water om helder te worden en groeien als een plant om zijn individuele gestalte te krijgen. Dat kan alleen als hij niet gestoord wordt. Tien jaar zijn werkelijk niet veel om los te komen van een wezen dat zulk een invloed op mijn leven gehad heeft. Te ontkomen aan een mens die zo boeiend was - daar is bezinning voor nodig. Ik heb nu, na deze tien jaar, het gevoel alsof ik eindelijk aan mijzelf toegekomen ben. Ik bedoel hiermee niet dat ik onder een druk zat. Dat was niet zo, want daarvoor ben ik te zelfstandig van aard en aanleg. Ik zou mijn toestand vóór Bloems dood eerder een betovering willen noemen met daarbij een

[pagina 10]
[p. 10]

vergeefse worsteling om onder die betovering uit te komen. Zo was het ongeveer.

Zij die J.C. Bloem gekend hebben, weten hoe innemend hij was en dat hij dat magnetisme bezat waarvoor ik nog altijd geen beter woord weet dan charme.

Wel verre van deze eigenschap nu, na tien jaar, te willen ontkennen - integendeel, ik ben er nog meer van overtuigd geraakt - ben ik nu zover die te zien los van mijzelf.

Ik meen te mogen zeggen dat ik de enige nog levende mens ben, die deze dichter in zijn intimiteit gekend heeft en zelfs mij liet hij daar ternauwernood toe. Ik heb getracht op te schrijven wat ik gezien heb.

[pagina 11]
[p. 11]

Een ding staat voor mij wel als een paal boven water: wij hadden bij elkaar moeten blijven, J.C. Bloem en ik. Met deze opmerking bedoel ik geen pleidooi voor de onverbreekbaarheid van huwelijken of een afwijzen van het begrip echtscheiding. Zeker niet. Ik houd mij verre van algemeenheden, van voorschriften of opgeheven vingers ten opzichte van lieden die misschien denken in vergelijkbare omstandigheden verkeerd te hebben of te verkeren. Daar ik ervan overtuigd ben dat ieder menselijk wezen in de grond, of zo men wil van de geboorte af, uniek is, geloof ik ook dat de verhouding tussen deze man, die een dichter was, en mijzelf uniek is. Ik gebruik dit woord uniek in zijn oorspronkelijke, simpele betekenis van enig en zeer zeker niet in de complimenteuze zin die meer en meer in gebruik is gekomen.

Een van de meest cynische wijsheden die ik ooit gelezen heb, komt ongeveer hier op neer: het doet er niet toe met wie je trouwt als je maar bij elkaar blijft. Ondanks het cynisme dat ligt in het verwerpen van alles wat het woord liefde inhoudt, is dit toch een wijsheid. Want wat is een huwelijk - legaal of niet - anders dan een poging tot vereniging gebaseerd op gezamenlijke overeenkomsten. En wat is liefde anders dan dat breekbaarste gevoel; de aantrekking van de seksen. Op dit terrein is ieder mens geconditionneerd. Ik ben dat zelf geweest; ik heb dat in mijn lange leven allerwegen om mij heen gezien. De mens wordt telkens aangetrokken door eenzelfde soort mens. Hij ruilt a.h.w. de een voor een copie van de vorige. Ik spreek nu niet over praktische redenen die er kunnen zijn om uit elkaar te gaan zoals seksuele

[pagina 12]
[p. 12]

ongelijkheid, krankzinnigheid e.d. Dat zijn deugdelijke redenen. Maar dat gedraaf van de een naar de ander in de hoop de volmaaktheid te vinden op dat niet te bepalen terrein dat we liefde plegen te noemen, is blindheid. Er is geen volmaaktheid. Er is afleiding, er is vermaak, er is seks, maar dat heeft met het huwelijk niet veel te maken. Wie met een ander mens samen door het leven wil gaan, doet beter zijn partner te kiezen zoals hij zich een vriend zou kiezen. Want hoe aangenaam de bedbezigheden ook mogen zijn, het grootste deel van het menselijk bestaan speelt zich daarbuiten af. Daarom geloof ik dat het het belangrijkste, althans het bevredigendste, is dat je met elkaar kunt praten, gedachten kunt uitwisselen waarbij je dan ook werkelijk sympathie voor elkaars woorden kunt opbrengen en gezamenlijke belangstellingen hebben als je tenminste dagelijks bij elkaar wilt zijn. En daar er maar weinig mensen zijn die bij voortduring alleen kunnen zijn - tenzij ze met iets heel positiefs bezig zijn -, geloof ik dat het paarsgewijs leven wel verstandig en wenselijk is, maar dan niet op de basis van de liefde met een hoofdletter.

De fout die ik - of Jacques en ik - gemaakt hebben, is dat wij ons dat veel te laat gerealiseerd hebben. Ik omdat ik inderdaad in het net van die bedrieglijke volmaaktheid gevangen zat en Jacques omdat het met zijn negentiende-eeuwse aard heel lang geduurd heeft tot het tot hem is doorgedrongen dat je aan een vrouw ook een vriend zou kunnen hebben.

Helaas, noch Jacques op zijn achtendertigste, noch ik op mijn negentiende jaar waren zo wijs. Of wellicht toch wel. Maar dan zat die wijsheid toch verborgen onder een vracht van onwetendheid, onlust, onwil. En onervarenheid - maar wat is ervaring anders dan de lange weg die je af moet leggen om te ontdekken wat de kortste geweest zou zijn. Zo was hij en zo was ik, ondanks ons

[pagina 13]
[p. 13]

verschil in leeftijd. We zaten beiden vol gedachten en theorieën voornamelijk gebaseerd op wat wij gelezen hadden. Wij waren in wezen geïsoleerde mensen. Ieder voor zich en op een andere wijze.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken