Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gheestelycke dichten (1622)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gheestelycke dichten
Afbeelding van Gheestelycke dichtenToon afbeelding van titelpagina van Gheestelycke dichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.04 MB)

ebook (3.49 MB)

XML (0.52 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gheestelycke dichten

(1622)–Willem van der Elst–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 77]
[p. 77]

XVII. ghedicht.
Tot Bedroefde Weduwen.

 
EEn' Weduwe bedroeft, en seer mistroost door 't scheyden
 
Van haer gestorven man, dat sy vertreck' besijden
 
Verr' van het woeste volck: en legge van haer hert
 
Haer alderswaerste pack: haer' droefheyt ende smert.
 
Dat sy haer troost' in God: die na sijns wils believenGa naar margenoot+
 
D'een vroegh, en d'ander laet, komt door de doot ontrieven.
 
Wien beter is bekent wat dat ons dient, en hoeft,
 
Als ons, die in den gheest van binnen zijn bedroeft.
 
Want, soo wy altemael tot sterven zijn geboren;
 
De doot seer haest ons vindt: en 't leven werdt verloren
 
Als't wy noch hebben lief. Maer God, die 't leven geeft,
 
Het leven en de doot gelijck in handen heeft.
 
Dus sal den eenen vroegh van dese werelt haelen:
 
Den anderen sal traegh de selve schult betaelen.
 
De vrouwe dickwijls eerst haer lieven man begraeft,
 
En somwijl oock den man langh naer de vrou hier slaeft.
 
Dit gaet al na Gods wil. De doot komt niet ghestolen:
 
Maer, doende sijn bevel, gaet daer't haer werdt bevolen:
 
En stout grijpt by den hals, en gheeft den lesten bol
 
Hem, die ten naesten staet op Godes lange rol.
 
Dit zy dan soeten troost voor weduwen, en weesen,
 
Die hier in 'swerelts baen, als kleyn' bedruckte weesen
 
Alleen haer vinden t'huys: en, in wel droef gekrijt,
 
Met aerbeyt, sorgh, en ancxt, noch voeden grooten strijdt.
 
Indien toch haren gheest tot God recht komt ghetreden,
 
Omcinghelt dagh en nacht met vierige gebeden,
 
En hope die versterckt; de traenen sullen saenGa naar margenoot+
 
Veranderen in vreught, en nemen blijschap aen.
 
Maer weduwen die hier in vleeschelijcke lusten,Ga naar margenoot+
 
In 'swerelts sot getier ghemackelijcken rusten,
 
Al levende zijn doot: gevallen in de net
 
Van duyvel, en van 't vleesch, aen elcken kant beset.
margenoot+
1. Tim. 5.
margenoot+
1. Tim. 5.
margenoot+
Ibidem.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken