Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gheestelycke dichten (1622)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gheestelycke dichten
Afbeelding van Gheestelycke dichtenToon afbeelding van titelpagina van Gheestelycke dichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.04 MB)

ebook (3.49 MB)

XML (0.52 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gheestelycke dichten

(1622)–Willem van der Elst–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XXXIII. gedicht.
Tot den Soldaet.

 
SOo ick met desen Dicht begroet' verscheyden staeten,
 
'k En mach vergeten niet Krijghslieden en Soldaeten,
 
Met dat den Leger volght. Het gave hen toch vry,
 
Dat ick het kloeckste volck moetwillens gingh voorby.
 
't En sal oock niet geschien: maer gae hen voren setten
 
Een' lesse kort en goet van goddelijcke wetten.
 
De selve die Sint Ian den Dooper eertijts gafGa naar margenoot+
 
Aen Krijghslien, die hem dees schoon' vrage vraeghden af:
 
Wat dat hen stondt te doen, en voor het best te maken,
 
Om in het Rijcke Gods te beter te geraken?
 
Die hen tot dese vraegh' beval dry dinghen vast:
 
Eerst, niemandt aen te doen den minsten overlast:Ga naar margenoot+
[pagina 110]
[p. 110]
 
Noch met dat onrecht is, 't zy rijck', 't zy arme boeren,
 
Of eenigh ander mensch te quellen, oft beroeren:
 
En dat sy sullen zijn te vre' met hunnen loon;
 
Voleyndende daer met sijn ingegaen sermoon.
 
Godt gheve dat sy dit in kleyn' en groote dinghen,
 
Volkomen, ongeschendt, onthouwen en volbringhen
 
Al' die in d'oorlogh zijn, en daer in geerne leeft,
 
En tot den droeven krijgh met blijschap hem begeeft.
 
Voorwaer in sulcken stant, den Lant-man sou sijn' handen
 
Gebruycken onbevreest tot oeffeningh der landen
 
Met welvaert en met rust: hy waer uyt groot en druck
 
En veelderley verdriet gekomen tot geluck.
 
Hy waer noch eens geset op sijn' voorgaende voeten,
 
Bevrijdt van quaet gespuys, en schadelijcke boeten:
 
Want niet soo seer hem quelt, en jaeght in swaer verdriet,
 
Als d'oorlogh, die op 't lest hem bringht, eylaes! tot niet.

margenoot+
Luc. 3.
margenoot+
Lev. 19.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken