Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gheestelycke dichten (1622)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gheestelycke dichten
Afbeelding van Gheestelycke dichtenToon afbeelding van titelpagina van Gheestelycke dichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.04 MB)

ebook (3.49 MB)

XML (0.52 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gheestelycke dichten

(1622)–Willem van der Elst–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 145]
[p. 145]

LIII. ghedicht.
Tot den Dief.

 
VAn Leug'naers is geseyt: laet spreken nu van dieven;Ga naar margenoot+
 
Die yder haet om 't meest, om dat sy elck misrieven.
 
Die nievers zijn gesien hoe verre dat sy gaen:
 
Maer werden over-al wel neerstigh gae-geslaen.
 
By niemant zijn sy vrient: by moeder noch by vader:
 
Den man niet by sijn' vrou: wat kan bestaen noch nader?
 
Den va'er schout sijnen soon: de moeder vlucht van 't kint.
 
Den soon sijn vader oock, is hy een dief gesint.
 
Het bloet grijpt hier geen' plaets. Een dief bekent geen' vrinden:
 
Maer steelt al waer hy komt, en daer hy't best kan vinden.
 
Geen' plaetsen hy ontsiet, geen' hoogheyt, geen persoon;
 
Al waer't des Koninghs staf, of 's Paus dry-dobbel kroon.
 
Elck schout hem dan met recht, en gaet voor hem verr' loopen:
 
En met wel goeden wil de galgh-strop sal hem koopen.
 
Hoe edel dat hy is, hoe schoon, hoe out, hoe jonck,
 
Elck jont hem van de leer te doen den lesten spronck.
 
Oock komt den meesten hoop dees schande te geschieden:
 
Van hondert qualijck een sal toch de galgh ontvlieden.
 
Straft heden hem te deegh: bekijft hem, maect beschaemt:
 
Met geesselen by hoop sijn lichae[m] bloedigh praemt:
 
't En helpt met allen niet. Al kreegh hy duysent slagen
 
Op sijnen blooten rugh, die niemant sou verdragen,
 
En tot verscheyden keer, wiert in het vlees gebrant,
 
Noch sal tot dieverij uytsteken voet, en handt.
 
Doet al wat u belieft, gh'en sult een dief niet pranghen,
 
Van sijn bedorven aert voor dat hy is gehanghen.
 
Hier toe hoeft geenen blijck. 't En is niet dan te waer.
 
De galgen over-al, bewijsen't ons te klaer.
 
Dus die sich selven soect van schande te bevrijen,
 
Moet hem van dieverij in 't heymelijck oock mijen.
 
De diefte komt toch uyt: de kraeyen sullen toch,
 
Al wist een mensche niet, uyt-bringhen 's diefs-bedrogh.
margenoot+
Exod. 20.
Lev. 19.
Deut. 5.
Matth. 19.
Ephes. 4.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken