Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De spookavond van vrouw Anna (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van De spookavond van vrouw Anna
Afbeelding van De spookavond van vrouw AnnaToon afbeelding van titelpagina van De spookavond van vrouw Anna

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.47 MB)

Scans (47.22 MB)

ebook (3.37 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De spookavond van vrouw Anna

(2001)–Orlando Emanuels–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 31]
[p. 31]

Verrassingen

Wim en Ewald zijn vandaag vroeg van school. Hun onderwijzers moeten surveilleren tijdens de repetitie- en examenweek van de hogere klassen.

Als ze hebben gegeten, fluiten ze Dew en Haroen van de overkant op en het leventje van elke middag kan beginnen. Met een noto, een nummer 4-voetbal, spelen ze partijtje op straat. In hun buurt komen maar weinig auto's langs, van welke omstandigheid ze goed gebruikmaken.

Theo en Blaka komen aanzetten en in de verte is de curly van Chas ook al zichtbaar.

Zo gaat het door, A Ten, Ramon, Slim, Soekie, Mike van om de hoek en Arnie van twee straten verder staan reeds opo-bal te spelen.

Iedereen doet zijn best op tijd te zijn, want laatkomers moeten maar naast de krakers op de schutting van zuster Nelom plaatsnemen en zich tevredenstellen met toekijken.

De twee captains, Wim en Ewald, kiezen hun teams. De bal wordt nog even opgepompt en met een geweldig lawaai begint de wedstrijd.

Als ze zo een tijdje bezig zijn, ziet Dew een goede kans om te scoren, hij punt de bal en... pengè-lengè-leng... Twee shutters van zuster Neloms voorraam sneuvelen en de bal vliegt naar binnen.

In een ogenblik is de straat geheel verlaten. Het is alsof de jongens die daarnet nog zo'n lawaai schopten, in de grond zijn verdwenen. Want zuster Nelom is niet makkelijk! Als die stroom voor je zakt ben je nog niet jarig. Ze is nachtzuster in een bejaardentehuis en ze heeft al meer dan honderd keer beurtelings vriendelijk verzocht, boos gekeken of geklaagd om een beetje middagrust. Rust die ze hard nodig heeft om weer fit te zijn voor de nachtdienst. Alles tevergeefs.

Ook het gebruik van haar schutting als tribune is iets waar ze zich aan ergert. De enkele keren dat het lawaai haar echt te veel werd en ze midden onder de game de goalpalen op straat had uitgetrokken, hadden de voetballers het spel slechts voor korte duur onderbroken.

[pagina 32]
[p. 32]

In een wip waren de stokken door stenen vervangen en eens zelfs door jonge noten van de dwergkokos op haar erf.

Ten einde raad had zuster Nelom zich genoodzaakt gezien hardere maatregelen te treffen. Als de bal in haar erf terechtkwam en zij er eerder bij was dan de spelers, nam ze hem gewoon in beslag.

Eens had ze een stel al te geestdriftige krakers op haar schuttingtribune met water uit haar tuinslang bespoten, maar ook dat had niet het gewenste effect gesorteerd, want haar wateraanval had bij zowel spelers als krakers een uitbundig lachconcert veroorzaakt. De enige valse noot in het concert was een besproeide kraker geweest, die een kapotte djogofles op haar dak had gebonkt.

Hoewel de anderen zijn wrevel over het besproeien van zijn zorgvuldig gepreste kleren konden begrijpen, hadden ze hem het gooien van de fles toch kwalijk genomen.

Twee dagen na de shutterramp roept Ewalds vader, zelf een oud-voetballer, een vergadering van de jongens bijeen. Hij vertelt de jongens dat hij van een vriend uit een andere buurt een uitnodiging heeft ontvangen om het met hun team tegen de buurtjongens van zijn vriend op te nemen. Geestdriftig begroeten de jongens het plan en nemen de uitdaging direct aan. Er komt een drieman sterke selectiecommissie en als iemand een vraag stelt over het vervoer, zegt Ewalds vader dat alles is geregeld. Zelfs krakers zijn welkom, alleen moet iedereen die mee wil ervoor zorgen op tijd aanwezig te zijn, want precies om acht uur vertrekt de bus.

Als de jongens zondagmorgen ruim op tijd komen aanzetten, wacht hun een verrassing. Geen bus, maar de auto's van de vaders van Wim, Dew en Henkie staan voor de deur van Ewald geparkeerd, evenals de pick-up van Arnies vader. Er volgt een luid applaus als blijkt dat de vaders niet alleen de deelnemers aan het sportuitstapje naar de uitdagers rijden, maar zelf ook als kraker meegaan.

Maar op deze verrassing volgt al gauw een tweede die allesbehalve prettig is en de jongens de schrik om het hart doet slaan. In gesloten colonne rijden de auto's namelijk het terrein van het bejaardentehuis van zuster Nelom op.

[pagina 33]
[p. 33]

‘Uitstappen!’ commandeert de vader van Arnie, die sergeant in het leger is. ‘Geef acht!’

De jongens hebben niet het flauwste idee van wat er aan de hand is, maar voor alle zekerheid gaan ze toch maar recht in de houding staan.

Tot overmaat van ramp komt zuster Nelom uit het gebouw aanlopen. Ze heeft een heer bij zich, die de directeur blijkt te zijn. Als de vaders kennis met hem hebben gemaakt, neemt Soekie senior het woord. ‘Directeur’, zegt hij, ‘dit zijn de jongens uit de buurt van zuster Nelom, die wij allen een fijne buurvrouw vinden. Samen hebben we een plan beraamd om haar eens blij te maken. We zijn hier om het terrein, dat helemaal onder wied staat, een flinke beurt te geven. In de koffer van mijn auto heb ik houwers, tjaps, sjoffels en harken liggen. We hopen dat u en onze buurvriendin het een aardig aanbod vinden. Niet waar jongens?’

Beteuterd stamelen de jongens van ja, terwijl op hun gezicht duidelijk te lezen is dat ze het een gemene rotstreek vinden. Hun vaders, die vanmorgen nog zo oké waren, lijken plotseling in slavendrijvers te zijn veranderd. Het lijkt wel een film, wat een komedie hebben die kerels al die tijd gespeeld.

‘Op de plaats rust!’ buldert de sergeant. Maar veel tijd voor rusten hebben ze niet, want zijn tweede opdracht volgt bliksemsnel: ‘Uitpakken!’

Spelers, reservespelers, captain, referee, grensrechters en krakers incluis werken dat de stukken er letterlijk vanaf vliegen. Stel je voor, vijf opzichters die geen tori geven!

De emmer ijskoud zuurwater, waarop zuster Nelom om elf uur trakteert is een welkome verrassing. De sergeant geeft het sein tot halftime, een pauze die zuster benut om te bedanken voor de nieuwe shutters die de vorige middag aan haar raam zijn geplaatst.

‘Ook een idee van de jongens’, zegt Ewalds vader. ‘We hebben in onze buurt een voetbalvereniging opgericht, waarvan de jongens lid zijn en de ouders donateur. Uit de eerste donatie van de ouders is de reparatie van het raam betaald. De reparatie van uw schutting volgt uit de contributie van de leden.’

Met open mond staan de jongens te luisteren. Alsof hij hun verrassing niet merkt, gaat de spreker rustig ver-

[pagina 34]
[p. 34]

der: ‘Wij, vaders, willen ook wel een balletje trappen en dus hebben we een veld gehuurd voor twee keer in de week. De jongens mogen daar ook gebruik van maken. Zuster, u zou ons een genoegen doen als u de aftrap wilde verrichten voor de eerste wedstrijd op ons veld, vandaag over twee weken, vaders tegen zoons. Als tegenprestatie beloven wij u dat u zich thuis voortaan in alle rust kunt voorbereiden op de menslievende taak die u hier verricht.’

Als Ewalds vader is uitgesproken volgt er een uitbundig geklap en gejoel van de jongens.

Wim zegt: ‘Die vaders van ons zijn echte samenzweerders, maar ik ben grontapu trots op ze.’

‘Stone man, stone’, beaamt de rest.

Als het weer rustig is bedankt zuster Nelom de wiedploeg en de opzichters. Ze zegt het een voorrecht te vinden om met zulke sportieve mensen in één buurt te wonen en zegt haar bijdrage aan de vereniging toe. ‘Ik geef de vier ballen, die ik in de loop van de tijd heb geconfisqueerd terug en ik geef jullie een nieuwe bal cadeau.’

Alles is een geweldige kiek en de jongens zijn sprakeloos als een vriendelijke zuster Nelom vraagt waar ze aan een indieningsformulier als donateur kan komen.

Voor geen geld zouden ze deze morgen hebben willen missen. Als iemand hun vanmorgen vroeg had verteld wat ze vandaag aan verrassingen allemaal zouden krijgen, hadden ze dat zeker niet geloofd.

De grootste verrassing komt echter wanneer zuster Nelom de uitnodiging tot het doen van de aftrap accepteert. Lachend zegt ze: ‘Jullie moeten maar oppassen dat mijn aftrap niet in een rechtstreekse goal resulteert. Niet voor niets ben ik in mijn jonge jaren de spits van het kampioensdamesvoetbalteam geweest.’

Zonder de opdracht van de sergeant af te wachten, trekken de jongens het veld in om de job af te maken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken