Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tondalus' visioen en St. Patricius' vagevuur (2 delen) (1914-1917)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.85 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

visioen(en)
legende-mythe-sage


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tondalus' visioen en St. Patricius' vagevuur (2 delen)

(1914-1917)–H.J.E. Endepols, René Verdeyen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Van lucifer den prince der donckerheit Ende vander nederster hellen

COm, sechde hi, ende ic sal dij toenen den quaetsten viant den die menschen hebben Ende hij ghinc voer tot dat sij quamen ten poerten der hellen Ende hy sechde hoer: Com ende sie Nochtant saltu weten. dat hem die hier sijn gheen licht en schint. nochtant saltu se mogen sien. [...] ende sij en sullen dij niet mogen sien Doe ghinc die ziele naerre ende sach den gront vander hellen Ende hoe [...] manigerhande ende hoe grote pine ende tormenten sij daer

[Folio 154c]
[fol. 154c]

sach. al had sij hondert hoefde. ende elc hoeft hondert tongen si en soldet in geenre manieren al moegen seggen [...] Mer een luttel daer af dat ons [...] dese Tondalus sechde en weer niet orberlic als mij dunct achter gelaten Hi sach den prince der donckerheit, den duvel. die viant is des menscheliken geslechtes. Die meerre was in groetheit. dan alle die beesten die dese ziele voer gesien had Ende hi en mochte die groetheit sijns lichaems nergent bij geliken of rekenen. Noch dat wij van sijnen monde niet en hoerden. en sullen wij ons niet onderwijnden te seggen. Mer alsulc als wij van hem hoerden

[Folio 154d]
[fol. 154d]

en sullen wij niet achterlaten Dese voersechde beeste was swart als een raven Ende had forme na eens menschen lichame van den voeten totten hoveden behalven dat sij alte voel hande hadde. ende enen stert Dit vreselike ongehuere diere had dusentich hande ende niet mijn Ende elc hant was hondert palmen lanc ende tyen palmen breet Ende hadden clauwen die langer waren dan ridder speren Ende hij had soe voel voeten ende alsulke clauwen daer aen Ende alten groten bec ende lanc Oec had hi enen alten scharpen stert ende lanc mit alte scarpen nagelen doersteken om die zielen daer mede te pinigen Ende dese vreselike

[Folio 155a]
[fol. 155a]

beeste leget langes op enen iseren roester daer bernende colen onder sijn Die een ontellike schare van duvelen mit blaesbalgen bliesen Omlanc hem is alsoe grote schare van duvelen. ende van zielen dattet nyement geloven en mochte dat die werelt van beghijnne soe voel zielen ghehadt hadde Dese voersechde viant leget gebonden an alle sijnen leden an yseren ende metalen kettenen. die gloien ende herde groet sijn Ende als hij aldus wentelt inden colen. en over al verbernt. soe wort hij myt alte groter nydicheit ontsteken Soe keert hi vander eenre sijden op die ander Ende reict alle sijne hande uut in die grote scha\re

[Folio 155b]
[fol. 155b]

vanden zielen Ende als hij alle die handen vol hevet [...] soe druct hise Ende alsoe een dorstich rustier wijndruwen wringet alsoe wrijnget hi se ontwe. Alsoe dat hem gheen ziele ontgaen en mach ongewondet, hij en wringet hoer dat hoeft. of die voete of die hande af. Want da[n] blaest hi als of hi versuchtende ende daer mede verstroeit hi die zielen in allen siden des vuers Ende te hant worpt dan die putte boven uut stinckende vlammen daer wij voer af ghesecht hebben Ende als dese wrede beeste hoeren adem weder tot hoer haelt. soe trecket sij weder tot hoer alle die duvelen ende die zielen die si te voeren uut ghedreven hadde die vallen mitten roeke. ende mit den swevel in sijnen mont

[Folio 155c]
[fol. 155c]

ende hij verslijnt sij Ende wat zielen sijnen handen ontvlien di[e] trect hi mit sinen sterte Ende aldus dese onselige beeste altoes stekende wort sij geslagen Ende sij die den zielen pine doet wort aldus inden pinen ghepint Doe dese ziele dit sach soe sprac sij totten engel Mijn here, ic biddij wat name hevet dese beeste Die engel antwoerde ende sechde. Sij heitet lucifer Ende sy ist beghinsel vanden creaturen gods Die daer wandelden inder weelde des paradijs. Weer hij ontbonden hi solde den hemel ende die eerde. ende tot der hellen toe alle dinc verstoeren Ende dese scharen sijn eens deels engelen der donckerheit ende sathanas dienres Ende een deel sijn van

[Folio 155d]
[fol. 155d]

adaems kinderen die geen ontfermherticheit verdienen sullen Want dit sijn die ghene ontfarmherticheit en hopen van gode Ende hier om hebben sij verdient dusdanen pinen mitten princen der donckerheit te lijden sonder einde. Want sij en wolden hem niet holden anden here der glorien mit worden ende mit wercken die hem verdiende dat guet sonder einde. Dit sijn si die te hants verdoemt sijn. Mer sij ontbeiden noch voel diere die beloven wael te doen mit den worden. mer sij wederseggent mitten wercken Dusdane tormenten sullen sij lijden die cristum loechenen Of der geenre werken doen die oen loechenen Als over\spoelres.

[Folio 156a]
[fol. 156a]

Manslachters Dieve. Rovers Ende hoveerdigen. [...] die niet en doen weerdige penetencie. Mer sij lijden irste die mijnste pine. die du voer ghesien hevest. ende dan brenct men se hier tot desen, vanden ghenen die hier eens in comen en mogen nummermeer uutcomen Hier sullen oec prelaten. ende die mechtigen vander werelt, die om werlike saken boven begeren te wesen, lijden sonder einde dese pine Dien hoer macht ghegeven is om wael te regieren of te corrigieren die onder hem sijn ende hoer macht niet en oeffenen inden ghenen die hem bevolen sijn als si solden. Hier om roept die scrijftuere Die machtighe sullen mechtighe pijne

[Folio 156b]
[fol. 156b]

lijden. Doe segede die ziel: Om dattu segeste dat hem die macht van gode is ghegeven waer om liden si dan om die macht Die engel sechde. Die macht die van gode is. en si niet quaet. Mer dat menre qualic ghebruket dat is quaet Ende die ziel sechde Waer om en ghift die almechtige god die macht niet altoes den gueden. Op dat sij sijn onderhoerigen beterde. ende sij boven hem ware. als si schuldich te doen weren Die engel antwoerde. Somtijt neemt men die macht den gueden. om der ondersaten wille. want die quaden en verdienen niet guede regieres te hebben. Ende sulken tijt om der gueder wille. om dat si te sekerliker voersien

[Folio 156c]
[fol. 156c]

die selicheit hoerre zielen Ende die ziele sechde Ic solde geerne weten Om wat saken die beeste heit prince der donckerheit. Want sij niement en mach beschermen. noch hoer selven verloesen Die engel sechde Die beeste heitet prince niet om [hoere] macht. Mer om die irste stede die sij hevet inder donckerheiden. Want al hevestu voel pinen voer gesien. die achtmen alle als niet. Als men se tegen dese grote pinen rekent Ende die ziele sechde. Aldus ordel ict oec sonder twijvel. Want allene desen putte te sien ende den stanc daer af te lijden. verstuert ende verswaert mij meer dan alle dat te lijden dat ic voer geleden hebbe Hier om bid

[Folio 156d]
[fol. 156d]

ic di dattu mij haestelic van hier leides oft wesen mach. Ende en laet mij niet langer ghepint werden Want ic sie in desen tormenten mijn maghe. ende voele van mijnen ghesellen die ic bekenne van welker gheselschap ic te verblijden plach inder werelt. Van welker geselscap mij hier seer gruwelt. Want ic weet voerwaer en hadde mij gods ontfarmherticheit niet gheholpen. soe en solde ic overmids mijne verdienste dese tormenten niet mijn geleden hebben dan sij Die engel sechde Com o salige ziel ende keer in dijn ruste. want die here hevet wael bij di gedaen. Want desen pijnen en salstu niet meer liden ten sij dat du sy noch verdienste

 

[Folio 157a]
[fol. 157a]


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken