Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 10. Brieven 1356-1534 (2012)

Informatie terzijde

Titelpagina van De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel  10. Brieven 1356-1534
Afbeelding van De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel  10. Brieven 1356-1534Toon afbeelding van titelpagina van De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 10. Brieven 1356-1534

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.34 MB)

Scans (2.51 MB)

ebook (3.31 MB)

XML (1.09 MB)

tekstbestand






Vertaler

Frans Slits



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 10. Brieven 1356-1534

(2012)–Desiderius Erasmus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 2]
[p. 2]
Opgedragen aan Henk Mali (1935-2012), voorzitter van de Stichting ter bevordering van de uitgave van de volledige correspondentie van Desiderius Erasmus.
Door de Stichting, de uitgeverij, de redactie en de vertalers wordt zijn te vroege dood zeer betreurd.
[pagina 9]
[p. 9]

Inleiding

Erasmus van april 1523 tot einde 1524

In de jaren twintig van de zestiende eeuw wordt Europa politiek gedomineerd door Karel v. Ten westen van Polen en de Balkan liggen slechts enkele gebieden niet in een van Karels verscheidene rijken. De meeste landen zijn hem als erfenis toegevallen, maar in 1519 werd hij verkozen tot keizer van het Duitse Rijk. Zijn belangrijkste politieke tegenstrevers waren de koning van Frankrijk en de paus van Rome. Vanuit de Balkan bedreigde het Turkse Rijk Hongarije en later Oostenrijk. De grootste problemen in de gebieden van Karel waren echter niet van politieke of militaire aard, maar van sociale, economische en religieuze aard. Het grootste probleem was de westerse kerkhervorming, met de gevolgen van het optreden van Luther. Dit is het onderwerp waarvan alle brieven van Erasmus' correspondentie uit deze periode doordesemd zijn.

Dit deel bevat de brieven van april 1523 tot eind december 1524. In deze periode valt het overlijden van de Nederlandse paus Adrianus vi (14 september 1523) en zijn opvolging door Clemens vii (Giulio de'Medici). Erasmus heeft er veel vertrouwen in dat Clemens Luther de wind uit de zeilen zal nemen en hij is bereid hem daarbij te helpen. Hiertoe publiceert hij in september 1524 een werk over de vrije wil, waarin hij stelling neemt tegen Luthers opvattingen daarover. Nu is hij, in zijn eigen woorden, van dienaar van de Muzen tot zwaardvechter geworden. Alle stadia van schrijven en publiceren zijn in de verschillende brieven te volgen, van het besluit om Luther en zijn volgelingen aan te vallen tot en met de reacties die het werk oproept bij vrienden van Erasmus en bij Luther en zijn kringen.

Het jaar 1523 was het jaar van de ruzie met Ulrich von Hutten, aanvankelijk een vriend van Erasmus, die volgeling van Luther was geworden en zich ontpopte als auteur van een scherpe aanklacht tegen Erasmus: deze zou de zaak van het evangelie plotseling in de steek gelaten hebben, terwijl hij in wezen een aanhanger van Luther is. De aangeklaagde verweert zich met het geschrift De Spons, maar Hutten overlijdt op 29 augustus 1523, terwijl Erasmus' werk door Froben in Bazel gedrukt wordt. Erasmus wordt vaker aangevallen, ook van katholieke zijde: hij moet een expliciete keuze maken,

[pagina 10]
[p. 10]

voor de oude roomse kerk of voor de nieuwe beweging, in beide gevallen met alle gebreken van dien.

Speciale vermelding verdient de uitgebreide autobiografische schets, ingevoegd in een brief aan een vriend. Wat hij zegt naar aanleiding van zijn verblijf in Rome in 1509, illustreert dat hij zich niet aan een bepaalde stad of land gebonden voelde: ‘Erasmus zou zeker een hoge positie hebben verkregen als hij niet bij het overlijden van koning Hendrik vii en de opvolging door Hendrik viii door zijn vrienden naar Engeland teruggeroepen was, met brieven die bol stonden van beloften. Hij had besloten daar de rest van zijn leven te slijten; maar toen men de beloften weer niet gestand deed, trok hij zich terug in Brabant: hij was uitgenodigd aan het hof van de huidige keizer Karel, wiens raadsheer hij werd door toedoen van de grootkanselier, Jean Le Sauvage.’ In de jaren 1523-1524 vertoefde Erasmus in Bazel, maar hij kreeg dikwijls vererende uitnodigingen om naar Frankrijk te komen, die hij als raadsheer van keizer Karel uiteraard moest afwijzen.

De briefwisseling met Georg hertog van Saksen biedt een duidelijk beeld van de spannende situatie in die jaren en van Erasmus' betrokkenheid: ‘Toen Luther met dit drama begon, oogstte hij het eenstemmige applaus van de hele wereld; ik meen dat ook uwe Hoogheid zich onder dat publiek bevond. [...] Want hij had een heel goede zaak aangepakt met zijn kritiek op de verdorven tradities van universiteiten en kerk, die onderhand het stadium bereikt hadden dat geen fatsoenlijk mens de situatie nog te dulden vond, en verder met zijn kritiek op een bepaald type mensen, onder wier betreurenswaardige en kwalijke gedrag de christelijke wereld zuchtte. Wie kon toen evenwel bevroeden dat deze zaak zich zo zou ontwikkelen?’

 

In de bijna 180 hier in vertaling gepresenteerde brieven wordt naar meer dan 165 brieven verwezen, van de hand van Erasmus of gericht aan Erasmus, die uit dezelfde periode stammen maar die niet bewaard zijn gebleven. Aangezien het onwaarschijnlijk is dat alle verloren gegane brieven een keer genoemd worden in de groep bewaard gebleven brieven, zal het werkelijke aantal niet bewaard gebleven brieven veel groter zijn dan 165. Daaruit kunnen we concluderen dat we slechts de helft of nog minder van de correspondentie van Erasmus uit deze periode kennen.

Naast alle correspondentie werkte Erasmus in deze tijd ook nog aan een twintigtal publicaties. De belangrijkste hiervan zijn de parafrase van Lucas, opgedragen aan Hendrik viii, en de parafrase van Marcus, opgedragen aan Frans i. In totaal gaat het om dertien nieuwe werken; de overige zijn nieuwe edities van vroeger werk, vaak gecorrigeerd en uitgebreid. Hij vindt zelfs tijd voor een teksteditie van de Tusculanae quaestiones van Cicero. Maar de

[pagina 11]
[p. 11]

grootste ophef en de meeste sporen in de briefwisseling worden veroorzaakt door De Spons in 1523 en door de verhandeling over de vrije wil in 1524.

 

Voor de vertaling van de brieven is de editie van Erasmus' correspondentie door P.S. Allen gebruikt (voor dit deel: Opus epistolarum Des. Erasmi Roterodami, deel 5). Voor de voetnoten en de herdatering (en soms hernummering) van sommige brieven is daarnaast gebruik gemaakt van deel 10 van The Correspondence of Erasmus, eerste onderdeel van de Collected Works of Erasmus, uitgegeven door de University of Toronto Press.

Dit deel omvat de brieven 1356 tot en met 1534, van begin april 1523 tot 29 december 1524. Brief 1412 is echter na een nieuwe datering in deel 9 opgenomen (als 1337a), brief 1436 wordt om diezelfde reden opgenomen in deel 11 (1581a). Een brief, door Allen opgenomen in de addenda van deel 6, is hier op zijn juiste plaats gezet (1432a). Aangezien deel 5 van Allen naast brief 1443 ook een brief 1443a bevat, telt de vertaling 179 brieven, 121 van Erasmus' hand, 56 gericht aan Erasmus en twee speciale gevallen: brief 1361 van Thomas Lupset aan Johann von Botzheim en brief 1380 van keizer Karel aan Margaretha van Savoye, regentes der Nederlanden. Bij brief 1437 van Erasmus aan zijn vriend Conradus Goclenius is de autobiografische schets weer opgenomen die door Allen in zijn deel 1 bij het andere biografische materiaal geplaatst was: dit Compendium vitae, geschreven op verzoek van Goclenius, was door Erasmus in zijn brief ingebed. Twee van de brieven zijn geschreven in het Grieks, door de geleerde Guillaume Budé. Twee korte brieven zijn in het Frans gesteld, die van keizer Karel aan Margaretha en een van koning Frans i. Erasmus' brief aan de stadsraad van Zürich is in het Duits. De overige brieven zijn alle in het Latijn geschreven.

 

Frans Slits


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken