Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den kerstelicken ridder (1616)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den kerstelicken ridder
Afbeelding van Den kerstelicken ridderToon afbeelding van titelpagina van Den kerstelicken ridder

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

ebook (3.27 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den kerstelicken ridder

(1616)–Desiderius Erasmus–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Een seer profijtelijck boecxken, seer nudt ende oorbaerlijck wesende voor allen Christen gheloovighe menschen


Vorige Volgende

Die eerste reghel.
Tegens dat quaet des onwetenheyts of ongheloofs.

DAt Geloof is een eenige poorte om te comen tot Christum waerom dattet van noode is de eerste reghel te weten, op dat ghy alderbest sult mogen verstaen van Christus ende van sijn geest, na uytwijsinge der schriftueren. Ghy moet gelooven, niet alleen met den monde coudelijck, niet traechlijc, niet twijfellende als dat gemeyn volck der Christen menschen doet, maer ghelooven met gantscher herten vastelijcken ende onbeweechlijcken, datter niet euis so cleyn tittelken in der H. Schriftue-

[pagina 28]
[p. 28]

ren, of ten behoort grootelic tot onse salicheydt: ende en laet u niet beweghen, al ist dat ghy siet dattet meeste deel der menschen anders niet en leven dan of die Hemel ende die Helle waren fabulen der ouder wijven, ende vervaringen, of besmekingen der jonger kinderen. Maer ghy geloovende en wilt niet haesten haer te volghen ende alwaert by also dat die gantsche werelt verwoet waer ende dwaelde, dat de elementen verandert worden of dat die Engelen vielen, die warachticheyt en mach nochtans niet liegen want het moet al geschien dat God gheseyt heeft dat gheschien sal, gelooft ghy datter een God is soo ist van noode dat ghy sult gelooven dat dat hy warachtich is, ende ghy sult dat also verstaen dat gheen dinc soo warachtich is noch soo seker noch daermen niet aen twijfele mach, van dingen die ghy hoort, of met u oogen siet oft met handen tast als ghy leest inder H. schrifturen, dat die waerheyt ingegeven of ingheblasen heeft, ende die heylighe Propheten voortghebracht hebben ende soo veel martelaren met haer bloet geapprobeert ende betuycht, hebben, ende die eendrachtige vergaderinge der goeder menschen onderteeckent hebben, welcke Schriftuere Christus in sijn vleesch wesende, heeft ons te kennen gegeven in sijn sermon, ende hy heeftet bewesen met zijn wercken, De miraculen getuygent die duyvelen belijdent, en sy geloovent also, dat sy van grooter ancxt beven! Ende want die heylighe schriftuere seer wel over een comt met de gelijcheyt des natuers ende in hem selven van dier natueren is, dat sy neemt ende ontfangt, sy beweecht ende verandert den genen die hem selven daer naerstich in oeffenen, ende want in haer also grooten bewijs ende kennisse is, wat dwaesheyt ist dan int gheloof te wijfelen? Aenmerct de toceomende dingen, wt datter voorleden is. Hoe veel, ende hoe ongelooflijcken om te spreken hebben die propheten te voren geseyt van Christo endetis also geschiet. Die inden Propheten niet bedroghen en heeft, die en sal oock inden anderen woorden niet bedriegen. Ende want die Propheten niet geloghen en hebben, hoe sal Christus die Heer der Propheten dan liegen. In dien dat gy dat vier des geloofs verwect met aldusdanige gedachten, ende dat ghy vierichlijck God bidt, dat hy u stercken ende vermeeren wil inden geloof, ten is niet wel moghelijck dat ghy quaet of sondich sult blijven. Wie is also vertwijfelt die hem niet wachten en sal van sonden, in dien dat hy gantselijck ende vast geloovet datmen coopt de eewige pijn met dese corte wellustichz: behalven noch die alder onsalichste quellinge der conscientine, die hem altijt vroecht ende de goedertieren ende rechtveerdige menschen sullen vercrijgen dat onsterflijcke leven, ende houdet voudighe blijschap der reynder conscientien voor alsulcke lichte ende cleynene quellinghe.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken