Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De lof der zotheid (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van De lof der zotheid
Afbeelding van De lof der zotheidToon afbeelding van titelpagina van De lof der zotheid

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.16 MB)

Scans (17.27 MB)

ebook (5.86 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Editeur

A.H. Kan

Illustrator

Hans Holbein de Jonge

Vertaler

Johannes Benedictus Kan



Genre

proza

Subgenre

lofdicht(en)
satire
vertaling: Latijn/Neolatijn / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De lof der zotheid

(1952)–Desiderius Erasmus–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoofdstuk XI
Vervolg.

Vooreerst, wat kan er zoeter of kostbaarder zijn dan het leven zelf? Maar wien heeft men toch, alles welbeschouwd,

[pagina 27]
[p. 27]

den oorsprong hiervan te danken, behalve aan mij? Want evenmin de speer van de uit een geweldigen vader gesproten PallasGa naar eindnoot45), als de AegisGa naar eindnoot46) van den wolkendrijvenden Jupiter brengt of plant het menschelijk geslacht voort, maar de vader der Goden en de koning der menschen zelf, die door den wenk zijner oogen den geheelen Olympus doet sidderen, moet dien drieflitsigen bliksem uit de hand leggen en dat barsche gezicht, waarmede hij, als 't hem lust, alle goden verschrikt in een andere plooi zetten, ja, de armzalige moet als een tooneelspeler zich geheel anders voordoen, wanneer hij soms dat wil verrichten, wat hij eeuwig doet, namelijk kinderen verwekken. Daar hebt ge de StoïcijnenGa naar eindnoot47), die zich zelf het dichtst bij de Goden achten. Maar wijst mij nu eens een van hen, die drie- of viermaal of, zoo ge wilt, duizendmaal Stoïcijn is: hij moet toch ook, zooal niet zijn baard, het teeken zijner wijsheid. ofschoon hij dien met de bokken gemeen heeft, in allen

illustratie

gevalle zijn laatdunkendheid afleggen, zijn voorhoofd ontrimpelen en zijn bekende onwrikbare stellingen eenigen tijd plaats doen maken voor allerlei zotternijen en dolheden. Kortom, mij, mij, zeg ik, moet die wijze ontbieden, als hij tenminste vader wil worden. En waarom zou ik niet op mijn gewonen trant rondborstiger voor u spreken? Eilieve, brengen het hoofd, het gezicht, de borst, de hand, het oor, de zoogenaamde fatsoenlijke lichaamsdeelen, Goden of menschen voort? Neen, zou ik meenen: veeleer plant het deel, dat zoo dwaas en zoo belachelijk is, dat men het zelfs niet

[pagina 28]
[p. 28]

zonder lachen kan noemen, het menschelijk geslacht voort. Dat is die gewilde bron, waaruit al het bestaande zijn oorsprong ontleent, veeleer dan aan het bekende heilige viertal van PythagorasGa naar eindnoot48). Welke man ter wereld, vraag ik U verder bij al wat U heilig is, zou gewillig het huwelijksjuk op zich nemen, indien hij, zooals de wijzen onder U plegen te doen, eerst de ongemakken van dat leven bij zich zelf had overwogen, of welke vrouw zou zich toch wel met een man inlaten, indien zij de gevaren en bezwaren der bevalling, indien zij den last der opvoeding of kende of bedacht? Voorts ziet gij nu wel in, dat, als gij het leven aan de huwelijken en het huwelijk aan Onverstand, mijn gezellin, schuldig zijt, welke verplichtingen gij ongetwijfeld aan mij hebt. Welke vrouw, die dit eenmaal ondervonden had, zou zich opnieuw hieraan willen wagen, als haar de Vergetelheid niet met haar macht ter zijde stond? Immers Venus zelf, zou, trots de luide verzekering van LucretiusGa naar eindnoot49), het nooit kunnen loochenen, dat zonder de hulp van onze goddelijke macht haar invloed ontoereikend en ijdel is. Zoo ontstaan uit dit mijn kluchtig dronkemansspel zoowel de laatdunkende wijsgeeren, wier plaats nu de door den grooten hoop zoo genoemde monniken hebben ingenomen, als de in het purper gedoste koningen en de vrome priesters en de driewerf heilige pausen. Ten slotte ook die geheele schaar van dichterlijke goden, zoo talrijk, dat de Olympus zelf, hoe ruim ook, allen ter nauwernood meer kan bevatten.

eindnoot45)
De godin Pallas Athene zou uit het hoofd van Jupiter geboren zijn, zie hoofdst. LIII op het eind.
eindnoot46)
Soort van schild, dat Jupiter zwaait, als hij onweder wil verwekken.
eindnoot47)
Strenge wijsgeeren.
eindnoot48)
Grieksch wijsgeer, geb. ± 580 v. Chr. Het getal 4 was volgens hem de wortel en bron van alle dingen; zie A. Pierson, Hellas II, p. 7: ‘De dingen zijn niet eerst, zoodat het cijfer eenvoudig uitdrukt, wat of hoe zij zijn; omgekeerd: het een of ander ontstaat, omdat het cijfer, de orde, omdat de evenredigheid er is.’
eindnoot49)
Romeinsch dichter, 96-50 v. Chr.; begint zijn leerdicht over de Natuur met de aanroeping van Venus, aan wie alles, wat op aarde leeft, zijn ontstaan te danken heeft.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken