Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De lof der zotheid (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van De lof der zotheid
Afbeelding van De lof der zotheidToon afbeelding van titelpagina van De lof der zotheid

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.16 MB)

Scans (17.27 MB)

ebook (5.86 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Editeur

A.H. Kan

Illustrator

Hans Holbein de Jonge

Vertaler

Johannes Benedictus Kan



Genre

proza

Subgenre

lofdicht(en)
satire
vertaling: Latijn/Neolatijn / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De lof der zotheid

(1952)–Desiderius Erasmus–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoofdstuk XXXII
Van de wetenschappen, die in het algemeen tot verderf van het menschdom zijn uitgevonden, bezitten zij, die het nauwst met de Zotheid verband houden, de meeste waarde.

Maar ik hoor in mijn verbeelding de wijsgeeren hiertegen hun stem verheffen. Juist hierin, zeggen zij, bestaat iemands ongeluk, dat hij in de macht der Zotheid is, dat hij dwaalt, zich vergist, onwetend is. Neen, dit is integendeel eerst mensch zijn. Waarom zij iemand om deze reden wel ongelukkig noemen, zie ik niet in, dewijl gij door uw geboorte, uw opvoeding, uw levensomstandigheden zoo geworden zijt en dit aller gemeenschappelijk lot is. Er is echter niets ongelukkig, wat in zijn natuurlijken toestand blijft, of iemand mocht misschien den mensch beklagenswaardig achten, omdat hij niet met de vogels kan vliegen, noch met de overige zoogdieren op vier voeten gaan, noch met horens gewapend is, zooals de stieren. Maar deze man zal, om zichzelf gelijk te blijven, ook het schoonste paard ongelukkig noemen, omdat het geen spraakkunst geleerd heeft en geen koeken eet, den stier ongelukkig, omdat hij ongeschikt is voor de gymnastiek. Derhalve, evenals een paard, onervaren in de spraakkunst, niet rampzalig is, zoo is ook een mensch door zijn dwaasheid niet ongelukkig, omdat zij een natuurlijke eigenschap van hem is. Maar nu komen de woordenzifters het ons weer lastig maken. Den mensch alleen, beweren zij, is de kennis der wetenschappen gegeven, om met behulp van dezen hetgeen van de natuur te weinig ontvangen is, door zijn verstand aan te vullen. Alsof het eenige schijn van waarheid had, dat de

[pagina 64]
[p. 64]

natuur, die voor de muggen en zelfs voor de kruiden en bloempjes zoo angstvallig gewaakt heeft, bij den mensch alleen zoo zou gedut hebben, dat hij de wetenschappen noodig had, welke Theut, de vijandige geest, tot verderf van het menschelijk geslacht heeft uitgevonden, de wetenschappen, waardoor ons geluk zoo weinig bevorderd wordt, dat zij juist datgene benadeelen, waartoe zij, naar men wil, zijn uitgevonden, zooals die verstandige koning dit bij Plato zoo keurig omtrent de uitvinding van het letterschrift betoogtGa naar eindnoot145). Daarom behooren ook de wetenschappen tot die inkruipsels, welke, met zooveel andere, het menschelijke leven bedorven hebben en wel door toedoen van diezelfde wezens, aan wie alle wandaden haar oorsprong te danken hebben, de daemonen, die daaraan ook hun naam ontleenen, die men door ‘wetenden’ zou kunnen verklarenGa naar eindnoot146). Dat eenvoudige volk der gouden eeuwGa naar eindnoot147) kende immers de wapenen der wetenschappen niet en leefde alleen volgens de leiding en de stem der natuur. Waartoe had men toch de spraakkunst noodig, daar allen dezelfde taal bezigden en men met het spreken geen ander doel beoogde dan elkaar te verstaan? Wat nut had de redeneerkunst, toen er nooit verschil over tegenstrijdige gevoelens bestond? Wat behoefte gevoelde men aan de redekunst, toen niemand het zijn medemensch nog lastig maakte? Waartoe had men de wijsheid der wetten noodig, toen er nog geen onzedelijkheid bestond, waaruit ongetwijfeld de goede wetten zijn voortgekomen? Voorts waren zij te godsdienstig om uit goddelooze nieuwsgierigheid de geheimen der natuur, de afmetingen der gesternten, hun bewegingen, invloeden, de geheime oorzaken der dingen uit te vorschen; zij achtten het een gruwel, zoo een sterveling wijzer trachtte te zijn dan hem vergund was. Natuurlijk kwam de onzinnige gedachte om te weten wat aan gene zijde des hemels ligt, in het geheel niet bij hen

[pagina 65]
[p. 65]

op. Doch toen langzamerhand de reinheid der gouden eeuw verdween, zijn eerst, gelijk ik reeds opgemerkt heb, door die booze geesten kunsten en wetenschappen uitgevonden, maar zij waren weinig in aantal en deze vonden nog bij weinigen ingang. Later voegde het bijgeloof der ChaldeeërsGa naar eindnoot148) en de ledige lichtzinnigheid der Grieken tallooze andere hierbij, enkel en alleen tot pijniging der geesten, zoodat zeker de spraakkunst alleen volop in staat is het leven tot een onafgebroken foltering te maken.

eindnoot145)
In een van Plato's geschriften komt het verhaaltje voor, hoe de Egyptische god Theut de verschillende kunsten, die hij had uitgevonden, waaronder ook het letterschrift, aan den koning van Egypte uiteenzette en aanprees. Maar deze wilde van het letterschrift niets weten, omdat het geheugen der menschen er door zou verminderen en zij waanwijs in plaats van wijs zouden worden.
eindnoot146)
Plato leidt ergens - trouwens geheel ten onrechte - het Grieksche woord ‘daimoon’ = ‘goddelijk wezen’ van daëmoon = ‘wetende’ af.
eindnoot147)
In de grijze oudheid zou de gouden eeuw, een tijdperk van eenvoud, vrede en geluk, geheerscht hebben en de aarde een paradijs geweest zijn.
eindnoot148)
Naam van de bewoners van Babylon, bekend als sterrenwichelaars, en verder van alle sterrenwichelaars in het algemeen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken