Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De lof der zotheid (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van De lof der zotheid
Afbeelding van De lof der zotheidToon afbeelding van titelpagina van De lof der zotheid

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.16 MB)

Scans (17.27 MB)

ebook (5.86 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Editeur

A.H. Kan

Illustrator

Hans Holbein de Jonge

Vertaler

Johannes Benedictus Kan



Genre

proza

Subgenre

lofdicht(en)
satire
vertaling: Latijn/Neolatijn / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De lof der zotheid

(1952)–Desiderius Erasmus–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoofdstuk LIX
Pausen.

En dan de Pausen, die Christus' plaatsvervangers zijn, als zij hem in zijn leven trachten te evenaren, nl. in zijn armoede, werkzaamheid, leer, kruis, levensverachting, als zij denken of aan hun naam Paus, d.i. vader, of aan hun bijnaam, n.l. allerheiligste, wat is er dan wel treurigers in de wereld denkbaar? Of wie zou die waardigheid voor zijn gansche vermogen willen koopen, of haar, als hij haar door geld verworven heeft, met het zwaard, met vergif en met allerlei gewelddadige middelen verdedigen? Van hoeveel voordeelen zou de wijsheid hen berooven, als zij eenmaal ingang bij hen vond? Wat zei ik: de wijsheid? Neen, zelfs een korreltje van dat zout, waarvan Christus melding maaktGa naar eindnoot322). Zooveel schatten, zooveel eerbewijzen, zooveel heerschappij, zooveel overwinningen, zooveel ambten, zoo-

[pagina 133]
[p. 133]

veel dispensaties, zooveel inkomsten, zooveel aflaten, zooveel paarden, muilezels, wachters, zooveel genietingen. Gij

illustratie

ziet, welk een markt, welk een ruime oogst, welk een zee van goederen ik in weinig woorden heb samengevat. In hun plaats zal zij (de wijsheid) vigiliën, vasten, tranen, toespraken, preeken, studiën, zuchten en duizenden dergelijke ellenden invoeren. Maar men moet niet over het hoofd zien, dat dan zooveel schrijvers, zooveel kopiïsten, zooveel snelschrijvers, zooveel advocaten, zooveel promotorenGa naar eindnoot323), zooveel secretarissen, zooveel muilezeldrijvers, zooveel paardenknechten, zooveel wisselaars, zooveel koppelaars (haast had ik er nog meer weekelijke benamingen aan toegevoegd, maar ik vrees, dat die voor de ooren te hard zullen zijn), kort en goed, een zoo groote drom van menschen die den Roomschen stoel tot schande, ik vergiste mij daar, tot sieraad strekt, meende ik, honger zou moeten lijden.

Zeker zou dit een onmenschelijke en verfoeilijke daad zijn, maar nog veel afschuwelijker zou het zijn, als zelfs de hoogstgeplaatste kerkvorsten en de ware lichten der wereld, weer tot bedelzak en bedelstaf werden gebracht.

[pagina 134]
[p. 134]

Nu echter, als er eenig moeilijk werk te verrichten is, laten zij dit gewoonlijk aan Petrus en Paulus over, die overvloed van tijd hebben, maar nemen al den glans en al het genot voor zich. En zoo heeft zeker, door mijn toedoen, haast geen soort van menschen een lekkerder en minder kommervol leven, daar zij meenen hun plichten jegens Christus volop vervuld te hebben, als zij door een mystischen en haast op het tooneel thuis behoorenden dos, door ceremoniën, door de titels van ‘Zaligheid, Eerwaardigheid’ en ‘Heiligheid’ en door zegeningen en vervloekingen den bisschop spelen. Wonderen te verrichten is reeds lang verouderd en geheel uit den tijd: het volk te onderwijzen is moeilijk; de Heilige Schrift te verklaren schoolvossenwerk: bidden onnut: tranen te storten vervelend en verwijfd: gebrek te lijden onfatsoenlijk: zich door anderen den loef te laten afsteken schandelijk en weinig in overeenstemming met de waardigheid van hem, die ternauwernood zelfs de aanzienlijkste vorsten tot het kussen zijner zalige voeten

illustratie

toelaat: eindelijk sterven onaangenaam: aan het kruis geslagen te worden schandelijk. Nu blijft hun alleen dit over, de wapenen en de zoete zegeningenGa naar eindnoot324), waarvan Paulus spreekt, en met deze zijn zij waarlijk mild genoeg, banvonnissen, schorsingen, aggravaties en redaggravatiesGa naar eindnoot325), vervloekingen, schilderijen van helsche straffen en dien vrees inboezemenden bliksem, waardoor zij met één wenk de zielen der menschen zelfs dieper dan den TartarusGa naar eindnoot326) zenden. Evenwel gebruiken die allerheiligste vaders in Christus en Christus' stedehouders juist dit wapen tegen

[pagina 135]
[p. 135]

niemand met grooter felheid dan tegen hen, die op aanzetten van den duivel de bezittingen van Petrus trachten te verminderen en te verkleinen. Ofschoon deze apostel in het Evangelie zegt: Wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgdGa naar eindnoot327), noemen zij desniettemin landen, steden, belastingen, tollen en heerschappijen zijn bezitting. Als zij van ijver voor Christus blakend hiervoor met vuur en zwaard strijden, niet zonder daarbij veel Christenbloed te vergieten, dan eerst gelooven zij de kerk, Christus' bruid, als apostelen te verdedigen, door haar vijanden, zooals zij ze noemen, door hun dapperheid te verslaan. Alsof er verderfelijker vijanden voor de kerk bestaan dan goddelooze pausen, die én door hun stilzwijgen Christus doen vergeten én hem binden aan wetten, voordeelshalve gegeven, én hem door gedwongen verklaringen geweld aandoen én hem door hun verpestend levensgedrag vermoorden. Ofschoon verder de Christelijke kerk door bloed is gesticht, door bloed versterkt en door bloed in wasdom is toegenomen, verdedigen zij hun zaak met het zwaard, alsof er geen Christus bestond, wiens gewoonte het was, de zijnen te verdedigen: en ofschoon de oorlog een zoo gruwelijk iets is, dat hij wilden beesten, niet menschen betaamt, zoo waanzinnig, dat ook de dichters hem voorstellen als door de Furiën gezondenGa naar eindnoot328), zoo verpestend, dat hij een algemeen zedenbederf in zijn gevolg heeft, zoo onrechtvaardig, dat de gemeenste bandieten hem het best voeren, zoo goddeloos, dat er tusschen Christus en hem volstrekt geen gemeenschap bestaat, laten zij toch alle andere dingen achterwege en houden zich alleen met hem bezig. Hierin kunt gij zelfs afgeleefde grijsaardsGa naar eindnoot329) een jeugdige kracht zien ontwikkelen, zonder zich te storen aan de kosten of vermoeid te worden door de inspanning of zich door iets te laten afschrikken, alle menschelijke zaken onderste boven te werpen. Het ontbreekt ook niet aan geleerde vleiers, die

[pagina 136]
[p. 136]

dezen handtastelijken waanzin ijver, vroomheid, dapperheid noemen en een weg hebben weten te vinden, waardoor het mogelijk wordt het doodelijke staal te trekken en in het ingewand zijns broeders te drijven, zonder dat daardoor aan die hoogste liefde eenige afbreuk wordt gedaan, die volgens Christus' voorschrift de Christen zijn naaste schuldig is.

eindnoot322)
In de bergrede (Matth. V-13): Gij zijt het zout der aarde.
eindnoot323)
Ambtenaren belast met het onderzoek naar misdrijven. Ook werd dezelfde titel aan hen gegeven, die, zoo dikwijls er sprake was van een heiligverklaring, alles, wat daartegen pleitte, moesten aanvoeren.
eindnoot324)
Brief a/d. Romeinen hoofdst. XVI-18; eigenlijk staat daar in de Vulgaat (Latijnsche bijbel): ‘zoete praatjes en zegeningen.’
eindnoot325)
Aggravatie = excommunicatie (de uitsluiting van het avondmaal of zelfs van alle werkelijke gemeenschap); redaggravatie = de herhaling daarvan.
eindnoot326)
De onderwereld bij de ouden.
eindnoot327)
Matth. XIX-27.
eindnoot328)
Zoo Vergilius in de Aeneïs.
eindnoot329)
Julius II, die in 1503 zestig jaar oud tot paus gekozen werd, voerde gedurende zijn tienjarige regeering onafgebroken oorlog. Hij ontzag zich zelfs niet de hulp der Turken tegen de Franschen in te roepen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken