Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Korte verhalen (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Korte verhalen
Afbeelding van Korte verhalenToon afbeelding van titelpagina van Korte verhalen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

Scans (9.03 MB)

ebook (3.03 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Korte verhalen

(1906)–Emile Erens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

Annunciatie.

Het was een ronde kamer, met hooge zoldering van zware bruine balken, waartusschen diep op blauwen grond blonken gouden sterren. De wanden bekleedde een vlechtwerk van zachte gele kleur en daarin was gevlochten een helder lijnenspel in paarsch, dat opwaarts klom in lichte wendingen. Van de zoldering neder aan lichte kettingen hingen drie lampen van koper, vlakke schalen vol goudgele olie waarop dreven de brandende pitjes.

Alleen in lange nacht, terwijl uren reeds duurde de stilte, zat daar Maria verzonken in zoete gebeden. Ze knielde neergebogen in den zwakken schijn der lampen, midden op den donkeren leegen vloer. Haar tenger lichaam was diep verscholen in de plooien van een wit gewaad, dat over haar rug een lange booglijn trok tot haar voeten neder. Een groote sluier wolkte om haar een droom van blanke vroomheid en onder het witte waas blonken de blonde lokken heel zijde-zacht en stonden de blauwe oogen heel bloemeklaar. Haar

[pagina 2]
[p. 2]

blikken bloeiden vol van kuische liefde als onbewogen vreugde van bloemen, ontloken in stilte van lommerende bladeren. En de gebeden stegen in milde zaligheid en zij dreven zacht henen elkander volgend in lange rijen, zooals in najaarstijden hooge vogelen trekken met vlokkende geluiden van heimwee-verlangen des nachts door blauwen hemel. Haar liefde werd een heilige zang die zweefde in het wijde, verloren in de lichte schoonheid Gods.

Langzaam zonk het stille hoofd diep neder in de groote plooien op haar borst, uitgedoofd was de blauwe vreugde van haar oogen en nu glommen de losse lokken alleen nog onder het witte waas van den sluier.

Dan was het, dat met zacht gedruisch als van lange winden waaiend in het donkere hout bij avond, stralen daalden een breede stroom en langs de lichte banen zweefde tot haar neder de groote blanke engel.

Alles van de aarde was verdwenen, klein gebogen in den breeden vloed van licht zat alleen de teere vrouw verscholen in de ruime gewaden, die plooiden, als van een plant de takken neergebogen onder zwaar gevallen sneeuw. Bij haar stond de engel recht omhoog, terwijl zijn lange haren zweefden acher hem als waaiend in het ruischende licht en in de wijde stralenruimte klonken de zuivere klanken toen hij haar vroeg te lichten den sluier van haar aangezicht. En uit het wit omhoog reikte haar reine hand, bleek doorschenen van het fonkelwitte licht en schoof den grooten sluier weg. Nu zat zij in nedrigheid een kind gelijk en met

[pagina 3]
[p. 3]

oogen open in hemelblauwe liefde zag zij in het lichtgelaat des engels. Weer sprak de engel en klonken zijn woorden groot als accoorden vol gouden schal, toen hij verkondigde de boodschap van Gods liefde. En na een korte stilte sprankelden geluidjes van teederheid fijn, toen Maria diep buigende het antwoord sprak van eenvoud rein.

Dan opende wijd het hemelruim in hooger gloed van witheid en als de schaduw van een wolkje wegvliedt over het land voor de machtige zonnestralen, vlood voor het witte Godsmysterie de breede engelenglans. Stroomen van licht daalden neder en wolken van reinheid straalden uit in het eindelooze ruim. En klein en zacht in de wijde eenzaamheid van glans zat de maagd, stil gebogen onder den neergevallen sluier. Haar liefde was ontvlamd in het zachte vuur der extase, haar lichaam, doorschijnend nu geworden onder het wijde omhulsel der gewaden, schitterde in kuischheid als een pure vaas, die stil te vonkelen staat in morgenzonneschijn. En als licht glom in haar schoot de levende Liefde van God.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken