Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Korte verhalen (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Korte verhalen
Afbeelding van Korte verhalenToon afbeelding van titelpagina van Korte verhalen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

Scans (9.03 MB)

ebook (3.03 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Korte verhalen

(1906)–Emile Erens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 119]
[p. 119]

Piano.

In een bleek groene kap, dicht geplooid als een treurende bloem, schemerde de lamp. Donkerheid fluweelde het behang en lommerig hing ze in de exotische bladlijnen van het witte plafond. Verscholen uit de vensternis reikte een palm zijn groot gespreidde bladeren op sierlijk bogende steelen. Daartusschen, hoog oprijzend op rechten stengel één groote Chrysant, goudrood, wijd open in liefdepracht, zuiver gegevene liefde, blinkend in de welkende schemering. Rondom donkere plooien van spiegeldraperiëen en gordijnen, en japansch goudborduursel, fantastisch stil uitkijkend uit de hoeken. Een piano en daarvoor een meisje, spelend gestadig al door, een meisje als een vogeltje zoo licht en teer. Het blonde haar lag kalm en glansloos, losgevallen langs het weeke gelaat, en onder de fijn streepende wenkbrauwen de oogen half gesloten als in extase ziende de mooie fantasiëen der toonen. Zoo zat ze, het smalle hoofdje zwak gebogen, en de lichte handen trippelden,

[pagina 120]
[p. 120]

zweefden in het glimwit der toetsen. Om haar zongen de geluiden, opstijgend in wolkjes en wolken, vullend de droomende schemering; en ze golfden als wit licht, altijd uitgolvend, breed uit, uit verte etherisch licht.

Weggedoken, diep liggend in donker fluweel het luisterend gelaat van een man, roerloos met dunne lippen, de vage oogen op het meisje dat ver af zat in het bleek groene lampenlicht, in mooie vrouwenzachtheid van lijn van de zacht gewelfde buste en het hooge lichte kopje met het sluimerdroomend oog, even zichtbaar in profiel......

Ver in oude dagen leefde er heldere herinnering van geluk, blauwe zomerdagen vol koele droomen, hoog gevlogen tot in ijle onbewustheid; en brandende dagen vol hartstocht, uitgeleden in stille weeën. Daarna uitputting van gevoel, koude tijden van gevoelloosheid, tijden van eenzaamheid en kil nevelend lijden. En zij hadden elkander verloren in het wijde leven......

Als uit verre luchten kwamen de toonen steeds aan, zij zonken zacht als vederen en zij speelden lief als kinderen, zij dreven in lange glanzende stralen rond en rond in wisselende kleur. En in het klare licht der geluiden zag hij hare ziel oprijzen in zuiverheid, zag hij ze in de schoonheid harer vormen, streelend zijn gevoel. En ook zij voelde dat hare taal werd opgenomen in zijne opene ziel.

Lange luidende klanken stegen in de stilte. Als zang van droeve vogelen drijvend over donkere wateren

[pagina 121]
[p. 121]

eenzaam, de klagende toonen, opgaand in gelaten droefheid, dan bitter wegstervend in hopelooze duisternis.

Toen plotseling flikkerde op de oude herinnering: als slingerende gierlanden van wit, vol liefde streelend in donzige omarming.

Als teederheid, gehuld in diaphane wazen zinkend over hem in zacht bewogen trilling. Nu wild op eens als suiselzingend gevlam van gloeienden hartstocht, laaiende op met walmend donkeren gloed.

Eindelijk opbloeiend langzaam hooger, langzaam grooter uit het afstervende gloeien een groote weenroode bloem van liefde, zich vol openende, zich geheel gevende in geurende ontplooiing......

Stil was het geworden in de schemering en beiden zaten roerloos stil.... nog zweefden der geluiden mystieke beelden in het zwakke lampenlicht.....

Zij hadden elkander teruggevonden in het spel der toonen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken