Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Litteraire wandelingen (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Litteraire wandelingen
Afbeelding van Litteraire wandelingenToon afbeelding van titelpagina van Litteraire wandelingen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.23 MB)

Scans (21.26 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.45 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Litteraire wandelingen

(1906)–Frans Erens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 301]
[p. 301]

Luis Coloma.

De orde der Jesuïten is nog steeds een machtige factor in de tegenwoordige Europeesche samenleving. Hun politieke invloed is veel minder dan in de vorige eeuw, toch zijn zij in eenige Europeesche staten de ‘bête noire’ der staatslieden. In elk geval vormen zij in de strijdende Kerk nog altijd de keurbende, vast aaneengesloten staande onder één enkel direct opperhoofd, hun generaal. Aan pastoors of bisschoppen behoeven zij zich niet te storen en de wenken van den paus gelden alleen in het laatste ressort. In hun geestelijk militarisme ligt hunne kracht. De concentratie van al hunne verstandelijke vermogens doet eene som van krachten ontstaan, waarmeê de wetenschap op het oogenblik nog steeds rekening dient te houden. Zij gaan, waar het hun noodigschijnt, met den tijd meê. Zoo nemen ze de leer van Thomas niet meer in haar geheel over, maar waar zij met de moderne ontdekkingen der wetenschap in strijd schijnt, verwerpen zij die, in tegenstelling met de Dominicanen, die bijna zuivere thomisten zijn.

[pagina 302]
[p. 302]

Maar toch, hoeveel diensten zij ook aan de Kerk bewijzen, de basis en de grondsteen van het catholicisme zijn de contemplatieve orden. Zij zijn de geest (het verschijnsel) van het lichaam, waarvan dikwijls het jesuïtisme als arm dienst doet.

De Jesuïten zijn dus hoofdzakelijk mannen van actie of koel verstand. Vandaar dat zij in de kunst weinig superieurs geleverd hebben, met uitzondering van den Spanjaard Isla door zijn Fray Gerundio en den Duitscher Friedrich v. Spee.

Op het oogenblik is het wederom een Spaansche Jesuïet, die veel van zich doet spreken en waarin velen een groot litterator zien. Zijne romans en novellen worden in vele Europeesche talen overgezet en Jhr C.C.H. Martens heeft er onlangs één in twee deelen in het Nederlandsch vertaald.

Heel mooi komt me de vertaling niet voor, maar zij laat zich toch goed lezen. De titel is: ‘Aristocraten te Madrid’, met het Shakespeareaansche motto: something is rotten in the state of Denmark. Dit duidt genoeg aan, dat het een boek met tendencie is. Als zuiver kunstwerk kan het niet beschouwd worden. De heer Coloma, zooveel uit zijn geschrift is op te maken, is leeraar op eene kostschool van Jesuïten in Spanje. Het gedeelte, waar over jongens gesproken wordt, is het best geslaagd. Hij spreekt daar uit eigen aanschouwing. Toch moet men hem ook bewonderen, waar hij de gesprekken, het doen en laten der Spaansche groote wereld vertelt. Dat doet hij met eene nauwkeurigheid, dat men zich dikwijls afvraagt: Hoe kan een Jesuït dat allemaal zoo weten?

Hij geeft de toestanden der groote heeren en dames,

[pagina 303]
[p. 303]

der grandes van Spanje gedurende het korte regeeringstijdperk van Amadeus en het begin van het bewind van Alfonsus XII.

De gravin Currita Albornoz is de toonaangeefster der mode te Madrid. Zij is getrouwd met Ferdinando, Christian Robustiano, Carlos, Luis Gonzaga, Alfonso de la Santissima Trinidad, Anacleto, Vicente Markies van Villamelon, grande van Spanje. Haar man is een halve idioot. Hij heeft in zijne jeugd eens een zeeslag kort bij de kust bijgewoond, waar hij altijd aan het hof van vertelt, sprekende van zijn ‘land-zeeslag’. De koningin verzoekt hem voor de afwisseling van tijd tot tijd eens van den ‘zee-landslag’ te verhalen.

Currita leidt een zeer vrij leven. Zij heeft eerst tot minnaar den jongen secretaris van den Markies. Deze duelleert voor haar en valt getroffen door den kogel. De vooravond van het duel, wanneer deze met zijn wandelstok, op eene bank op de Plaza del Oriente gezeten, figuren in het stof teekent, is een aardig geval, vol stemmige verwachting.

De dood van haar minnaar maakt op haar weinig indruk en het duurt niet lang of zij neemt een jongen man van meer rijperen leeftijd tot haar besten vriend. Deze, vroeger gezant in Constantinopel, is naar zijn vaderland teruggekeerd met het doel eene groote politieke rol te spelen. Hij is een oud vriend van generaal Prim en Garibaldi. Hij is een der voorname heeren der vrijmetselarij. En hier zit het zwakste punt van het verhaal. Deze heer verbreekt zonder aangegeven grond

[pagina 304]
[p. 304]

eenige brieven, gesloten met het zegel der vrijmetselarij, en geeft zonder eenigen grond die zegels aan een karikatuur van een vent, een vieux beau, die overal bij is, wiens taak in dien kring schijnt te zijn nieuwtjes te vertellen en die voor liefhebberij eene kostbare verzameling van zegels er op nahoudt. Waarom is hij een verrader? De auteur geeft er geen antwoord op. Hij is een geheimzinnige figuur. Zijne naam is Jacobo Tellez Ponce Melgarejo Markies van Sabadell. Het karakter van Currita, de heldin van den roman, is overigens scherp geteekend. Coloma heeft over dit hoofd zijne violente hand gelegd en er uitgehaald wat zijn instinct van boetprediker hem ingaf.

Zij beleeft een tijdperk van glorie. Zij intrigeert overal en is eene zeer geslepen leugenaarster. Haar salon is het rendez-vous van de Madrileensche wereld. De gezanten der vreemde mogendheden dineeren daar naast ministers en generaals. Overal mengt zij zich in, conspireert ook tegen de regeering van Amadeus; haar huis wordt door een troep politie-agenten doorzocht, waarbij (zeer Spaansch) eene van hare vriendinnen uit woede tegen de politie-agenten de tong uitsteekt.

Onder Alfonsus XII gaat het haar in het begin nog goed en staat zij nog aan het hoofd van het bataillon der groote dames. Maar langzamerhand rijst er eene mededingster voor haar op, de deugdzame, schatrijke en zeer nobele markiezin Maria de Villasis, eene reeds bejaarde, vrome, strenge en buitengewoon intelligente vrouw. Op hare invitaties voegt zij de mededeeling er bij, dat er alleen deugd-

[pagina 305]
[p. 305]

zame dames door haar zullen ontvangen worden. De boel verloopt nu bij Currita en haar salon moet plaats maken voor dien van Maria de Villasis. Zij verliest ook de gunst van het Hof en wordt ten slotte weer eene deugdzame vrouw, die haar ellendigen man goed verzorgt en oppast.

Een staaltje van de schrijfwijze van pater Coloma. Sprekende van eene soirée, zegt hij:

‘Alle deuren en vensters stonden tegen elkaar open en veel meer dan eene bijeenkomst van menschen scheen het een verwarde hoop te zijn van juweelen, veeren, bloemen, opzichtige stoffen en halfnaakte vrouwen, waartusschen de mannen als zwarte vlakken donker uitkwamen, die, zweetend en half gestikt, tusschen haar door wriemelden als zwarte wormen, die door deze dichte massa van duivels en vleesch waren uitgebroed.’

Zeer interessant is de beschrijving der plechtigheid van het ‘cubrirse’ der grandes van Spanje in tegenwoordigheid van den koning: eene ceremonie, die op den huidigen dag nog precies op dezelfde manier verloopt, als onder Karel V. Deze heeft het aantal der edelen, die in zijne tegenwoordigheid den hoed mochten opzetten, zeer beperkt. Maar waarom steeds die hatelijkheden op den journalist? Waarom elken keer verteld, dat hij op soirée's zijne zakken met sandwiches vult en dan, als het daar heel mooi is geweest, geene woorden voor zijne beschrijving kan vinden en slechts eenige oh!'s met een ontelbaar getal uitroepingsteekens zet uit louter bewondering? Zeer Spaansch!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken