Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
Afbeelding van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.60 MB)

Scans (27.87 MB)

XML (2.06 MB)

tekstbestand






Editeur

H.A. Wage



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/brieven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 193]
[p. 193]

121.
Brief
.

's-Gravenhage, 24 Jan.13.

Hooggeachte Heer,

Eindelijk vind ik tijd, U te schrijven. Ik studeer nu met zooveel ingespannenheid rechten - ik kom er meer in gelukkig - en de vrije tijd, die klein is, wordt zoo ingenomen door mijn drie uitgaven,Ga naar voetnoot356 dat ik heel wat correspondentie laat liggen.

Eerstens stuur ik U hier mijn cyclusje sonnetten. Zij zijn zonder verband ontstaan, maar zoo gegroepeerd als ik het hier deed, in elkaar overgeleid, geven zij, meen ik, een vrij volledig beeld. Ik zelf houd erg van deze verzen, - misschien omdat ze zoo kort zijn ook, - en ik hoop maar, dat Uw oordeel het mijne niet logenstraft. Het 16e vers ‘Wintermiddag’ is een poëtische ‘neerslag’ van een moment van onze wandeling, de laatste maal dat ik bij U was.Ga naar voetnoot357 Misschien herinnert U het zich.

Ik heb Jacques toch gevraagd, of hij een kritiek over mijn bundel wou schrijven. Ik zal het interessant vinden nu zíjn uitwerking van het probleem (?) rhetoriek te lezen. Ofschoon het mijn naam bij de smalle gemeente in geesteszaken niet goed zal doen, dat hij met het woordt rhetoriek voortdurend in verband gebracht wordt. Laissez aller - laissez passer.

Wat U interessant zult vinden: Ik geef 2 deeltjes Andrian, op zijn verzoek.Ga naar voetnoot358 Het eerste deel: Der Garten, maar onder zijn oorspronkelijke titel ‘Das Fest der Jugend’. Het tweede: Gedichte. Hij zond mij vast 6 gedichten, uit 't hoofd geschreven. Vier daarvan stonden reeds in de Blätter, maar met vele varianten, - hij schijnt dat vergeten te hebben - twee nieuwe.Ga naar voetnoot359 Hij was er erg voor, schreef hij, om een complete ed. te hebben van de goede gedichten uit de Gartentijd. Andrian zond mij een ex. v.d.Duitsche privatdruk die niet bepaald een voorbeeld van fraaie boekkunst is. No 80 van 100 exx-, in elk geval iets zeldzaams. Verscheidene stylistische veranderingen. Wat de gedichten betreft, - hij wist niet, waar zijn oude manuscripten liggen. 't Is een lastig geval, vooral om de juiste lezing te hebben. De lezingen van zijn handschrift lijken mij aan detailverzwakken te lijden, wat natuurlijk weer een gevolg van een lange sluimering in het geheugen is. Overigens schrijft Andrian de meest beminnelijke brieven. Hij schijnt aan mijn ‘van’ te denken, dat ik adellijk ben.Ga naar voetnoot360

[pagina 194]
[p. 194]


illustratie
Blad 1 van de vertaling, door P.N. van Eyck, van Stéphane Mallarmé's dramatisch fragment Herodiade, eerst verschenen in 1954, bij De Beuk te Amsterdam.


[pagina 195]
[p. 195]

Babbel ik erg? U, die 't boekje vertaald hebt, stelt er misschien wel belang in.Ga naar voetnoot361 Ik voor mij acht het één van de meest volledige en doordringende oplossingen van het Narcissusprobleem, naast Mallarmé's Herodiade.Ga naar voetnoot362 De laatste op het tooneel van de, verwijde - verbeeldingsfiguren, de eerste uit het leven zelf ontleed en neergelegd. Een van de meest karakteristieke, (psycho-)logisch -noodwendige dingen was (aangenomen dat het boekje de waarheid is over het leven van Erwin) dat het door geen ander gevolgd mocht worden, omdat het steriele Narcissuswezen na zich zelf éénmaal volledig gegeven te hebben, niets overbleef, wilde het zich zelf niet ontkennen, dan te zwijgen. Ik vind het zoo merkwaardig dat Andrian zelf de waarheid van zijn boekje op deze wijze bewezen heeft. - Ik vraag mij, al schrijvend af, waaróm ik deze dingen, die U zoo goed weet als ik, schreef. Vergeef mij, s.v.p. mijn onnoodige ontboezeming om de overweging, dat ik mij zoo met het boekje bezig hield op 't oogenblik. De gedichten zijn alle uit het zelfde jaar als der Garten!

Weet U, dat mij de gedachte, aan het geld nog erg gehinderd heeft? Ik dacht: had ik wat meer mij zelf met boekenkoop bedwongen, dan was het niet noodig geweest, - en hoe in Uw opmerking van 's morgens: je bent nogal koopziek - misschien een stille veroordeeling van mijn honorarium vragen lag. In mijn betere oogenblikken vind ik mij kleingeestig, maar ik wou het U toch schrijven, want dat er in Uw gedachten op mij iets af te dingen zou zijn qua onbaatzuchtigheid terwille der kunst, zou mij erg hinderen. Ook deze alinea mag ik wel weer met een ‘vergeef mij’ eindigen.

Wilt U Mevrouw, en ook de kinderen hartelijk van mij groeten. De dagen bij U behooren tot mijn mooiste. Mijn gedicht kan U doen zien, hoe ik er met mijn gedachten telkens nog bij bén en leef.Ga naar voetnoot363

Ook U zelf hartel.groetend

Hoogachtend
Uw
PN v.Eyck

 

[Wat Verwey in het principiële artikel De richting van de hedendaagsche poëzie behandeld had, werkte door in brief nr. 122 waarin als één der kritische elementen de hantering van de volzin wordt genoemd [vijfde alinea] en op de richting met een onderstreping van de redacteur [zesde alinea] wordt aangedrongen.]

voetnoot356
‘Mijn drie uitgaven’ - voor de Zilverdistel. Dat werden er vier: Leopold Andrian - Der Garten der Erkenntnis; P.N. van Eyck - Bevrijding; Leopold Andrian - Gedichte; en Charles Baudelaire - Les Fleurs du Mal. Aan de uitgave van de laatste bundel werkte Jean François van Royen en Jan Greshoff mee.
voetnoot357
Vermoedelijk zijn de elf sonnetten die in het mei-nummer van De Beweging IX (1913), 2; pp. 184-190 opgenomen werden een gedeelte van een ruimere hoeveelheid die Verwey toegestuurd was. Zij werden later in Het Ronde Perk II gevoegd. Zie Gedichten 1917; pp. 47-60 m.u.v. het grotere gedicht Ludovico il Moro. De Wintermiddag ontbreekt. Zie volg.brief van Verwey: (28 januari 1913) nr. 122 en daarbij noot 363.
voetnoot358
Zie nr. 117; noot 344.
voetnoot359
Blätter für die Kunst - zie nr. 90; noot 274 - genoot de medewerking van Leopold Andrian van 1894 tot 1901. In overeenstemming met diens opvattingen verscheen zijn werk enkele malen in bibliofiele uitgaven. Sinds het tweede nummer van Der Zwiebelfisch - zie nr. 100; noot 308- bestond een kring van 100 bibliofielen. Nṛ. 80 kwam uit de publikatie voor die groep.
voetnoot360
In Van Eycks dagen gold een andere spelling: ‘Adelijk wild’ was bedorven, reeds in ontbindingsproces. ‘Adellijk’ is wat hier bedoeld wordt.
voetnoot361
Verweys vertaling van Der Garten der Erkenntnis verscheen in De Beweging I (1905), 4; pp. 352-373; het slot in De Beweging II [1906], 1; pp. 120-131.
voetnoot362
Het ‘Narcissusprobleem’ was ook het thema van Stéphane Mallarmé's Herodiade. Van Eyck vertaalde dit gedicht op 7 en 8 november 1907 onder de titel: Herodias, een tweegesprek. Hij was toen twintig jaar. In zijn laatste levensjaar heeft hij het blijkens met potlood geschreven veranderingen herzien. Die gewijzigde tekst staat in het Amsterdams tijdschrift voor letterkunde, september 1954. Het nummer is geheel aan P.N. van Eyck als een ‘In memoriam’ gewijd: op 11 april 1954 was hij overleden.
voetnoot363
Wintermiddag werd niet gepubliceerd. Zie noot 357.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Uren met Platoon

  • over De getooide doolhof

  • over Het ronde perk

  • over Uitzichten


auteurs

  • over Paul Cronheim

  • over J.C. Bloem

  • over Nine van der Schaaf

  • over [tijdschrift] Beweging, De

  • over P.C. Boutens

  • over Stefan George

  • over Geerten Gossaert

  • over Jan Greshoff

  • over Willem Kloos

  • over Aart van der Leeuw


landen

  • Italië


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 24 januari 1913