Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
Afbeelding van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.60 MB)

Scans (27.87 MB)

XML (2.06 MB)

tekstbestand






Editeur

H.A. Wage



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/brieven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 209]
[p. 209]

131.
Brief
.

Noordwijk a/Zee 6 Maart 13

 

Waarde Van Eyck,

Dat de lezing van je artikel je bedruktheid zou wegnemen had ik gehoopt, en ook wel gewacht. Je droeg ze trouwens met zooveel humor dat ze me allerminst ontstemmen kon.

In de volledige lektuur van Milton heb je een aanwinst die ook door je hevige, en oprechte, afkeer van zijn Gods-conceptie niet kan worden tenietgedaan. Paradise lost is naar mijn mening het sterkste bewijs dat een kunstwerk groot kan zijn, en van de allergrootste, ondanks dat het op de indringendste manier kritiseerbaar is. Je opmerking dat Miltons God - als anthropomorph beschouwd - de onnoozelste en aanstootelijkste schepping is die zich denken laat, vind ik volkomen juist. Dat ook Shelley dat vond en de ware beteekenis van het gedicht zag in Lucifer, is ook waar.Ga naar voetnoot390 Iets anders is in hoeverre die moderne anthropomorphische opvatting tegenover Milton geldt en of die voor ons aanstootelijke verschijning niet de draagster is van een anders-geaarde verhevenheid. Er zijn hoogten en diepten waartoe ook de best gedisponeerde geest niet stijgen of zich in verzinken kan: vooral niet als de eeuwen scheiding maken en eigen ontwikkeling sterk aan noodzakelijke vormen gebonden is. Er zijn in het geestelijke systemen waartoe Milton, op den leeftijd toen hij zijn epen schreef misschien den weg vond, - een weg die ons vooreerst gesloten blijft.

Dit alleen om je mijn overtuiging mee te deelen daar Milton, als ieder groot en volgroeid dichter, zijn eigen geheim verbergt, dat in zijn uitwerking door ons gevoeld, maar niet door ons doorgrond kan worden.

Meer hiervan te zeggen zou tijd vereischen, en ook wel niet anders mogelijk zijn dan door een studie - die me misschien is voorbehouden.

[pagina 210]
[p. 210]

Met Paradise Regained was Shelley zeer ingenomen, en ik geloof ook dat dit gedicht van een andere zijde gezien moet worden dan van de ideëele. Milton kwam er eenigszins terug tot zijn jeugd - zooals Vondel in Adam in Ballingschap: de lente van zijn renaissance waait derdoor. -

Bij gelegenheid meer, en dan mondeling. Wat Gerretson schrijven zal wacht ik met belangstelling.

Geloof me, met hartelijke groeten, als altijd
je toegenegen
Albert Verwey

voetnoot390
In Dichters Verdediging: Shelley's A Defence of Poetry en Sidney's An Apologie for Poetry; vertaald door Albert Verwey. Amsterdam 1891, leest men op de pp. 33 en 34: ‘En Miltons gedicht (d.i. Paradise Lost) bevat niet minder dan een wijsgeerige weerlegging van 't stelsel zelf, waarvan het, door een vreemde maar natuurlijke tegenspraak, de populaire steun is geweest. Niets kan de kracht en pracht van zijn Satan te boven gaan. Het is fout te onderstellen dat hij daar ooit de volkelijke verpersoonlijking van 't kwade meê bedoeld heeft.’

‘Milton's Duivel staat als een zedelijk wezen even ver boven zijn God, als iemand die in een voornemen dat hij voor uitmuntend houdt, volhardt ondanks tegenspoed en marteling, staat boven een die in de koude veiligheid van zijn stellige zegepraal de gruwelijkste wraak neerregent op zijn vijand ... met het uitgesproken plan hem dol te maken totdat hij nieuwe martelingen verdient.’ Aldus Shelley in 1821 (publ. in 1840).
Mario Praz citeert uit The Revolt of Islam (1818) van dezelfde dichter een passage van Canto I waarin de slang, het symbool van het Goede, wordt onderdrukt door het Kwade. Zie The Romantic Agony, London etc. 1951, noot 16.
P.B. Shelley (1792-1822), een revolutionaire dichter, door Tachtigers geprezen en nagevolgd wegens de schoonheid van zijn poëzie en zijn onvoorwaardelijke overgave daaraan. Individualisten als de meesten waren, hadden zij echter weinig oog voor Shelley's ruimere aandacht voor het menselijk lot.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Uren met Platoon

  • over De getooide doolhof

  • over Het ronde perk

  • over Uitzichten


auteurs

  • over Paul Cronheim

  • over J.C. Bloem

  • over Nine van der Schaaf

  • over [tijdschrift] Beweging, De

  • over P.C. Boutens

  • over Stefan George

  • over Geerten Gossaert

  • over Jan Greshoff

  • over Willem Kloos

  • over Aart van der Leeuw


landen

  • Italië


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 6 maart 1913