Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
Afbeelding van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.60 MB)

Scans (27.87 MB)

XML (2.06 MB)

tekstbestand






Editeur

H.A. Wage



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/brieven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 8]
[p. 8]

197. Albert Verwey aan P.N. van Eyck, 31 mei 1914

Noordwijk/zee 31 Mei '14
1e Pinksterdag

 

Beste Van Eyck,

Ik heb de derde van je brieven afgewacht. Nu er nog een vierde komt zal ik daarom niet uitstellen je te schrijven.Ga naar voetnoot6 Het zou zonde zijn de inspiratie te verzuimen die aan deze dag eigen is. - Er was in je brieven een frissche toon van ernst en oprechtheid, een oordeelen zonder bijgedachten en een schrijven zonder valsche sieraden. Dat heeft me verbazend veel genoegen gedaan. Als je schakeeringen nu te fijn voor de krant zijn - niet alleen in het bespiegelende en meer uitgesponnene van het eerste stuk, maar ook in de karakteristieken van soms slechts een enkele zin in het tweede en derde, - dan is dat geen verwijt voor je. Het zal alleen noodig maken dat de deugd van je werk eerst door de besten wordt ingezien en op hun zeggen door de anderen. Wat een goede regel is. - Het schrijven over kunst, en het heele leven in Italië, zijn intusschen juist wat je gedachten en je stijl noodig hadden: vurige diepte behoeft het meest een sereen oppervlak.

Zooveel in antwoord op je ernst, - die me trouwens ook verraste uit de weloverwogenheid van je beweringen. Voor zooveel ik erover kan oordeelen heb je als ‘kunst-kenner’ in deze artikelen geen slecht figuur gemaakt.

Als je de Beweging ontvangt zul je zien dat daarin geen gebrek aan voortgang is. Het Juni-nr zal je, wel niet verbazen, maar toch verrassen door vier jeugdige dichters te gelijk:Ga naar voetnoot7 Berkel met glanzend-realistische, eigen aardig kunstvolle,Ga naar voetnoot8 Käthe Mussche met meer verfijnd-getinte, spits-bevallige sonnetten.Ga naar voetnoot9 Het is jammer dat in de laatste een paar drukfouten bleven die je vernuft moge verbeteren. - Maar over de Beweging moet jij liever mij schrijven dan ik jou: jij hebt voor een oordeel nu de vereischte afstand.

[pagina 9]
[p. 9]

Persoonlijk sta ik nu, na vijf maanden, nog niet ver genoeg van mijn laatste werk af, om in zijn geheel Het Zichtbaar Geheim te kunnen overzien.Ga naar voetnoot10 Het gevolg is dat ik in mijn hart onafgebroken weg verlang, om geestelijke afstand te zoeken in plaatselijke. Intusschen zoek ik mijn nieuwe richting meer instinktmatig, in lezen en denken.

Verster, die ik gister sprak, had je bespreking opgemerkt. Zilcken, toevallig in Leiden, had hem gevraagd, maar hij zou niet hebben meegedaan als hij geweten had hoe weinig goeds er was. Het eerste artikel had hem dadelijk getroffen als ernstig. Ik zei hem wie de stukken geschreven had. - Liesbet is op 't oogenblik in Rotterdam: zij was zeer in haar schik met de papieren. Of v.Royen aan Tine Baanders schreef, hoorde ik nog niet. - Groet je vrouw hartelijk, ook van mijn huisgenoten. Wij spreken vaak over jullie. Ik in 't bizonder houd mij voor uitvoeriger berichten (je briefkaart ontving ik) aanbevolen.

Je A.V.

 

Een belangrijk boek, pas verschenen, is de Brieven van Vincent aan zijn broer (Dl I - Wereldbibl).Ga naar voetnoot11

voetnoot6
Van Eycks vierde artikel over de Internationale Kunsttentoonstelling te Venetië zou op 2 juni in de NRC worden gepubliceerd. (Zie n. 4.)
voetnoot7
In De Beweging 10 (1914) 6 (juni), p. 296-311 waren gedichten opgenomen van Käthe Mussche, J. Berkel, W. van Bijgaarden met ‘Verwachting’, en A. van Leiden met ‘Het wonderleed’. Over Van Bijgaarden zijn geen nadere gegevens achterhaald; de ingenieur A. van Leiden (pseud. van Adriaan Rappard, 1879-1951) kreeg enige naam als componist. Met uitzondering van Van Leiden, droegen de drie overigen meermalen bij aan De Beweging. (Zie voorts n. 8 en 9.)
voetnoot8
Van J. Berkel (pseud. van Joh. van 't Lindenhout jr., 1892-1916) verscheen in 1918 de door zijn vader Jac. van 't Lindenhout ingeleide bundel Nagelaten verzen . In het juninummer van De Beweging waren vier sonnetten van hem opgenomen. (Zie ook n. 7.)
voetnoot9
Käthe Mussche (pseud. van Catharina Roeling, 1893-1982) was onderwijzeres in Amsterdam. In 1915 trouwde ze met Rinke Tolman (1891-1983). Zij debuteerde in 1918 met de bundel Zon en schaduw . Naast poëzie schreef zij schetsen over kinderen en artikelen in de door haar echtgenoot geredigeerde tijdschriften De Wandelaar (1929-1935) en In Weer en Wind (1937-1950). Zowel voor deze tijdschriften als voor Tolmans boeken over de natuur maakte zij foto's. In het juninummer van De Beweging waren zes sonnetten van haar opgenomen. (Zie ook n. 7.)
voetnoot10
De niet afzonderlijk gepubliceerde bundel Het rijk in de wereld was op 12 augustus 1913 voltooid. Tezamen met de het jaar tevoren bij De Zilverdistel verschenen bundel Het eigen rijk en het op of kort na 1 januari 1914 geschreven ‘Nieuwjaarsmorgen’ vormt hij één geheel, dat in 1915 onder de titel Het zichtbaar geheim bij W. Versluys te Amsterdam zou verschijnen. (Vgl. Uyldert II, p. 264.)
voetnoot11
De door Jo van Gogh-Bonger bezorgde uitgave van Vincent van Gogh, Brieven aan zijn broeder was in 1914 verschenen bij de Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur te Amsterdam; een derde deel zou nog in ditzelfde jaar volgen. Jo Bonger was de echtgenote van Theo van Gogh (1857-1891), de broer van Vincent van Gogh (1853-1890) aan wie de brieven uit de ter sprake gebrachte uitgave waren gericht.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Uren met Platoon

  • over De getooide doolhof

  • over Het ronde perk

  • over Uitzichten


auteurs

  • over Paul Cronheim

  • over J.C. Bloem

  • over Nine van der Schaaf

  • over [tijdschrift] Beweging, De

  • over P.C. Boutens

  • over Stefan George

  • over Geerten Gossaert

  • over Jan Greshoff

  • over Willem Kloos

  • over Aart van der Leeuw


landen

  • Italië


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 31 mei 1914