Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Josefine (1962)

Informatie terzijde

Titelpagina van Josefine
Afbeelding van JosefineToon afbeelding van titelpagina van Josefine

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.60 MB)

Scans (7.80 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Josefine

(1962)–HenriĆ«tte van Eyk–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

IX

We hebben zaterdagmiddag, net nadat alle kantoren beneden gesloten waren, een lekkage gekregen bij het achterraam. Het liet zich eerst niet zo ernstig aanzien, maar Aafje en ik hebben voor de zekerheid toch maar meteen de gordijnen afgenomen omdat we geen risico's wilden lopen met het goeie dure oud-rose velours.

‘Wat is dat nou toch ongezellig, zo precies voor de zondag,’ zei Aafje. ‘En het lekt eigenlijk niet eens zo erg. Maar

[pagina 45]
[p. 45]

ja, u hebt gelijk, we kunnen beter het wisse voor het onwisse nemen.’

‘En,’ ging ze verder, ‘we mogen nog van geluk spreken, dat het lek niet aan de voorkant zit, want dan hadden dáár de gordijnen af gemoeten en dan hadden we straks, als het licht aangaat, lakens moeten spannen voor het inkijken van de overburen.’

Ik vond het nogal gezocht van Aafje om van overburen te spreken, want de bomen en de hele Kloveniersburgwal zit tussen ons en die overburen, die heus wel iets belangrijkers aan hun hoofd zullen hebben dan inkijken.

Maar Aafje greep meteen deze gelegenheid aan om weer eens te wijzen op het nut van tuletjes. ‘Tuletjes,’ zei ze, ‘zijn echt nodig in een kamer als deze hier. Ik weet wel, het is een hele aanschaf met drie ramen aan de voorkant en dat grote brede raam op de binnenplaats, maar ze hebben hun nut. Er hoeft maar even dàt te gebeuren met de overgordijnen, of je zit zó te kijk. Het is tenminste een zegen, dat we aan de achterkant uitkijken op onze eigen keuken. Maar stel u nou es voor, dat daar aan de overkant van de binnenplaats vreemden zaten! Als er hier een schemerlamp brandde, zouden ze nu dwars door de hele kamer heen kunnen zien. Maar als we tuletjes hadden...’ O, Aafje met haar tuletjes! Ze zou overal strookjes en valletjes en zandlopertjes van tule willen hebben. In haar eigen kamer en in het keukentje kan ze zoveel tule ophangen als ze wil, maar in de huiskamer doe ik het voorlopig echt liever zònder, want ik vind het prettig om door de ramen aan de voorkant vrij-uit te kunnen kijken naar de boomtoppen en de meeuwen en de duiven en de huizendaken en de toren en - in de schemer - naar het rode en blauwe en gele schijnsel van lichtreclames in de verte. En ik vind het ook prettig om regelrecht door het achterraam ons keukentje te kunnen zien. De tuletjes, die daar dan wèl han-

[pagina 46]
[p. 46]

gen, maken het inkijkje wat wazig, maar je kunt toch het brandende pitje van het petroleumstel onderscheiden, en het glimmend aluminium van de pannen, en de koperen ketel, die staat te stomen op het kookkacheltje.

‘Als we tuletjes voor het achterraam zouden hebben,’ zei ik zaterdag tegen Aafje, ‘dan zouden die er nu toch óók af moeten. Kijk eens, het gutst langs de ruitjes.’

Inderdaad begon het steeds meer te lekken en we zetten emmers en teiltjes en de soepterrine neer om het ergste op te vangen. We hebben de huiseigenaar opgebeld, en de loodgieter, maar niemand was thuis. Toen hebben we het vloerkleed een eindje opzij gerold, en daarna hebben we gedweild.

Na een tijdje kwamen we tot de ontdekking, dat het voor ons eigenlijk nogal meeviel, want al het water sijpelde in steeds sneller tempo weg door de vloer.

We tobden er wel een beetje over waar al dat water bleef... ‘Het komt in het kantoor beneden,’ zei Aafje. ‘En net hier vlak onder staat de schrijfmachine van juffrouw Fenkel, en die heeft er alleen maar zo'n versleten zeildoeken hoes overheen. Die dure machine raakt helemaal verruïneerd door de vocht. Kunnen we niet iemand waarschuwen? Die arme juffrouw Fenkel.’

Juffrouw Fenkel, een stoere, grijze dame van een jaar of vijftig, heeft op de etage beneden ons, in de kamer, die uitziet op de binnenplaats, een vertaalbureau, en ze brengt 's morgens als ze naar boven komt, altijd onze post voor ons mee. Zo iets schept een band en dus hinderde het ons nu te moeten bedenken, dat haar grote schrijfmachine het weekend over daar maar rustig zou staan te verregenen.

‘Het enige is,’ zei ik, ‘dat we meneer Mars beneden even waarschuwen. Hij is tenslotte de conciërge en misschien heeft hij een sleutel of weet hij het huis-adres van juffrouw Fenkel.’

Meneer Mars had géén sleutel, en hij wist níét het huis-

[pagina 47]
[p. 47]

adres van juffrouw Fenkel, maar hij ging dadelijk met ons mee naar boven om naar het lekken te kijken, en hij zei: ‘Ja. U hebt gelijk. Het zakt allemaal door de vloer.’ En Aafje zei: ‘Het komt allemaal op die goeie dure schrijfmachine van juffrouw Fenkel...’

Meneer Mars herinnerde zich toen, dat hij beneden een schuif-ladder had staan van de schilders, die volgende week zouden beginnen met het houtwerk van de achtergevel. Hij ging naar beneden, en zette de ladder tegen de muur, en hij klom langs de ramen van ‘Het Confectie Centrum’, en langs de ramen van de verzekeringsmaatschappij ‘De Vaste Burght’, naar het raam van het vertaalbureau, waar tot zijn verbazing juffrouw Fenkel zat te typen onder een laaggetrokken lamp met groenporseleinen kap...

Juffrouw Fenkel is niet eens geschrokken toen ze daar zo ineens het hoofd van meneer Mars naar binnen zag kijken; ze heeft het raam opgeschoven en gezegd, dat 't bij haar best meeviel met de lekkage. ‘Ik heb haastwerk, dat af moet. Zodoende was ik hier. Gelukkig maar, want nu heb ik de typetafel achteruit kunnen schuiven. Anders was al dat water op mijn machine gekomen. Nu stroomt het rustig door de vloer naar het kantoor hier onder, op “de Vaste Burght”...’

We zijn bij ons op de Kloveniersburgwal niet zo op ‘De Vaste Burght’. De directeur maakt altijd moeilijkheden over moddervoeten in de gang en leveranciers door het huis en het blaffen van Bruuntje, de hond van mevrouw Mars. We besloten dus het water rustig te láten stromen, ook al omdat we niet wisten wat we ànders konden doen. ‘Ik zou niet eens binnen kùnnen door het raam,’ zei meneer Mars. ‘Hij is zo wantrouwend, hij heeft alles op de pen.’

We hopen nu maar, dat de lekkage zich niet uitbreidt tot de benedenverdieping, want daar zit ‘Het Confectie Centrum’ en dat zijn echt lieve mensen.

[pagina 48]
[p. 48]

De foto's, die Harry heeft gemaakt van de Siamese poes van mevrouw Terhal, zijn wèg, letterlijk wèg. Harry heeft net zo lang zitten retoucheren tot er niets meer overbleef. Maar Sofietje zegt, dat er iets overheen is gevallen, zwavelzuur of bleekwater...

‘Een mooie fotograaf is die Harry van jou!’ heb ik gezegd. En toen heeft Sofietje gezegd: ‘Hij is te klein behuisd, hij kan zijn vleugels niet uitslaan op die zolderkamer. Werkelijk grootmoeder, we moeten trouwen. Dan krijgt hij tenminste een huis.’

‘Een huis!’ heb ik gezegd. ‘Lieve kind, laat me lachen...’

Maar Sofietje hééft me niet laten lachen, ze heeft me - bijna - laten huilen, want ik ga hoe langer hoe meer begrijpen, dat het ernst is tussen haar en die lange onhandige slungel van een Harry, die denkt dat hij fotograaf is, maar die niet eens kans ziet een doodgewoon kiekje te maken van een doodgewone Siamees.

Ik zal Harry nòg eens bij iemand introduceren! Ik hoop, dat mevrouw Terhal het verhaaltje van het zwavelzuur gelooft. Maar dan nòg... Ik zal er volgende week op bezoek moeten, met een bosje bloemen. Narcissen zijn gelukkig niet zó duur meer...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken