Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kobus Wempe (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kobus Wempe
Afbeelding van Kobus Wempe  Toon afbeelding van titelpagina van Kobus Wempe

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.82 MB)

Scans (34.68 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Illustrator

C.S.T.M. Oudenaarden



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kobus Wempe

(1931)–Ruurd Feenstra–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 108]
[p. 108]

VIII.
Kobus en Froukje.

Tusschen Kobus en Froukje was het nog nooit goed in orde. Dat was lastig, maar het was nu eenmaal zoo. Kobus vond dat vervelend. En Hero vond het ook lastig. Want Froukje was zijn zusje, en Kobus was zijn vriend.

Toch moest Hero meestal zijn vriend gelijk geven. Heusch, de ruzie kwam niet door Kobus. Kobus was geen ruziemaker. Maar Froukje...

‘Ik vind dien Kobus heelemaal geen vriend voor jou,’ had ze eens tegen haar broer gezegd.

‘Dat is ie wèl,’ had Hero geantwoord. ‘Kobus is een goeie jongen.’

‘Zoo'n jongen uit een achterbuurt,’ smaalde Froukje.

Toen werd Hero nijdig.

[pagina 109]
[p. 109]

‘Wat kan mij dat schelen!’ riep hij. ‘Hij is mijn kameraad, en dat blijft hij ook. Wat zeur jij toch altijd over die achterbuurt. Daar weet jij niets van, want je bent er nog nooit geweest.’

‘Ik ga er ook nooit naar toe, geloof dat gerust,’ zei het meisje.

‘Ga er eens heen, dan kun je meteen de kamer zien, die wij net zoo mooi behangen hebben.’

‘Ik niet, ik dank je,’ zei het zusje met opgetrokken neusje.

‘Jij wordt ook zoo verwaand,’ zei Hero boos.

Froukje meende het heusch. Ze zou nooit komen in ‘dat buurtje’, zooals zij het noemde, waar Kobus en zijn moeder woonden.

En toch gebeurde het.

Op een middag na schooltijd.

Froukje deed op haar fiets enkele boodschappen voor haar moeder. Ze was al bijna klaar. Haar tasch, die aan het stuur van de fiets hing, was vol. Eén boodschap moest ze nog halen bij een winkelier, die dicht bij ‘het buurtje’ van Kobus woonde. Fleurig fietste ze langs de straat.

Ineens klonk het:

‘Dag Froukje.’

[pagina 110]
[p. 110]

Het meisje draaide haar gezicht om. Ze zag Kobus, die boven op een hekje zat.

‘Zoo,’ zei ze, en meteen reed ze door.

Kobus zag haar na.

Midden in de straat lagen tramrails. Froukje fietste er dicht bij. Ineens raakte ze met haar voorwiel in één der rails. Hoe het kwam, wist ze niet. Maar het was al gebeurd. Ze kon haar evenwicht niet meer houden, en viel met fiets en al om.

Kobus wipte van schrik van zijn hekje af en snelde het meisje ter hulp.

Dat zag er leelijk uit.

Froukje huilde. Haar jurk had een groote scheur gekregen. Maar dat was nog het ergste niet. Het meisje was echter met haar rechterbeen onder de fiets terechtgekomen. Haar knie was geschaafd en bloedde; en in haar kous was een gat zoo groot als een vuist.

En o, die fiets. Kobus zette hem overeind. Het stuur stond heelemaal scheef, de bel was een eind verschoven. De rechtertrapper liep aan tegen de kettingkast. Zoo kon Froukje er niet meer op fietsen.

Het ergste was nog de boodschappentasch. Die was ook op straat geslingerd met zoo'n vaart, dat vier zakken er uit waren gevallen

[pagina 111]
[p. 111]

en stuk waren gegaan. In den suikerzak zat de grootste scheur, zoodat haast alle suiker op de straatsteenen gestrooid was.

Kobus wist een oogenblik niet wat hij doen zou. Waar zou hij mee beginnen? Met Froukje maar, want die huilde zoo. Ook haar rechterhand was geschaafd en dat deed zoo'n pijn.

‘Kom mee, Froukje,’ zei hij. ‘Kom mee naar mijn Moeke. Die zal je wel verbinden.’

Het huilende meisje keek Kobus even aan. Liever ging ze direct naar huis. Maar de fiets was stuk.

‘En mijn fiets en de boodschappen,’ huilde ze.

‘O, dat doe ik wel,’ zei Kobus haastig. ‘Kom nou mee naar Moeke. ‘Die kan zoo goed verbinden.’

Froukje aarzelde. Veel zin had ze niet, maar o, die pijnlijke knie, en die kapotte jurk en kous. Daar durfde ze de straat niet mee over.

Ze stond op, en liet zich door Kobus naar hun kleine woning brengen.

‘Moeke, Moeke,’ riep Kobus. ‘Kom gauw.’

Moeke kwam naar voren. Toen ze het schreiende meisje zag met haar verscheurde en vuile kleeren, vroeg ze:

[pagina 112]
[p. 112]

‘Wat is er gebeurd?’

‘Froukje is gevallen, Moeke.’

Meer zei Kobus niet. Hij holde naar de straat terug om de fiets en de boodschappen te halen.

Intusschen had Moeke Froukje mee naar binnen genomen, en op haar eigen stoel neergezet.

‘Ziezoo meiske,’ zei Moeke. ‘Ga eerst maar eens even kalm zitten. Dan zal ik jou wel weer heelemaal opknappen, hoor. Doet het zoo'n pijn?’

‘Ja,’ snikte Froukje.

Moeke liep nu naar de keuken om wat water te halen. Uit de linnenkast nam ze een strook verbandlinnen. Daarmee knielde zij bij Froukje neer. Ze trok haar de rechterkous uit. Het meisje liet alles gewillig begaan. Ze was blij, dat ze met Kobus was meegegaan. Kobus z'n moeder was zoo vriendelijk voor haar. Ze werd kalmer en huilde niet meer.

‘Nu moet ik je even een beetje pijn doen, hoor,’ zei Moeke. ‘Want ik moet je knie eerst wat afwasschen.’

Moeke nam een nat lapje en begon. Handig haalde ze het vuil uit het wondje vandaan.

Hu, wat was dat koud! Toen het lapje op

[pagina 113]
[p. 113]

de geschaafde knie kwam, schrok Froukje van de pijn. Ze beet op haar lip, ze wilde zich flink houden en niet meer huilen.

‘Al klaar,’ zei Moeke. ‘Nu zal ik er een lapje ombinden, meiske, en dan ben je morgen weer heelemaal beter, hoor.’

Spoedig zat er een stevig verband om de knie. Gelukkig, nu was de pijn weg en kon Froukje weer glimlachen.

‘Weet je wat we nu doen,’ zei Moeke. ‘Trek je jurk maar even uit, dan zal ik die groote scheur wat bij elkaar halen. Jij kunt dan zelf wel even je kous stoppen, hè? Hier heb je naald en draad. Je kunt toch wel kousenstoppen, is 't niet?’

‘Jawel, juffrouw.’

‘Prachtig. En dan schenk ik een kopje thee. Je zult eens zien, over een kwartiertje zie je er weer als een dametje uit.’

Froukje lachte.

Ook keek ze het kamertje eens rond. Wat was dat behang leuk. Wat hingen er een portretjes aan. En wat stonden er een bloemen op de vensterbanken. Echt gezellig, vond ze.

Moeke schonk een kopje thee in.

‘Drink maar lekker op, meiske.’

Froukje voelde zich al heelemaal thuis in de kleine kamer. Kobus' moeder vond ze

[pagina 114]
[p. 114]

erg lief. Ze schaamde zich eigenlijk, dat ze altijd zoo raar over Kobus en zijn moeder gesproken had. Die waren heel anders dan ze gedacht had.

De beide dames gingen nu aan het herstellen van de gescheurde kleeren.

Kobus zat intusschen ook niet stil. Eerst had hij de fiets binnen het hekje gezet. Meteen had hij uit de keuken wat oude papieren zakken gehaald, want die bewaarde Moeke altijd. Dat kwam nu goed te pas. De suiker en de andere boodschappen deed hij nu in de heele zakken over en pakte ze weer netjes in de tasch.

‘Nu de fiets,’ dacht hij.

Eerst boog hij het stuur recht. De bel kon hij met zijn hand weer op de plaats drukken. Met de rechtertrapper was het erger gesteld. Die was krom gebogen en liep aan tegen de kettingkast. Kobus haalde hiervoor den hamer. Met een paar harde slagen kreeg hij de trapper weer op zijn plaats.

Ziezoo, nu was alles weer in orde.

Kobus liep naar binnen en kreeg een lekkeren kop thee als loon voor zijn werk. Moeke en Froukje waren al klaar. Het gat in de kous was gestopt en de jurk kon ook weer gedragen worden.

[pagina 115]
[p. 115]

‘Nu moet ik naar huis, hoor,’ zei Froukje. ‘Anders wordt mijn moeder ongerust.’

‘Je fiets staat al klaar,’ zei Kobus vol trots.

Froukje zag Kobus dankbaar aan. Ze wipte nu haar neusje niet meer in de hoogte voor het vriendje van haar broer.

‘Ik dank je wel, Kobus,’ zei ze. ‘Maar ik durf toch nog niet goed te fietsen. Mijn knie is zoo stijf. Ik ga er naast loopen.’

‘Ik weet nog beter,’ zei Moeke. ‘Froukje neemt de tasch met boodschappen en Kobus neemt de fiets. Toe Kobus, breng jij Froukje even thuis.’

Dat gebeurde.

Froukje bedankte Moeke hartelijk voor de hulp, en ging met Kobus op weg.

Thuis gekomen liepen ze het steegje door. Kobus zette de fiets op zijn plaats in het schuurtje. Daarna wou hij weggaan. Maar Froukje riep hem. Ze stond in de keukendeur, en ze had een kleur als vuur.

‘Hoor eens, Kobus,’ zei ze snel. ‘Ik bedank jou ook voor het maken van de fiets.’

‘O, dat was niets, Froukje,’ lachte Kobus.

‘En jou moeder vind ik heel lief, Kobus. En jullie kamer is zoo gezellig, en het behang vond ik erg mooi, hoor.’

[pagina 116]
[p. 116]

Kobus glom van genoegen. Zoo had Froukje nog nooit tegen hem gesproken. Verbaasd keek hij haar aan. Doch Froukje voelde haar hoofd steeds meer gloeien. Eensklaps keerde zij zich om.

‘Dag Kobus,’ zei ze, en met een flap ging de deur dicht.

Verwonderd bleef Kobus weer staan. Hij herinnerde zich, hoe Froukje nog eens de keukendeur voor zijn neus had dichtgetrokken. Dat was op dien middag geweest, dat Hero den pijl in zijn oog kreeg. Toen was Kobus huilend naar Moeke gehold.

Maar nu!

Kobus liep vroolijk fluitend de steeg door en de straat op. Tjonge, jonge, wat had die Kobus een plezier. Hij floot maar door, steeds hetzelfde wijsje, doch dat merkte hij niet eens.

 

‘Ga eens naar Kobus en zijn moeder toe,’ had Hero immers tegen zijn zusje gezegd. Nu was het gebeurd. Daardoor kwam er een eind aan de ruzie tusschen Kobus en Froukje. Dat kwam nu allemaal van dat fietsongeluk.

Ja, ja, er komt vaak geluk bij een ongeluk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken