Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Julia (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Julia
Afbeelding van JuliaToon afbeelding van titelpagina van Julia

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.44 MB)

XML (0.58 MB)

tekstbestand






Editeurs

J.J. Kloek

A.N. Paasman



Genre

proza

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Julia

(1982)–Rhijnvis Feith–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 89]
[p. 89]

Het belang.Ga naar voetnoott

1‘Wat zucht gij, mijne ziel! - Waarom zoekt gij kristallen beekenGa naar voetnoot1 2in de wildernis en onvermengde zaligheden bij schepsels van stof?Ga naar voetnoot2 3- Waarom vordert gij van dit leven, wat slechts de eeuwigheid 4geven kan? - IJl te rug, onsterfelijke! eer u eene bedrieglijke hoopGa naar voetnoot4 5door den doolhof van aardsche wenschen leidt, die nooit tot genot 6rijp worden, zonder nieuwe en ongestuimer wenschen voorttebrengenGa naar voetnoot6 7- Te rug van uwe vlucht door het ongebaande oneindige! -Ga naar voetnoot7 8De gelukzaligheid stroomt uit geen geschapen bron.’ -Ga naar voetnoot1-8Ga naar voetnoot8

[pagina 90]
[p. 90]

9o Mijn Vriend! hoe diep gevoelt mijn hart op dit oogenblik de 10waarheid van deeze uitspraak. - Wie kon zich immer het waarGa naar voetnoot10 11geluk op dit beneden rond beloven, zo het Eduard niet is na denGa naar voetnoot11 12vond eener julia? - Ach, mijn Vriend! - deeze julia zal ik nooitGa naar voetnoot11-12 13als mijne Echtgenoote aan deezen boezem drukken - nimmer zal zij 14aan mijne borst vernachten. - - o Gij! die alle uwe schepselenGa naar voetnoot14 15poogt gelukkig te maken, Bron van alle Liefde! - Gij boodt mij het 16edelst geschenk aan - reeds nadert mijne van dankbaarheid be-17vende hand tot u - ach! een ongevoelig Natuurgenoot ontrukt mijGa naar voetnoot17 18op eens alles! - en wie is die ontmenschte sterveling? De VaderGa naar voetnoot18 19mijner julia - een Vader, die zulk eene dochter niet waardig is. 20Hoe! hij kent de tederheid van haar hart - haare gevoelvolle ziel - 21en poogt haar geluk aan aardsche grootheid opteofferen? - juliaGa naar voetnoot21 22eenen Echtgenoot kiezen, die zich door niets dan verachtlijk goud 23aanbeveelt! - Neen, wreede Vader! - Gij kunt mijnen weg metGa naar voetnoot22-23 24doornen bezaaien - julia eerbiedigt, zelfs in een onmenschelijk 25bevel, den oorsprong van haar leven - nimmer, ach! nimmerGa naar voetnoot25 26schenkt zij mij haare hand als gade! - dan, verwacht ook niet datGa naar voetnoot26 27die hand zich aan eenig sterveling geeft, dien zij niet gelukkig zou 28maken - en, wien kan zij dit doen dan Eduard, die alleen voor zulkGa naar voetnoot28 29eene zaligheid geboren, door u, zo onuitspreeklijk rampzalig wordt! 30- o mijne julia! - onze harten, onze liefde zijn boven alle geweldGa naar voetnoot30 31verheven - geen zweem van vrees zelfs ontrust mij omtrent uw hartGa naar voetnoot31 32- voedt waare liefde, die nooit dan op zuivere achting rust, ooit eenGa naar voetnoot32 33beledigend wantrouwen? - maar welk eene lange onafzienlijke 34keten van heil wordt ijlings van een gereten? - Welk eene zaligeGa naar voetnoot34

[pagina 91]
[p. 91]

35maatschappij verbroken? - Eduard zal dan nooit den dierbaarenGa naar voetnoot35 36naam van Vader horen? - en de tedere betrekking van Moeder isGa naar voetnoot36 37voor de gevoelvolle julia voor eeuwig verloren! - Geen rij van 38spelende wichtjes zal ooit onze knien omarmen - onder onzeGa naar voetnoot38 39vreugdetraanen opgroeien - de troost van onzen ouderdom zijn 40- eens onze oogen sluiten - en dan - op ons vereenigd stofGa naar voetnoot40 41wenen! - op ons vereenigd stof! - - Mijne julia! - Welk een 42geluk is voor ons verloren! - Ten minsten beminnen wij - en eenGa naar voetnoot42 43oogenblik in uwe tegenwoordigheid verspreidt zaligheid over een 44geheel vak van mijn leven - o verdubbelen wij deeze oogenblikken!Ga naar voetnoot44 45- smaken wij dan met stromende gewaarwordingen ons heil - enGa naar voetnoot45 46zo ooit een onwillige blik in een verschiet, dat voor ons geslotenGa naar voetnoot46 47is, traanen uit onze oogen perst - zo wij dan spraakloos naast 48elkanderen zitten en op het stof staren - julia! herinneren wij onsGa naar voetnoot48 49dan onder duizend zuchten: Neen! de gelukzaligheid stroomt uit 50geen geschapen bron! -

 

* * *

voetnoott
Het belang: Bedoeld wordt hier het materiële belang dat Julia's vader beoogt. De liefde van Eduard en Julia zelf is in dit opzicht bij uitstek belangeloos.
voetnoot1
kristallen beeken: een symbool van de eeuwigdurende gelukzaligheid (vgl. Statenvertaling, Kantt. bij Openbaring 22:1).
voetnoot2
wildernis: woestijn. De voorstelling van de wereld als een wildernis in deze betekenis komt op verscheidene plaatsen in de Bijbel voor. In samenhang met stromend water zie bijv. Jesaja 35:6, 43:19, 20.
onvermengde zaligheden: zuiver geluk.
voetnoot4
onsterfelijke: nl. de ziel (r.l.).
voetnoot6
ongestuimer: onstuimiger.
voetnoot7
het ongebaande oneindige: De onbegrensde wereld van de wensdromen? De ziel wordt gemaand terug te keren naar de realiteit (de gebaande eindigheid).
voetnoot1-8
‘Wat zucht gij ... bron’: De tussen aanhalingstekens geplaatste woorden zijn een vertaling van het begin van Wielands ‘Hymne auf die Allgegenwart Gottes’, uit de in 1756 verschenen bundel Hymnen auf die Allgegenwart und Gerechtigkeit Gottes (in 1758 opgenomen in Wielands Prosaische Schriften). Het origineel luidt: ‘Was seufzest Du, meine Seele? Warum suchest Du krystallene Bäche in der Wüste und unvermengte Seligkeiten bei Geschöpfen von Staub? Warum forderst Du von diesem Leben, was nur die Ewigkeit geben kann? Eile zurück, Unsterbliche, ehe Dich eine betrügerische Hoffnung durch den Irrgarten irdischer Wünsche leitet, die nie zu Genuss reif werden, ohne neue und ungestümere Wünsche zu gebären! Zurück vom Flug im ungepfadeten Unendlichen! Glückseligkeit strömt aus keiner erschaffenen Quelle.’ (Aangehaald naar Wieland's Werke, Berlin, Gustav Hempel, z.j. 40er Theil, p. 665.)
voetnoot8
De gelukzaligheid ... bron: De gelukzaligheid komt niet voort uit een geschapen (d.w.z. aardse) bron, m.a.w. het zuivere geluk is niet van de aarde.
voetnoot10
immer: ooit.
voetnoot11
beneden rond: het ondermaanse, de aarde.
voetnoot11-12
den vond: het vinden.
voetnoot14
vernachten: de nacht doorbrengen.
voetnoot17
Natuurgenoot: medemens.
voetnoot18
ontmenschte: onmenselijke, van zijn menselijkheid beroofde.
voetnoot21
aardsche grootheid: wereldse pracht, status.
voetnoot22-23
die zich door ... aanbeveelt: d.w.z. die geen andere verdiensten heeft dan dat hij rijk is.
voetnoot25
den oorsprong van haar leven: nl. haar vader.
voetnoot26
dan: doch.
voetnoot28
alleen: als enige.
voetnoot30
geweld: dwang.
voetnoot31
ontrust: verontrust.
voetnoot32
voedt: kweekt.
voetnoot34
keten van heil: aaneenschakeling van geluk; er is samenhang tussen iedere schakel.
ijlings: plotseling.
van een gereten: gescheurd, (hier) gebroken.
voetnoot35
maatschappij: samenleving, nl. die van Eduard en Julia.
voetnoot36
betrekking van Moeder: moederschap.
voetnoot38
wichtjes: kindertjes.
knien: knieën.
voetnoot40
op ons vereenigd stof: op ons gemeenschappelijke graf (Eduard en Julia hopen in hetzelfde graf begraven te worden).
stof: stoffelijk overschot.
voetnoot42
Ten minsten beminnen wij: (hier) in ieder geval beminnen we elkaar.
voetnoot44
vak: tijdvak.
voetnoot45
stromende gewaarwordingen: gevoelens die ons doorstromen.
voetnoot46
onwillige: onopzettelijke, onwillekeurige.
verschiet: toekomst.
voetnoot48
stof: d.w.z. het aardse.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken