Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neem er eentje van mij (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neem er eentje van mij
Afbeelding van Neem er eentje van mijToon afbeelding van titelpagina van Neem er eentje van mij

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.03 MB)

Scans (7.05 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Illustrator

Peter Vos



Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neem er eentje van mij

(1964)–Rinus Ferdinandusse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 48]
[p. 48]

Horloge

Ook marktkooplieden zullen wel zo hun slechte dagen hebben. Dagen waarop het publiek er geen zin in heeft. Het begon al bij de viskraam waar een grote man, geheel in leder gekleed, juist de tanden zette in een gebraden lekkerbekje, dat hij met twee handen aan de mond had gebracht. Zijn kaken maalden twee keer, daarna spoog hij de inhoud van zijn mond met kracht tegen een naburige boom. De rest, die hij in zijn hand had, wierp hij erbij: ‘Bah!’ riep hij uit, ‘die rotte vis van jou mot ik niet.’ De visboer staarde hem onbewogen aan: ‘voor vijftig gulden mag je van mij alles tegen die boom aankwakken. Hij staat al zes jaar in me licht.’

Even verderop zat een oude man met een zeer droevig gezicht in een kring van opgeschoten jongens. Voorzichtig pakte hij beeldjes uit. ‘Wie vraagt mij nu eens of ik niet een prachtig Italiaans terracotta naakt heb?’, zei hij lusteloos. Niemand vroeg het hem, maar toch pakte hij het uit, een klein, slank vrouwtje, dat een lomp armpje voor het gelaat had geslagen alsof de maker gedacht had: dan hoef ik de neus tenminste niet te maken. ‘Dit is echt Italiaans,’ ging de oude verder, ‘en nu zal ik eens op de factuur kijken hoeveel ik er van heb.’

‘Hij ken lezen,’ zei een der jongens, ‘of doet-ie maar alsof?’

‘Wat een naakt,’ ging de koopman verder, die het contact niet wilde verliezen, terwijl hij op het briefje keek, ‘wie wil het hebben?...’

‘Voor geen goud...,’ vulde iemand aan. En een ander: ‘Als ze een broek aan had zou ik die niet uittrekken.’

Er waren nu ook twee pruimende mannen in de kring gekomen, en de oude koopman zei tegen hen: ‘Ik begrijp er geen barst van. Deze jongens hebben geen eerbied voor iets moois. Vroeger stonden wij met de pet in de hand voor zo'n

[pagina 49]
[p. 49]

naakt. Maar tegenwoordig worden ze te wijs in de bioscoop. Naakt is voor hun alleen naakt als 't leeft.’

‘Ach, ga weg,’ zei een der pruimers. ‘Die jongens leven in een tijd waarin ze geen huizen kennen vinden. En als ze ze kennen vinden dan zitten d'r geen schoorstenen in. En heb jij de laatste jaren nog wel 's een dressoir gezien waar een naakt op ken? Ga weg. Ze hebben tegenwoordig niet eens ruimte op de kapstok. Daar slaapt Mientje op.’

De oude knikte en zuchtte: ‘De markt loopt achteruit.’

‘De mensen ook,’ zei de ander weer, ‘wél een auto of een scooter, maar thuis geen luis om dood te drukken.’

De horlogeman had evenmin geluk. Terwijl zijn handen met een polshorloge manoeuvreerden keek hij sluw langs de omstanders en zei: ‘Als u nou mocht kiezen tussen een gegarandeerd echt Duits of een gegarandeerd echt Zwitsers klokje, wat zou u dan natuurlijk kiezen?’

‘Weet ik veel,’ zei een rode jongeman, die met zijn neus op gezette tijden met opmerkelijk succes een konijneneus imiteerde.

‘Kom,’ zei de koopman, ‘welk land maakt nu de beroemdste horloges ter wereld?’

‘Duitsland,’ zei de jongeman definitief, het met zijn neus bezegelend.

De koopman zuchtte hartverscheurend. ‘Meneer,’ zei hij tot een sombere tramconducteur, ‘wilt u eens achter deze jongeman zijn oren kijken?’

De conducteur deed het welhaast automatisch. ‘Niet droog zeker?’ zei de koopman, ‘ach jongen, het speenkruid hangt nog tussen je lippen. Zwitserland natuurlijk. Zwitserland.’

De jongeman dacht na en zei toen: ‘En Junghans dan?’

De koopman schoof zijn hoed plezierig op zijn achterhoofd, want er was nu volle aandacht. ‘Junghans,’ zei hij, ‘maakt ook zeer goede horloges. Maar ja, er gaat niks boven Venka-horloges, want die zijn echt Zwitsers!’

‘Nooit van gehoord,’ zei de jongen.

[pagina 50]
[p. 50]

Hij werd genegeerd. ‘Ja mensen,’ riep de koopman, ‘kijk op dit uitmuntende Venka-horloge, waarvan alleen ik, en alleen vandaag, een prachtige aanbieding te doen heb, hoe hier in de achterzijde is gestempeld Swiss Made...’

‘Dat kan iedereen,’ zei de jongen.

De koopman legde bedaard het horloge neer, sloeg toen berekenend met zijn vlakke hand op een open plaats op zijn kraamtafel, en riep: ‘Donder nou op. Je staat mijn handel te verstieren.’

De jongen ging langzaam achteruit, zich badend in algemene sympathie.

‘Me grootvader,’ zei hij langzaam, ‘snijdt al jaren koekoeksklokjes voor een warenhuis. Zal ik niet weten wat Swiss Made is.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken