Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neem er eentje van mij (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neem er eentje van mij
Afbeelding van Neem er eentje van mijToon afbeelding van titelpagina van Neem er eentje van mij

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.03 MB)

Scans (7.05 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Illustrator

Peter Vos



Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neem er eentje van mij

(1964)–Rinus Ferdinandusse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 93]
[p. 93]

Nummer

Ik moest even bij de Telefoondienst zijn, maar het duurde nog al. Op elke balie stond een bordje met ‘geen dienst,’ óók op de balie van die ene man die wel werkte, langzaam doch onverstoorbaar. Wij stonden, dan weer op het ene been, dan weer eens op het andere, soms op twee. ‘Kijk 'm nou,’ zei een man achter mij bitter, ‘kijk dat nou zitten werken. Wij worden verdomme een natie van wachters, t.v.-kijkers en kontzitters.’ Ik beaamde het maar, al heb ik niets tegen t.v.-kijkers noch tegen het zitten op de - zie terug.

Omdat mijn overstapje toch verlopen was begaf ik mij daarna kalm naar de tramhalte waar ik op de zestien ging wachten, te zamen met een oude heer en dito dame en ook nog twee dames met boodschappentassen, die een snelle maar onduidelijke conversatie voerden: ‘Fred vreet an d'r.’ ‘Ik had 'r nog gezegd, je kan beter zijn secretaresse blijven dan heb je meer vat op 'm.’ ‘Je denkt elke keer dat het goed gaat. Gisteravond dacht ik dat ik je weet wel hoorde, maar toen bleek het weer grienen. Hij was om zeven uur al weggelopen.’ ‘Alleen is ze ook niks, ze heeft een rechthouder nodig.’

De oude man en de oude vrouw converseren niet. Hij is een beetje vervallen, maar ook zeer ongeduldig. Hij leunt op zijn stok en staart in de verte. Soms zegt hij: ‘Daar komtie!’ maar dan is het altijd een vrachtwagen of verhuiswagen. Het is een vredige middag. De tijd verstrijkt.

Als de zestien eindelijk komt, begeeft de man zich schutterig naar het eind van de vluchtheuvel om vlak voor het deurtje te staan. De tram is leeg, en rijdt gewoon door.

‘Zie je dat?’ roept de vrouw, ‘hij rijdt door, Derk.’ De man kijkt de tram machteloos na.

‘Heb je het nummer?’ vraagt hij schor.

[pagina 94]
[p. 94]

‘819,’ zegt de vrouw, ‘ik zag het zuiver, 819.’

‘Goed onthouden,’ zegt hij, ‘ik zal ze een brief schrijven dat het zweet ze uitbreekt.’ Hij wendde zich tot mij en zei met dunne stem: ‘Is het nou zo geworden dat ik oud ben geworden om over me te laten lopen?’

‘Nee, meneer,’ bedacht ik.

‘Dat vind ik nou mooi, dat u meneer tegen me zegt. Omdat ik met een stok moet lopen zegt iedereen “opa” tegen me. Daar wordt ik giftig van. Dan heb ik neiging die stok eens te gebruiken voor iets anders. Maar dan zegt mijn vrouw: “nee Derk, dat is strafbaar, denk aan de kleinkinderen.” Want die komen elke zondag en die mogen er niet onder lijden.’

‘Daar komt er weer één,’ roept zijn vrouw, ‘ga tussen de rails staan.’

‘Kom nou,’ zei hij verontwaardigd, ‘ik kijk wel uit, als-ie door zijn remmen schiet ga ik plat.’

‘Je bent toch bejaard,’ snauwde ze, ‘dan word je ontzien.’

Als hij de tram beklimt mompelt hij: ‘Dat mens wil me op krukken hebben.’ Hij stelde zich op het achterbalcon naast mij op en zei zacht: ‘Die trams die rammen maar door, meneer. Ze jagen zeker op de verzekeringscenten. Weet u wat de enige humor is die u nog op de Amsterdamse tram kunt aantreffen? Dat bordje “Goed Vasthouden Dubbele Remmen”!

Maar ik heb zijn nummer en ze zullen ervan horen. Zo'n nummer is houvast. Bij werklui ligt dat anders, die kan je niet op hun nummer pakken. 't Elektrisch heeft voor ons huis een kuil gegraven. Groot gat, d'r kan geen hond meer door. Om half negen zaten ze al gezellig sigaretjes te roken. En te ouwehoeren. En rond te kijken; het is een stille straat en ze waren dankbaar toen er een klein hondje kwam rondlopen. 's Middags zat er zelfs een zijn nagels schoon te maken. Op klaarlichte dag! 's Avonds niet klaar natuurlijk, lampje erbij en naar huis. Ik zeg tegen mijn vrouw: “ik ga 'm

[pagina 95]
[p. 95]

dichtgooien, maar zij zei: Niet doen, het is een strafbaar feit.”

De volgende dag staan ze weer zo lamlendig te scheppen. Ik kan het niet uithouden, ik ga er heen en ik zeg tegen die vent in de kuil: “moet ik soms helpen?” Hij zegt: “heb jij er soms belang bij?” Ik zeg: “als elke belastingbetaler heb ik er belang bij.” Dat is toch zo, niet? Weet u wat hij zei? “Het spijt me maar zonder kist kan ik u hier niet opnemen.” Nou, ik heb die directeur een brief geschreven! Dat was toch zuiver belediging...’

De conducteur legde een hand op zijn schouder. ‘En u, opa?’ Hij haalde zwijgend een kaart uit zijn zak, stak twee vingers op en liep de wagen in. In het voorbijgaan sloeg hij met zijn stok tegen de stang.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken