Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neem er eentje van mij (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neem er eentje van mij
Afbeelding van Neem er eentje van mijToon afbeelding van titelpagina van Neem er eentje van mij

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.03 MB)

Scans (7.05 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Illustrator

Peter Vos



Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neem er eentje van mij

(1964)–Rinus Ferdinandusse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 96]
[p. 96]

Ei

Ik zag nog juist de bedrijvers van de wandaad zich wankelend verwijderen en binnen hoorde ik van de nog opgewonden juffrouw de toedracht. Vier Duitse jongens, die rijkelijk van bieren en andere sterkere dranken hadden genoten waren binnen gekomen, hadden wat broodjes gegeten en toen had één van hen een gedeelte van een Russisch ei uit de etalage gepikt en was ermee naar de anderen gaan gooien. De mayonaise zat nu nog op de elektrische klok. De baas, gewaarschuwd, had hen er snel drauschgedrukt. Hij hield nu nog een saamgevouwen tientje triomfantelijk omhoog: ‘Dat heb ik uit zijn borstzakkie geplukt. Ik laat me door die moffen niet in me nek kijken.’

Hij legde het tientje als trofee in zijn kassala. ‘En ik héb zo'n hekel aan Duitsers, maar ze betalen zo goed. Neem nou Fransen, ik heb hier van middag twee Fransen gehad. Ik wil alle Fransen daar niet aan beoordelen, maar moet je luisteren. Tien minuten kijken ze op het menu. Ze zoeken zorgvuldig het goedkoopste. Een slaatje van negentig cent. Een broodje kroket van vijfenveertig. Om dat te verdienen moet ik ook nog tien minuten uitleggen wat er in een slaatje van negentig cent zit en wat er in een kroket zit. Vraag niet hoe mijn Frans is, maar ik doe mijn best. Daarop hebben ze een uur lang aanzichten geschreven, kaarten bekeken, haar gekamd en neus gesnoten.

Dan die Fransoos van gisteren. Goed, ook daar hang ik dat volk niet aan op. Heeft een vrouw en twee kinderen. Wat denkt u? Juist, één kip voor z'n vieren, vier sneden brood, vier maal bestek. Ik vraag: “Zeker ook vier glazen water,” maar daarop geeft-ie natuurlijk geen sjoege.

Zet daar nu eens vier moffen tegenover. Dat is meteen vier woerscht, of vier hoentsjen, pats meteen de guldens op

[pagina 97]
[p. 97]

tafel. Maar ja, je moet afleren om te kokhalzen bij het woord woerscht.’

‘Ik word al misselijk als u gewoon worst zegt,’ viel een matte man, die af en toe sap door een rietje zoog, hem in de rede. ‘Ik heb in mijn jeugd op zo'n fabriek gewerkt. Als ik 's avonds bij m'n meisje kwam zat 't gehakt soms in m'n haar. Dat gaat tegenstaan. De vorm van een worst vind ik wel mooi. Esthetisch. Maar je moet niet doordenken.’

‘Nou u dat toch zegt,’ zei de broodjesbaas, ‘wil ik u best bekennen dat ik dat vaak met eieren heb. De geur die daar vanaf komt grijpt mij wel eens naar de strot. U begrijpt, in dit vak sla je wel eens een eitje stuk. Ik heb hier in de buurt een taxichauffeur, die vaak op 't eind van de avond, als zijn nachtdienst goed begint, binnenloopt en zegt: “Baas, tik er

illustratie
‘Eigenlijk ben ik te goeiig voor me vak.’


[pagina 98]
[p. 98]

maar vijf in de pan.” Denk eens in, vijf dubbelgebakken eieren, die schuif ik op mekaar op een bordje en hij werkt ze dan zo, met een vork, achter mekaar naar binnen. Nou ja, ik begrijp 't wel, want hij komt uit een bar ongezonde familie - zijn vrouw bijvoorbeeld noemt hij pleegmoeder bloedwijn. Vandaar.’

Er kwam een zware man binnen die graag kip met friet gehad had willen hebben.

De matte man keek gewond, hij liet zijn rietje los en zei: ‘Over kip gesproken, heeft u er wel eens een zien slachten?...’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken