Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Op de barkeeper beschouwd (1967)

Informatie terzijde

Titelpagina van Op de barkeeper beschouwd
Afbeelding van Op de barkeeper beschouwdToon afbeelding van titelpagina van Op de barkeeper beschouwd

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.88 MB)

Scans (13.72 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Illustrator

Peter Vos



Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Op de barkeeper beschouwd

(1967)–Rinus Ferdinandusse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 22]
[p. 22]

Bij de thee

In de wachtkamer van een station ergens in ons land zat ik te wachten op een bus die mij verder de provincie in zou voeren. Zaterdagmiddag, het was vrij vol. Achter mij, aan het tafeltje in de hoek zat een lange jongeman een pijp te roken en gedurig zijn neus op te halen. Zijn pijp maakte soms dezelfde geluiden. Na enige tijd sprong hij op en sloeg even zijn arm om een klein roodharig meisje, dat zich uitgelaten aan zijn tafeltje vervoegde. Daarna kusten ze elkaar op de wangen, toen vlug op de mond en gingen hand in hand zitten. Ze bestelden thee.

‘Hoe heb je het gehad deze week?’ Nu, met haar was het niet zo best gegaan. Twee fikse buien van buikloop, maar hoewel hij nieuwsgierig deed gaf ze niet veel details. ‘En hoe heb jij het gehad?’

Hij zoog lang aan zijn pijp en zei: ‘Ik heb van de week voorlichting gegeven. Twee uur achter elkaar. Het kwam eigenlijk min of meer in me op, hoewel ik het wel voorbereid had. Het bleek trouwens nodig ook. Vijf van de veertig wisten er iets van, de rest bijna niets.’

‘Geloofden die het dan nog van de ooievaar?’

‘Nee, dat het kindje in moeders buik groeit wisten ze allemaal. Maar verder niks. Nou, als je niet méér weet, dan kan het net zo goed nog in de rode kool groeien. 't Ging helemaal niet moeilijk, hoor. Ze wilden eerst weten hoe het er dan uit kwam, en dat is helemaal niet moeilijk uit te leggen. Maar hoe het erin gekomen was, dat was natuurlijk niet zo eenvoudig.

Vooral niet omdat je de, hoe zal ik het zeggen, de geslachtsdelen zo moeilijk een naam kunt geven. In veel gezinnen geldt daarvoor een totaal andere terminologie,

[pagina 23]
[p. 23]

en die kan je natuurlijk niet een twee drie gaan doorkruisen.’

‘Wil je nog een kopje thee, Wim?’ Hij knikte en zij schonk het zorgzaam in.

‘Moet je horen hoe ik het heb opgelost,’ zei hij, bedachtzaam zijn tabak aanstampend met een metalen apparaat dat hij daarvoor uit zijn zijzak had gevist. ‘Jongens en meisjes. heb ik gezegd, jullie zijn allemaal wel eens wezen spelen, hier aan de overkant, op de Kruiskade. En dus hebben jullie ook wel eens gekeken bij de remise van de tram. En dan hebben jullie ook wel eens gezien hoe de ene wagen aan de andere gekoppeld wordt. En zo moet je je dat nu min of meer voorstellen.’

Het meisje zette haar kopje neer, ‘en?’ vroeg ze.

‘Het ging erin als koek. Geen gegrinnik, niks. Ik dacht, misschien begrijpen ze het niet helemaal, maar ze hadden het allemaal door. Verbluffend eigenlijk, he, zo'n beeld. Het viel me ineens in.’

‘Gek he,’ zei zij nu op haar beurt. ‘Gek. Dat er niet om gelachen is.’

‘Later wel eventjes. Dat was toen een van de jongens zei: “Maar de splitpen moet er natuurlijk niet in, he meester.” Ik heb ook maar even meegelachen.’

Het meisje glimlachte ernstig. ‘Geen klachten van de ouders?’

‘Helemaal niet. Er kwamen twee briefjes om te bedanken, en een andere moeder heeft nog naar de bovenmeester opgebeld, dat het zo fijn was. Hij zei daarna tegen me dat we het maar vast elk jaar moesten doen.

O, en ook nog een grapje, Carla. Vanmorgen werd ik nog door een vader opgebeld. En die vond het ook zo leuk. Want z'n zoontje mocht gisteravond wat langer opblijven. En toen had die ineens gezegd: mag ik nog een halfuurtje opblijven of moeten jullie al in de remise?’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken