Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Op de barkeeper beschouwd (1967)

Informatie terzijde

Titelpagina van Op de barkeeper beschouwd
Afbeelding van Op de barkeeper beschouwdToon afbeelding van titelpagina van Op de barkeeper beschouwd

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.88 MB)

Scans (13.72 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Illustrator

Peter Vos



Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Op de barkeeper beschouwd

(1967)–Rinus Ferdinandusse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 39]
[p. 39]

Smakelijk

Een eersteklas restaurant, voornamelijk opgezet om de brede gebogen ramen, die een prachtig uitzicht bieden op een panorama dat zovelen in olieverf boven hun bergmeubel hebben hangen: een half vennetje, paarse heide en een rij van zilverwitte berkjes. Stapel- of schapewolken naar keuze.

Het begon druk te worden, toen een echtpaar binnentrad. Zij was kaarsrecht, in een donkerblauwe jurk met gele krakelingen; haar lippen waren saamgeknepen als had ze zich voorgenomen in dit restaurant geen hap te eten alvorens het was voorgeproefd door de minister van volksgezondheid persoonlijk. Hij liep achter haar in een lichtbruin jasje van dat pluizige stof dat het altijd zo goed doet op lelijke fauteuils. Hij had een spits toelopend gezicht en een tuitmondje, alsof hij vaak tevergeefs het onderste uit de kan had proberen te bereiken. Kortom, ze maakten die vervelende indruk die ze later waarmaakten.

‘Kan ik niet bij het uitzicht zitten?’ zei hij tegen de ober.

‘Nee meneer, die zijn gereserveerd,’ zei deze.

‘Ja, dat ken ik. Daar mag ik natuurlijk niet zitten omdat we maar met z'n tweeën zijn. Aan vier valt meer te verdienen. Zo zijn jullie hier natuurlijk.’

De chef kwam erbij en voerde ze na enig heen en weer praten naar een tafeltje achter mij. ‘Nou, nee, dat lijkt me nou helemaal niks. Dat is een kinderachtig tafeltje. Dat is veel te klein. Daar ligt bij mij thuis de sigareknipper op.’

Ze namen toch plaats, maar wilden geen voorgerecht.

[pagina 40]
[p. 40]

‘Hoe korter ik aan dit pesttafeltje zit, hoe liever.’

De ober liet het allemaal rustig over zich heengaan. Hij was een grote, vrolijke man, die voor alles verkleinwoorden gebruikte. Hij had het over het kalfszwezerikje, het gerookte zalmpje en het pikante sausje.

‘Uw gemengde saladetje,’ zei hij blij.

‘Zie je wel dat dat tafeltje te klein is. Twee bakkies sla en het is bijna vol,’ zei de man. ‘Die sla is trouwens duidelijk van gisteren. Wat een slappe slierten. Dat kropje is zo te zien zelf van het Westland hierheen komen lopen.’ Hij roerde er met zijn vork in en nam er wat van in de mond. ‘Met die mayonaise mag je ook wel 's naar de dokter,’ zei hij smakkend.

De ober schonk hem een slokje wijn om te proeven. ‘Nee, dat smaakt veel te zuur. Laat me de kurk 's ruiken.’ De ober overhandigde hem de kurk en ging naar het plafond kijken. ‘Zo hoort een kurk niet te ruiken. Hier, ruikt u ook maar.’

De ober pakte het ding aan en bracht hem naar de neus. ‘Een uitstekend kurkje,’ zei hij.

‘Ja, dat zeg je maar omdat je baas geld moet maken. Ik heb toevallig verstand van wijn. Deze is doorgezuurd.’

De chef kwam er weer bij, wisselde met de ober een blik van verstandhouding en liet een nieuwe fles halen. ‘Je denkt zeker dat ik die wijn zuur vind, omdat ik aan dit pesttafeltje moest zitten,’ zei de man, ‘maar zo laat ik me niet kennen. Die wijn was niet goed. Ik ga hier niet voor mijn lol het maagzuur oplopen. Je moet maar 's kijken wat die vent zegt, waaraan jullie straks die wijn wéér proberen te slijten.’

Toen hun eten arriveerde, begon de ober met naast hun tafeltje twee andere tafeltjes op te stellen. ‘Je denkt zeker dat ik dan niet in de gaten heb, dat dit tafeltje echt

[pagina 41]
[p. 41]

te klein is,’ zei de man, grijnzend, met zijn duimen in zijn oksels. De ober zei niets, zag dat ik naar hem keek, en knipoogde toen. Op het eten waren geen aanmerkingen, vooral niet omdat de man op zijn das morste, en de ober toeschoot met ‘een doekje meneer’.

‘Nee, lamaar,’ zei de man, ‘ik moet nou nog op me eigen gaan morsen omdat er op tafel geen plaats is.’

Ze dronken koffie, rekenden af en verlieten zonder groet de zaal.

Een paar minuten later kwam de man weer binnen. ‘Ober,’ riep hij, ‘mijn auto staat klem. Er staat een Mercedes voor. Ik kan niet weg. Ik heb hier het nummer opgeschreven. Wilt u dat even omroepen.’

De Ober, die met enkele schalen kwam aanstappen, negeerde hem volkomen, en liep door naar een tafeltje.

‘Ober,’ riep de man, ‘hoort u mij niet. Er staat een Mercedes voor mijn auto. Ik sta klem.’

De ober draaide zich om, kwam een paar stappen in zijn richting en zei: ‘Ach, meneer, als u vijf minuten tegen die auto gaat klieren, zoals u dat tegen ons heeft gedaan, gaat-ie vanzelf opzij.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken