Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Op de barkeeper beschouwd (1967)

Informatie terzijde

Titelpagina van Op de barkeeper beschouwd
Afbeelding van Op de barkeeper beschouwdToon afbeelding van titelpagina van Op de barkeeper beschouwd

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.88 MB)

Scans (13.72 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Illustrator

Peter Vos



Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Op de barkeeper beschouwd

(1967)–Rinus Ferdinandusse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 137]
[p. 137]

Op een boekenfeest

Het idee dat het boek iets met feest te maken heeft neemt hand over hand toe. Steeds meer gezamenlijke boekhandelaren in allerlei steden van ons land gaan er toe over om tijdens de boekenweek boekenballen te geven. Dat is een loffelijk idee, want wat kan een mens tegen feesten hebben?

Laatst was ik dan ook met dat doel uitgenodigd naar Maastricht te komen, waar men de schouwburg versierd had om aan de gezamenlijke vreugde uiting te geven.

We waren erg laat en het ganse publiek zat in de schouwburgzaal zelf naar het cabaret Paul van Vliet te kijken, behalve een korte man die in een rieten stoel in de hall zat.

‘Ga niet naar binnen,’ zei hij, ‘je sterft het af. Dit is geen voorstelling, dit is centrale verwarming. Verdomme, wat heb ik een heimwee naar huis. Dat is het aardigste van thuis, daar kan je feest vieren in je blote kont. Feest, dat is losgooien.’

Ik wist niet anders te vragen dan: ‘Is het zo warm binnen?’

‘Ach man, je smoort. Nou nee, dat is niet helemaal waar, het is ook de schuld van die rotkleren. Mag je raden hoeveel ik betaald heb voor het huren van die smoking. 35 gulden 50. Dat is dan met geplisseerd overhemd en strikje en manchetknopen. Nou klopt de maat van mijn boord wel, die is gewoon 38½. Maar die maat van dat strikje klopt niet. Ik voel me net een knijn.’

Hij stak zijn vinger weer tussen boord en hals en probeerde lucht te krijgen.

[pagina 138]
[p. 138]

‘Het gevolg is dat ik ga zweten. Goed, je zit niet in je eigen kleren te zweten, maar ondertussen gebeurt het toch maar. Ik zat op den duur helemaal in het vocht. Ik dacht: nog even en ik loop uit als een tuinboon. Daar kwam bij dat ik zowat niks zag, want ik zat achter een hele lange persoon. Die mensen zongen mooi, dat wel, maar je wil ook wel 's zien waar het uitkomt. Ja, het was heel aardig cabaret, al had het niks met lezen te maken.

Maar goed, dat laat ik zitten want de mensen in de zaal hadden ook niks met lezen te maken. Ik zei nog tegen mijn vrouw: als al die mensen hier lezen, dan trek ik mijn schoenen uit. Maar 't ging niet op, ik moest mijn fatsoen houden. Dus ik heb een beetje een gepresseerd gezicht getrokken en ik ben weggelopen.’

Hij stond op om nog een pils te gaan halen. Kort daarop nam het feest een aanvang. Heel rustig, waarbij iedereen opmerkte dat het geen carnaval was. In de benedenzalen ging het er op den duur lustig toe. Er was verder ook een bovenzaal waar het donkerder was en vrij koel, maar daar stond tegenover dat de keiharde muziek er niet om aan te horen was en de conversatie vrijwel onmogelijk maakte. Wie echt iets tegen iemand wilde zeggen was verplicht zich wang aan wang op te stellen, wat het leven weer eens anders maakte. Als conversatiepartner zocht je nu iemand met aantrekkelijke oren.

Het was daar dat een dikke man met krullend grijs haar mij wenkte. Ik volgde hem naar de gang, waar hij zijn arm over mijn schouder legde en mij langzaam de trap afvoerde. ‘Ik wil je natuurlijk niet storen midden op zo'n feest, maar anders komt er misschien niet zoveel van,’ zei hij op een wat plechtige toon. ‘Maar ik wou proberen of ik je kon interesseren voor het houden van een lezing. Ik heb een kring opgericht van vrij geselec-

[pagina 139]
[p. 139]

teerde mensen, met culturele belangstelling, en we moeten er nu een beetje vaart in zien te krijgen. Ik heb er zelf al diverse lezingen gehouden. De meeste over literatuur, maar we kijken natuurlijk ook verder. Ik heb niet alleen in Maastricht lezingen gehouden, daar niet van, ik heb een vrij intensief arbeidsterrein...’ en zo nog wat door, waaruit bleek dat hij lezingen hield.

Na enige tijd werd hij van mijn zijde gedrukt door een lange man in een al te zwart pak. De lange pakte mij bij mijn arm en riep: ‘Kom mee, jongen, ik heb wat aardigs voor je.’ En tegen de grijze zei hij en passant: ‘Je krijgt 'm straks terug.’

‘Jongen,’ zei de lange ‘het enige aardige dat ik voor je heb is een pilsje. Maar ja, je bent hier de gast in Maastricht, dus toen ik zag dat je met hém stond te praten moest ik wel ingrijpen. Die man staat bekend als de grootste zeiker van heel Limburg. Als die met je praat zakken je oren in je bloes. Ik deed gewoon mijn plicht, ik heb je verlost van die zeiker. Op een feest als dit moet je lachen. Ken je die van die juffrouw die met een hele auto vol kinderen door het rode licht rijdt? Ze wordt aangehouden door een agent, die zegt: “Kunt u niet stoppen, mevrouwtje?” Zegt dat wijf: “Ze zijn niet allemaal van mij, agent.” Aardig he? Goed, dan kan je even lachen, dan haal ik een pilsje voor je.’

Terwijl hij naar de bar stapte werd ik aan mijn mouw weggetrokken. ‘Kom gauw mee,’ zei de grijze man, ‘ik ben u onmiddellijk achterna gegaan toen ik zag dat die De Kroon met u op stap ging. Die man is berucht in heel Maastricht. Als die eenmaal tegen je gaat praten kom je nooit meer van hem af. De ene vulgaire mop na de andere, ik dacht ik ga u even redden. Ik voelde me als Maastrichtenaar min of meer verplicht in te grijpen. Apropos, over die culturele kring gesproken...’

[pagina 140]
[p. 140]

Als ik het goed onthouden heb houd ik die lezing over een week of zes. Over een nader te bepalen cultureel onderwerp. Maar weer wel zo dat het enig publiek zal trekken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken