Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Op de barkeeper beschouwd (1967)

Informatie terzijde

Titelpagina van Op de barkeeper beschouwd
Afbeelding van Op de barkeeper beschouwdToon afbeelding van titelpagina van Op de barkeeper beschouwd

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.88 MB)

Scans (13.72 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Illustrator

Peter Vos



Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Op de barkeeper beschouwd

(1967)–Rinus Ferdinandusse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 134]
[p. 134]

Schrijver

‘Ik was vroeger een jongen waar de vrouwen op vielen, neem dat maar rustig van mij aan. Ik heb altijd een goed gebit gehad en dan hou je tot op hoge leeftijd een onverschrokken glimlach. En daar heb ik de meeste vrouwtjes mee gepakt.’

Hij kon best gelijk hebben. Hij had slordig grijs haar, was ongeschoren en had diepe rimpels. Maar op dat gebied kan alles. Hij dronk Bokma, van iedereen die het hem aanbood.

‘Ik heb mijn inwijding min of meer gehad van een Duitse doktersvrouw. In Djiboeti, in Somaliland. Die Duitse dokter kwam alleen thuis om zijn injectiespuit bij te laden die hij dan in de inboorlingen ging leegprikken. Dat kan niet, he, als je een bloedmooie vrouw hebt. Dat is tegennatuurlijk. Die vent was zo weinig thuis dat zij niet meer wist hoe ether rook.

Dat betekende natuurlijk niet dat die vrouw en ik geen voorzorgsmaatregelen moesten nemen. We deden het dan ook altijd in de wachtkamer. Als hij dan onverwacht zou thuiskomen dan kon ik meteen doorlopen naar de spreekkamer en zeggen dat ik vast aan het ontkleden was begonnen. Ja, jongens, dat waren tijden, daar bij die dokter. Drie keer daags, na het eten.

Ik zie jullie wel denken. Jullie denken: dat is zo'n ouwe doorzakker die verhalen staat te maken om een borreltje te krijgen. Nee, jongens, toen ik achttien was, heb ik toevallig een persoon met wie ik niet overweg kon een baksteen tussen de ogen geworpen. Niet al te opzettelijk, maar wel raak. Dus ik weg.

Ik heb duizenden avonturen meegemaakt. Ik heb

[pagina 135]
[p. 135]

dingen genoeg meegemaakt die je in allerlei boeken kan lezen. Ik kom bij een stam in het zuiden van Marokko. Daar schilderen de mensen zich blauw. Want dat is zowat de enige kleur die ze kennen. Blauw. Donkerblauw. Zoek maar op in je aardrijkskundeboek: de Toearegs schilderen hun eigen blauw.

Nu was daar een stamhoofd en die bood mij zijn dochter aan, weet je wel. Voor één nacht, vanwege de gastvrijheid. Nou lees je altijd in boeken dat ontdekkingsreizigers dat weigeren. Nobele mensen. Maar ik had helemaal geen zin om te weigeren, totdat mij bleek dat die dochter gisteren twaalf jaar geworden was. En toen kón ik niet meer weigeren.

Wat was mijn redding? Dat ik een groene pullover aanhad! Een knalgroene pullover. De nachten willen daar nog wel eens koel zijn en ik was op weg naar een andere haven. De afstanden zijn daar niet gering dus je moet nog al eens een nacht in een broodboom hangen. Vandaar mijn groene pullover. Nou wilde die chief, die mij voor die ene nacht zijn dochter wou geven, verrek graag die groene pullover. Ja, die man zag normaal voornamelijk blauw. Toen heb ik aan die man die dochter én die pullover gegeven. Ik heb gewoon uitgelegd dat ik het niet zonder pullover kon.

Ik zit vaak te denken dat ik zulke dingen eens zou moeten opschrijven. Dat is mode, iedereen die wel eens een knoopje heeft opengeknoopt schrijft daar een boek over. En op mij hebben de vrouwen getippeld alsof ik een prins was. Dus ik heb stof zat.

In Brazilië ben ik nog bijna eens vermoord. Ik had daar een bloedgeile negerin aan de hand. En het is daar almaar carnaval. Maar ik kan ook niet dag en nacht doorgaan, dus ik wou wel eens uitrusten. En dan kréég ik een ruzie! Op het laatst zei ik dat ze met haar hele

[pagina 136]
[p. 136]

carnaval naar de hel kon hossen en toen stak ze een broodmes in m'n borst. Bijna in m'n maag. Want ze hield wel van me. De liefde tot de man gaat door de maag. Dat is een leuke grap om in een boek te maken, als ik het allemaal eens ga opschrijven.

In Argentinië ben ik ook geweest. Ik heb maandenlang schapen gehoed. Als gaucho, op de pampa's. Ontzettend vervelend, want die beesten eten uren over het kleinste grassprietje. En die zijn altijd nog groter dan hier. Toen heb ik al die gaucho's daar nog breien geleerd. En “schaapje, schaapje, heb je zoete wol” of hoe heet dat ook weer.

Ja, dat boek van mij dat zit wel goed. Ik heb vijftig jaar avonturen achter me. Dat wordt geheid een bestseller. Ik heb thuis de bloknoot klaarliggen. Ik kan zo beginnen. Het klapstuk dat wordt mijn avontuur met de weduwe van de Balkan. Dat was niet mis. Daar schrijven ze nu in Bulgarije nog alle pornografie over. Daar is niks op dat terrein wat niet van mij komt en van die weduwe.

Maar ja, als ik ervoor ga zitten om het allemaal op te schrijven, dan denk ik meestal, allemachtig, moet ik dat allemaal nou nóg een keer gaan verzinnen?’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken