Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Op de barkeeper beschouwd (1967)

Informatie terzijde

Titelpagina van Op de barkeeper beschouwd
Afbeelding van Op de barkeeper beschouwdToon afbeelding van titelpagina van Op de barkeeper beschouwd

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.88 MB)

Scans (13.72 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Illustrator

Peter Vos



Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Op de barkeeper beschouwd

(1967)–Rinus Ferdinandusse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 131]
[p. 131]

De dikke pesten

‘Hee dikke! Dikke Gerrit! Haal die snert maar weg. Die lijkt nergens naar.’ De man schoof de soepkop van zich af en begon behaaglijk tegen de muur te leunen, terwijl hij een knoop van zijn vest losmaakte om meer ruimte voor het behagen te verkrijgen. Daarop knipoogde hij tegen mij en riep nogmaals: ‘Hee, dikke, hoor je me niet?’

Maar de ober deed of hij hem niet hoorde en bleef tussen de tafeltjes aan gene zijde wat heen en weer scharrelen. Een grote, bleke, kalfachtige jongen, die wat voorover liep om zijn omvangrijk billenwerk te kunnen meetorsen. Zijn witte jasje liep van de heupen naar omhoog taps toe.

‘Hij kan er niet tegen als ik dikke tegen hem zeg,’ zei de man stralend tegen mij.’ ‘Hij heet trouwens ook geen Gerrit, maar Arend. Nou doet-ie of-ie niks hoort; en ik geef ook niet toe. Ik heb de tijd. 't Is een soort prestige geworden, maar hij verliest altijd.

Kan hij niks aandoen, dat doet zijn baas. Als ik lang genoeg geroepen heb, dan grijpt zijn baas in. Dan eet ik weer wat en dan doen we het nog 's. Ik heb toch de tijd aan me eigen.’ Er zakte een grijze haarlok voor zijn ogen, die hij met een sierlijk gebaar weer naar achteren wierp.

‘Hee, dikke! Dikke Gerrit! Dat is hier toch niet de snert waar ik om gevraagd heb. Ik heb gezegd: onderuit de pan scheppen, dat ik behoorlijk wat spek heb. En wat zit erin? Zesenhalve klont gekookte aardappel. Nee, dikke, als je mij wilt belazeren, moet je vroeger je nest uit.’

[pagina 132]
[p. 132]

Hij draaide zich naar mij toe: ‘Die jongen heeft natuurlijk geen gewoon bed. Daar komt-ie nooit meer uit met zo'n lijf. Die slaapt op een matras op de overloop, dan kan die meteen van de trap af komen zakken.

Ach, het is maar een beetje grappen maken, hoor. Niet echt pesten. Vroeger, toen ik nog werkte, hadden we daar ook zo'n vette jongen, meer een kwab op benen. Als hij hete koffie dronk, hoorde je van binnen het vet sissen.

Die werd ook geplaagd en toen is-ie aan sport gaan doen. Bij een of andere club. Maar 't heeft niks geholpen. Hij is nou kantinebaas bij die club.

Dat eten hier, dat doe ik nog niet zolang, hoor. Een half jaar, sinds ik niet meer drink. Ik heb 't aan me lever. Die lust ik nou trouwens ook niet meer. Kalfslever met ui en spek, daar was ik gek op. Maar je wordt gevoelig voor dat woord, he.’

Om dat te bewijzen deed hij even of hij rilde.

‘Bier, daar hield ik van. Zeer voedzaam trouwens. Ik had toen zeker zo'n maag.’ Hij hield zijn hand een halve meter voor zijn buik.

‘Ik kon het merken elke keer als ik thuiskwam, ik moest de sleutel steeds verder van me afhouden. Op een gegeven moment ontdekte ik ook dat mijn bed niet meer waterpas stond. Want als ik op m'n rug ging liggen met die pens, dan had ik het gevoel dat de luchtbel te veel naar onderen zat. Ik dacht, ik lig te veel met m'n hoofd achterover. En ja, hoor.

Hee dikke! Gerrit! Komt er nog wat van. Een kopje snert, maar van de bodem geschept!

't Is een dwarskop, he, die dikke. Ik trouwens ook. Kijkt u 's op die prijslijst, helemaal onderaan. Daar staat “Alleen voor kinderen, patat met croquette, warme worst

[pagina 133]
[p. 133]

of bal gehakt, ƒ 1,25.” Ik lees dat een keer en ik denk, kom, ik heb best zin in een beetje patat met warme worst. Maar nee, wat zegt die dikke, dat is alleen voor kinderen. Dus ik maak een grapje en ik zet een kinderstemmetje op en ik zeg: “Dikke oom Gerrit, mag ik patat met warme worst.” Maar niks. Geen gevoel voor humor. Dus ik bestel een broodje met warme worst. Daarna bestel ik een kotelet Suisse met patat. Ik kieper de kotelet en het broodje in de juskom, leg de worst en de patat op me bord en zeg: “o.k., dikke, geef toe dat ik je hemd heb opgebonden.” Maar geen lachje kon d'r af.

Ja, je moet wat doen als je je eigen verveelt. De één pakt een pilsje, de ander drukt zijn duimen. Mijn broer probeert langzaam over te steken. En ik jen die dikke. En 't is hier een goeie tent. Ze gooien peper in de tomatensoep en noemen het goelasj, maar voor de rest piekfijn.

Want die erwtensoep is heel best hoor. Pas als ik straks weg ben, ontdekt die dikke dat ik al het spek in de asbak heb geflikkerd.’



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken