Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Op de barkeeper beschouwd (1967)

Informatie terzijde

Titelpagina van Op de barkeeper beschouwd
Afbeelding van Op de barkeeper beschouwdToon afbeelding van titelpagina van Op de barkeeper beschouwd

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.88 MB)

Scans (13.72 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Illustrator

Peter Vos



Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Op de barkeeper beschouwd

(1967)–Rinus Ferdinandusse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 155]
[p. 155]

Stralingen

Hij had nogal luidruchtig gebiljart, besproeid met grote glazen bier, als je dat zo kunt omschrijven. Maar nu hij op zijn stoel zat, achter een tafeltje, tegen de wand, leek hij veel op een moede chimpansee, die zojuist door Tarzan was afgekeurd voor actieve dienst. Iemand bood hem een sigaar aan, maar die wuifde hij weg.

‘Roken, mensen, begin er niet aan. Dat is een bron van ellende en ziekte. En dat weten jullie, maar jullie geven het niet toe. Jullie smoken met je kop in het zand.

Niet alleen dat het een hoop geld kost, dat ook. Ik weet het. Vroeger stak ik sigaretten in mijn bek alsof ik de konijnen voerde. Als ik me een week niet waste zat de nicotine tot boven m'n elleboog. Dat gaat een tijdje goed. Dat heb ik zeker vijf jaar uitgehouden. Toen kwam de kuch.

Zo'n droge kuch. Daar helpt niks tegen. Je gaat er meer van drinken, maar hij blijft. Ik moest er 's nachts m'n dekens met punaises vastzetten, anders hoestte ik ze tegen de muur op.

Toen heb ik ho gezegd. Ik weet het nog als de dag van gisteren. Ik stond ergens in de lift en ik stond zo te kuchen dat de tranen over mijn gezicht liepen. Ik kon niet eens de deur vinden. Een oud wijfje heb me d'r uit geholpen. Toen heb ik ho gezegd. Keihard ho.

En nou maar bidden dat ik daar geen nadelige gevolgen van heb overgehouden. Een mens z'n long is net een dwarsfluit. Zodra d'r een gaatje in zit, komt er een piepje uit. En dan ben je weg.

Dat is geen nieuws wat ik zeg. Iedereen weet dat. Maar ze roken door! Ze denken: als ik het krijg, krijg ik

[pagina 156]
[p. 156]

het. Nou, hun laatste sigaar zal rotter smaken dan de mijne gedaan heeft. Ik hoef niet meer uit te duiden over welke verschrikkelijke ziekte ik het heb. Als ik het woord hoor noemen krijg ik trek in een rokertje, zo doodziek word ik ervan.

En dan praat ik nog over een ziekte die iedereen kent. Maar d'r zijn d'r nog waar alleen fluisterend over gesproken wordt. Ik ga nu een groot woord uitbrengen, dus hou allemaal even stil. Daar komt het: massacommunicatiemiddelen! Denk je dat dat gezond is? Je hoeft te genen dele een technische knobbel te hebben om te weten dat dat allemaal met stralingen werkt. Hoe krijg je televisie in je huis? Met stralingen. Waar lig je 's nachts boven? Boven de telefoonleiding - ik noem maar wat.

Aan elke auto hangt tegenwoordig een kettinkje. Dat is niet voor de lol, dat is om de opgeladen massa af te voeren. D'r zijn technici zat die je kunnen uitleggen wat er in die massa zit. Pure elektriciteit. Maar gaan je lampen ervan branden? Om de dooie donder niet - daar gaan je lampen niet van branden. Dat is een soort zwakstroom, die recht op je lichaam slaat. En die tast aan.

Ik heb een beroepschauffeur gekend die z'n nagels kwijt raakte. Die lieten allemaal los. Die hoorde tien keer tik op het zeil en daar stond-ie zonder nagels. Die koopt nou elke drie maanden een plastic borstel om zijn gat te kunnen krabben. Zo vreet dat op een mens in.

De regering houdt dat allemaal geheim, maar ik heb voorbeelden zat. Mijn zuster, ik blijf gewoon dicht bij huis, mijn zuster lijdt aan steriliteit. Die krijgt geen kind, al charter je heel Ouwehands Dierenpark. Lijdt gewoon aan steriliteit. En alleen maar omdat ze telexiste is. Die zit de hele dag voor apparaten waar de stroom doorheen jaagt. Dat slaat op het lichaam.

[pagina 157]
[p. 157]

Er zijn mensen die daar oppositie tegen voeren. Die zeggen: maar mijn vrouw dan! Die gaat elke dag met de stofzuiger om en heeft toch een nest met zeven, acht kinderen. Ik noem maar een gemiddelde. Zeven à acht kinderen, dan denk ik, die hebben lol in hun leven. Bij twee à drie dan denk ik, nou die denken er wel bij na. Ziehier werelden van verschil.

Maar zo'n stofzuiger die werkt maar een uur, hoogstens. Dat zamelt niet genoeg op. Nee, dan zijn er grotere gevaren. Neem de televisie. Er zijn mensen, die elke dag van kwart voor zeven tot tegen elven voor dat toestel zitten. En die zitten daar in een ontvangende houding. Ook lichamelijk, zo'n beetje onderuitgezakt. Pilsje in de hand, wat de spieren ook nog wel wil aantasten. En zo ondergaan ze de maximale werking van de straling.

Ik wil geen paniek zaaien - waarom zou ik trouwens, want het is bekend genoeg. Kijk naar een werkend televisietoestel en je voelt dat er werking van uitgaat. Straling gaat dwars door je body heen. Ik kan je adressen geven van mannen die sinds ze elke avond voor de televisie zitten geen kind meer gekregen hebben. En dat is niet omdat de programma's zo rot zijn.

Ik wil niet zeggen dat ik niet af en toe van de televisie gebruik maak. Maar ik zit niet voor het toestel. Ik zit er schuin achter en ik heb voor het scherm een spiegel opgesteld zodat ik zo veilig mogelijk een voetbalwedstrijd kan volgen.

Mijn vrouw heeft erom gelachen. Ik heb gezegd: kind, je beurt komt nog wel. Nou kan ze niet meer lachen. Van de reuma. Ze kwam de deur niet uit om toch maar televisie te zien. Daar heb je het.

En maak mij niet wijs dat de mensen het niet weten. Iedereen voelt toch de kracht van de straling. Ik ken een

[pagina 158]
[p. 158]

jongen van 30, die is zo kaal als een gietijzeren pollepel. Nou z'n haren vielen op z'n rug als hij naar de televisie keek. Maar straling, ho maar. Het is net als met roken. De mensen weten dat het verkeerd is maar ze gaan gewoon door. Ik vertel het jullie nou, omdat het toevallig van pas komt. Maar normaal laat ik iedereen maar darren. Ze moeten het zelf maar weten. Dries, geef iedereen een drankje op mijn rekening. Ze hebben het allemaal nodig.’

Toen Dries mij die borrel inschonk zei hij troostend: ‘Die man heeft een schuldcomplex. Hij had eerst een zaak in tv-toestellen. Nou verkoopt-ie alleen nog tweedehandse. Dan is de straling de helft minder.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken